ࡱ > A @ \ p None B a = c @ = Z ?N*8 X" 1 Arial1 Arial1 Arial1 Arial1 Arial1 Arial1 Arial General ` ^ verenigingen Plaats Provincie Naam Opmerkingen over naam Alternatieve namen Doelstelling Begindatum Soort begindatum Koninklijk Besluit Einddatum Soort einddatum Werkingsgebied Parochie Activiteit Leden Richtgroep Levensbeschouwing Relaties Oprichters Bestuursleden Beschermheren -of vrouwen Verantwoording gegevens# Gevraagde inlichting niet ontvangen Staatscourant Archief Eigen gebouw (adres) Vergaderplaats Literatuur over de vereniging Publicaties van de vereniging Goossens van Eyndhove nr. Opmerkingen Naam vereniging Naam archiefbewaarplaats Naam collectie Beheersnummer Toegang Openbaarheid Omvang Statuten Reglementen Ledenlijsten Notulen Jaarverslagen Audio-visuele elementen Correspondentie Financiële stukken Overige stukken Opmerkingen algemeen Harlingen Friesland2 Maatschappij van Weldadigheid, afdeling Harlingen. de afdelingen worden ook subcommissies genoemd
'Het doel der Maatschappij van Weldadigheid is hoofdzakelijk om den toestand der armen en lagere volksklassen te verbeteren, door zoodanige ontwerpen, die voor dezelve dienstig geoordeeld worden, ter uitvoering te brengen, inzonderheid door aan dezelve arbeid, onderhoud en onderwijs te verschaffen en hen uit dien toestand van verbastering, waartoe deze menschen, in het algemeen, vervallen zijn op te beuren, en tot eener hoogere beschaving, verlichting en weldadigheid op te leiden'.
1818 oprichting 1837 laatste vermelding LokaalOm het bovenomschreven doel te bereiken stichtte de Maatschappij de ‘vrije’ kolonies Frederiksoord (1818), Willemsoord (1820) en Wilhelminaoord (1820), waar de bedeelde zich vrijwillig zou kunnen aanmelden om te worden opgeleid tot zelfstandig boer. Dat bleek al spoedig veeleer theorie. In de praktijk werden contracten met derden afgesloten, gebaseerd op de opvoeding der kinderen in de vrije gestichten; de subcommissies bemiddelden hierbij, maar weesvoogden, diakoniën en armbesturen kregen het eeuwigdurend plaatsingsrecht.
Bij KB van 7 juli 1859 nr. 100 werd de doelstelling van de opnieuw opgerichte Maatschappij 'mede te werken tot verbetering van den toestand der lagere volksklassen'. (Goossens)
Mannen Armen algemeen//Werklozen neutraal Afdeling van;Maatschappij van Weldadigheid, opgericht in 1818, waarvan het hoofdbestuur was gevestigd in Den Haag en, na 1859, in Frederiksoord.<ad doelstelling, activiteit, richtgroep en inkomsten:
gegevens ontleend aan de inventaris van de archieven van de Maatschappij van Weldadigheid 1818-1970 door J.R. van der Zijden, J. Hagen, C.G.C. Meynen (uitgave rijksarchief Drenthe) en aan overige data m.b.t. de landelijke Maatschappij.
ad oprichtingsdatum en laatste vermelding van de afdeling:
ontleend aan de inhoudsomschrijving van de nrs. 1104-1111 van bovengenoemde inventaris (een overzicht van de subcommissies met archiefmateriaal tussen 1818 en 1853).
Het archief van de (moeder)Maatschappij van Weldadigheid, 1818-1970, dat zich onder toegangsnummer 186 in het Drents Archief bevindt bevat ook dossiernr. 1107: Staten van rekening en verantwoording van inkomsten en uitgaven van o.a. subcommissie Harlingen 1818-1837.
ad richtgroep:
gevangenen, bedelaars en wezen en boefjes behoorden na 1859 ook officieel niet meer tot de richtgroep van de Maatschappij, toen door de acte van scheiding van 1858 de dwang-inrichtingen van de Maatschappij door de overheid waren overgenomen.
inkomsten:
contributies der leden. Deze volstonden in de praktijk hooguit als bijdrage in de kosten voor de vrije kolonisatie van behoeftige gezinnen; de opvang van bedelaars, wezen, vondelingen en verlaten kinderen kwam grotendeels voor rekening van de regering via allerlei contractuele vergoedingen voor opvang en verzorging. Na 1859 werd dit gebruik geïnstitutionaliseerd bij het afsplitsen van de dwanginrichtingen van de Maatschappij.
Q Conferentie van den H. Michael van de Vereeniging van den H. Vincentius van Paulo+ gewoonlijk de Vincentiusvereeniging genoemdArtikel 2. der Algemeene bepalingen luidt:
Geen liefdewerk moet geacht worden vreemd te zijn aan de Vereeniging, ofschoon zij meer bepaaldelijk ten doel heeft het bezoeken van arme gezinnen. De leden der Vereeniging maken zich dus de gelegenheid ten nutte, om vertroostingen te bieden aan de zieken en gevangenen, om onderwijs te bezorgen aan arme, verlatene of gevangene kinderen en godsdienstige hulp te verschaffen aan hen, wien het daaraan in doodsgevaar ontbreekt.
1864 eerste vermelding 1957iDe belangrijkste taak van de leden was het huisbezoek der armen. In aanmerking komende gezinnen werden wekelijks bezocht door twee 'broeders', steeds dezelfde per gezin zodat een vertrouwensband kon ontstaan. Materiële nood werd gelenigd door het geven van geld of hulp in natura, tegelijkertijd werd getracht door vermaningen en het beschikbaar stellen van stichtelijke lectuur de ontvangers op 'het rechte pad' te brengen of houden.
Op de wekelijkse vergadering brachten alle leden van de betreffende conferentie hun bevindingen en aanvragen ter tafel. Dit ging volgens het reglement als volgt: na het openingsgebed dat telkens door een ander lid moest worden uitgesproken 'geeft de penningmeester het bedrag der kas op en van de bij de laatste zitting gehouden inzameling, opdat ieder zijne aanvrage om ondersteuning kunne regelen naar de hulpmiddelen der conferentie [art. 19 van het reglement].
art. 20. Men deelt vervolgens de bons voor ondersteuning in natura uit. Elk lid wordt op zijn beurt door de president opgeroepen en zegt luide hoeveel hij vraagt en voor hoeveel gezinnen. Wanneer hij daartoe uitgenodigd wordt, geeft hij inlichtingen omtrent deze gezinnen.
art. 20. De onderstand moet stiptelijk bij de armen gebracht worden in het tijdsverloop van de eene zitting tot de andere. Het tijdstip (...) wordt aan de voorzichtigheid van ieder lid overgelaten. (...)
art. 25. Bij het einde der zitting en voor het gebed doet de penningmeester de inzameling, waartoe elk lid door eene aan zijne middelen geëvenredigde, maar altijd geheime, gift bijdraagt.'
/ Armen algemeen//Rooms-Katholieken (plaatselijk) rooms-katholiek Afdeling van;de conferentie functioneerde als afdeling Harlingen van de nationale Vereeniging van den H. Vincentius van Paulo, opgericht in 1846 bestuurd door de Hoofdraad te Den Haag als 'vereenigingspunt' van alle Nederlandse Bijzondere Raden en conferenties.ad doelstelling en activiteit (van Vincentiusverenigingen in het algemeen):
R.P. Vergnes C.ss.R., Vereeniging van den H. Vincentius van Paulo en hare werkzaamheden in Nederland (Den Haag 1930) 57 en 58.
Handboek der Vereeniging van den H. Vincentius van Paulo (Den Haag 1847 2e dr.) 3, 13-21.
De gegevens m.b.t. deze specifieke conferentie, inclusief de eerste en laatste vermelding, zijn uitsluitend ontleend aan de dossierbeschrijving in het Katholiek Documentatiecentrum
rArchiefstukken m.b.t. deze conferentie van de H. Michael over de periode 1864-1957 bevinden zich in dossier nr. 326 en 2155 van het archief van de Sint Vincentius Vereniging Nederland dat wordt bewaard in het Katholiek Documentatiecentrum te Nijmegen.
Dit archief bevat onder meer:
kopieboek van uitgegane brieven 1867-1874, 1876-1877.
4 Vereeniging Nederlandsch Mettray, afdeling Harlingeno'Zoveel hulpbehoevende en verwaarloosde knapen, mits tot een der Protestantsche kerkgenootschappen behoorende, als de beschikbare fondsen toelaten, in eene Landbouwkolonie te vereenigen en voor hun onderhoud en hunne opvoeding, gedurende eenige tijd te zorgen. (...)' (Dekker)
In 1889 werd het doel van Mettray alsvolgt geformuleerd: 'Nederlandsch Mettray neemt onvermogende knapen op, die verwaarloosd zijn of zichzelve verwaarloozen, tot één der Protestantsche kerkgenootschappen behooren, gezond en zonder gebreken zijn, niet jonger da<