ࡱ > \ p None B a = c @ = Z ?N*8 X" 1 Arial1 Arial1 Arial1 Arial1 Arial1 Arial1 Arial General ` ] verenigingen 3 n Plaats Provincie Naam Opmerkingen over naam Alternatieve namen Doelstelling Begindatum Soort begindatum Koninklijk Besluit Einddatum Soort einddatum Werkingsgebied Parochie Activiteit Leden Richtgroep Levensbeschouwing Relaties Oprichters Bestuursleden Beschermheren -of vrouwen Verantwoording gegevens# Gevraagde inlichting niet ontvangen Staatscourant Archief Eigen gebouw (adres) Vergaderplaats Literatuur over de vereniging Publicaties van de vereniging Goossens van Eyndhove nr. Opmerkingen Naam vereniging Naam archiefbewaarplaats Naam collectie Beheersnummer Toegang Openbaarheid Omvang Statuten Reglementen Ledenlijsten Notulen Jaarverslagen Audio-visuele elementen Correspondentie Financiële stukken Overige stukken Opmerkingen algemeen Haarlem Noord-Holland> Zorgdragende Commissie voor behoeftige Kraamvrouwen te Haarlem) Zorgdragende Commissie voor kraamvrouwen;
'(...) onderstand te verleenen aan minvermogende kraamvrouwen, wier gezinnen niet door armbesturen bedeeld worden, voor zoover zij daartoe door vrijwillige bijdragen der ingezetenen wordt in staat gesteld' (Blankenberg)
1820 oprichting 2004 laatste vermelding Lokaal8Bij intekening werd een fonds verzameld, teneinde daaruit de kosten van bevallingen te kunnen voldoen en tevens kinderkleertjes en dergelijke te kunnen uitdelen.
De commissie probeerde dus om armoede te voorkomen, daar de onderstand werd verleend "aan niet bedeelde personen die door de kosten aan eene kraam verbonden anders tot de Arm-Administratien hunne toevlugt zouden moeten nemen".
'Ongehuwde moeders of die zich aan "slegte gedragingen" schuldig maakten waren van steun uitgesloten. De onderstand was, zoals de commissie het zelf noemde, bestemd voor "minder gegoede Burgerlieden".'
'Begin 1821 is de commissie met de bedeling begonnen. De bedeling was in natura en omvatte: a. hulp van een vroedvrouw, b. kleding en beddegoed voor de kraamvrouw en kind en c. enige levensmiddelen en brandstof. De bedeelde kraamvrouwen waren verplicht om hun kinderen te laten vaccineren. De commissie betaalde één gulden per bevalling aan de vroedvrouw. De kinderkleding (zgn. luiermand) bestond uit één rode luier, zes witte luiers, één japonnetje, twee hemdjes, twee doekjes, één wollen borstrok, één wollen mutsje, één wit katoenen mutsje en één sits mutsje.De kraamvrouw kreeg een hemd. Het beddegoed dat uitgedeeld werd bestond uit een laken en in de wintermaanden tevens een wollen: deken. De wollen deken werd slechts bij de eerste en derde of vierde bevalling uitgereikt.Bovendien werd ook brood, rijst, gort, gebrande stroop, koffie en groene zeep uitgereikt. In de winter de dubbele hoeveelheid. Als brandstof ontving het bedeelde gezin in de zomer één ton turf en in de winter twee ton. De levensmiddelen en brandstof werden in de zomer gedurende een week en in de winter gedurende twee weken verstrekt.' (inleiding inventaris)
Vrouwen Kraamvrouwen neutraal Werkt samen met;de Vereniging tot Behartiging der Zedelijke en Stoffelijke belangen der Armen, opgericht in 1842 te Haarlem. Zij bleek in 1851 nog de leverancier van de luiermandjes te zijn. Deze taak werd kennelijk daarna overgenomen door Arbeid Adelt.//Werkt samen met;de Haarlemse afdeling van de Algemeene Nederlandsche Vrouwenvereeniging Arbeid Adelt, vanaf haar oprichting in 1872.-Zes 'dames': Wilhelmina Eva Christina van Tets Goudriaan-Hahn, Petronella Maria Canter Camerling-Heshuijsen, Petronella Catharina van Sypesteyn-Crommelin, Maria Cornelia Kops Goedschalkszn-van Oosten de Bruijn, Johanna Elisabeth Enschedé-Swaving en Johanna Anna van Styrum-van Vollenhoven.
Het bestuur van de Zorgdragende Commissie bestond uit zes dames, die ieder een stadswijk voor hun rekening namen. In 1891 waren dat:
de dames Heshuijsen-Gerlings, baronesse van Styrum-Sandberg, Enschede-Mirandolle, Quarles van Ufford-Teding van Berkhout, C. de Clercq van Weel-van der Lek de Clercq en Q. Hoeufft-van Hengst. Als enige man was er de secretaris: H.M.J. van Lennep.
a'In 1828 verklaarde de koningin (Wilhelmina van Pruisen) zich beschermster van de Zorgdragende Commissie, "niet zozeer om daardoor in eenige betrekking tot dat Genootschap te komen of eenig bestuur of bemoeyenis over hetzelve uit te oefenen, maar alleen tot aanmoediging dezer hoogst lofwaardige philantropieke inrigting."' (inleiding inventaris)
ad doelstelling:
J.F.L. Blankenberg, H.J. de Dompierre de Chaufepié en H. Smissaert, Gids der Nederlandsche Weldadigheid (Amsterdam 1899) 795-6.
De overige gegevens zijn ontleend aan de inventaris van het verenigingsarchief.