Verenigingen voor armenzorg en armoedepreventie in de negentiende eeuw

 
English | Nederlands

Nederlandsche Vereeniging tot het verleenen van hulp aan gekwetste en zieke krijgslieden in tijd van oorlog, Vrouwen-comité 's-Gravenhage van de -,

Naam Nederlandsche Vereeniging tot het verleenen van hulp aan gekwetste en zieke krijgslieden in tijd van oorlog, Vrouwen-comité 's-Gravenhage van de -,
Alternatieve namen
  • Vrouwencomité van het Nederlandsche Roode Kruis (vanaf 1895)
Plaats Den Haag
Provincie Zuid-Holland
Begindatum 1869 (oprichting)
Einddatum 1916 (laatste vermelding)
Levensbeschouwing neutraal
Richtgroep (uitleg)
De groep ten behoeve waarvan de vereniging actief is
Zieken
Leden (uitleg)
De groep waaruit de leden afkomstig zijn
Vrouwen
Werkingsgebied Lokaal
Doelstelling

'het in oefening blijven van de verpleegsters, in de eerste plaats (...) om, bij het uitbreken van een oorlog een zeker aantal in alle opzichten geschikte verpleegsters ten dienste van het Hoofdcomité te kunnen stellen' (Dompièrre de Chaufepié)

Activiteit

'Zoo is tot de zoo volledig mogelijke bereiking van dit doel de Inrichting beschikbaar tot opneming van lijders en lijderessen die eene heelkundige behandeling moeten ondergaan alsmede van interne ziekten. (...) Behalve in de kliniek verleenden de zusters hare hulp in de particuliere verpleging'. (Dompièrre de Chaufepié e.a.)

'In het lokaal Balistraat wordt driemaal in de week een kliniek voor wondverpleging van onvermogenden gehouden, bovendien worden bij ziekte de armen in de (burgerlijke) wijk om de Balistraat geholpen, terwijl de geneesmiddelen uit de gemeente-apotheek mogen worden verschaft.

Bij voorkomende epidemiën en ziekten worden zusters ter verpleging, ook van minvermogenden, uitgezonden.' (Blankenberg)

 

Neemt deel aan

het (mannen-)Comité te 's Gravenhage, tot hulp aan gekwetste en zieke krijgslieden in tijd van oorlog, eveneens opgericht in 1869.

Beschermheren -of vrouwen

koningin Emma

Bestuursleden

Vrouwencomité:

Ere-presidente: douairière N. van Willes, geb. Janse van Zoutelande en Werendijcke in 1900 en 1902.

Voorzitster/presidente: mevr. de douairière van der Oudermeulen in 1870, 1872, mevr. van Wickevoort Crommelin geb. baronesse Lewe van Middelstum in 1880, mevr. L. Loudon, geb. de Stuers in 1883, douairière N. van Willes, geb. Janse van Zoutelande en Werendijcke in 1893, 1894, gr. van Randwijck, geb. baronesse van Hogendorp in 1900 en 1902.

Secretaresse: jonkvrouwe L. van Randwijck in 1870, 1872, jonkvrouwe A. van Vredenburch in 1880, graaf van Randwijck, geb. van Hogendorp in 1883, mej. G. Beynen in 1893, 1894, mevr. douairière Labouchère, geb. baronesse v. Hardenbroek in 1900, niet vermeld in 1902.

Thesaurière/penningmeester: mevr. van Karnebeek, jonkvr. baronesse E. van Zuijlen van Nyevelt in 1883, baronesse van Welderen Rengers, geb. gr. Worbert van Wassenaar in 1893, 1894, mevr. Hora Siccama in 1900 en 1902.

Overige bestuursleden: jonkvr. Klerck, jonkvr. Beelaerts van Blokland, jonkvr. van Weede in 1900 en 1902.

Eigen gebouw (adres)

Opleiding voor verpleging en polikliniek(jes) in de Korte Houtstraat, Prinsengracht no 31, een huis naast de Nieuwe Kerk aan het Spui en tenslotte Het Tehuis voor pleegzusters in de Balistraat 63.

Met machtiging van Wilhelmina werd door het hoofdcomité in 1916 het tot dan door hen bewoonde Pageshuis aan het Vrouwencomité van het Rode Kruis overgedragen en kreeg ook het mannencomité daarin enkele lokalen tot haar beschikking. (Verspyck)

Koninklijk Besluit 13 november 1891 (wijziging der statuten); 1899
Verantwoording gegevens

Ph. Falkenburg, Armenzorg in Nederland 3e deel: Gemeente 's-Gravenhage (Amsterdam 1897) 409. (In opdracht der Vereeniging voor de staatshuishoudkunde en de statistiek bewerkt door Ph.F).

ad bestuursleden:

's-Gravenhaagsche stads- en residentie-almanak voor 1870, 1872, 1880, 1883, 1893, 1894, 1900 en 1902.

ad doelstelling en activiteit:

H.J. Dompièrre de Chaufepié, H. Smissaert en J.F.L. Blankenberg (reds.), Tijdschrift voor Armenzorg, 3e jrg. (1902) 124.

ad Koninklijk Besluit:

Register van de Staatscourant 1891, 1899.

ad activiteit:

J.F.L. Blankenberg,  H.J. de Dompierre de Chaufepié en H. Smissaert, Gids der Nederlandsche Weldadigheid (Amsterdam 1899) 737.

Opmerkingen

ad laatste vermelding als apart comité binnen de Rode Kruisorganisatie:

Het vrouwen-comité verkreeg in 1916 in elk geval nog een nieuwe verenigingslokatie. (zie eigen gebouw)

ad activiteit:

In 1869 volgden ongeveer zes vrouwen uit de burger- en werkende stand, met enkele leden van het vrouwencomité een verpleegcursus, aanvangend met 'wondverpleging', aanvankelijk in een primitief polikliniekje in een achterkamertje in de Korte Houtstraat. In 1891 betrok men na diverse verhuizingen het pand Balistraat 63 waar men kon spreken van 'een kleine inrichting'. Gewonde behoeftigen konden zich hier drie maal per week melden voor behandeling door arts of verpleegkundige; kosteloos werden rustbedden e.a. middelen uitgeleend. In 1896 werden 190 patiënten ingeschreven en 1240 consulten gegeven.

Jongedames ontvingen er onderwijs in de verbandleer om daarna in de polikliniek werkzaam te zijn. Vanaf 1897 besloot het Comité de verpleegopleiding niet langer zelf te doen. Het vrouwencomité financierde met een voorschot de bouw van de Rode Kruiskliniek in de Jan van Nassaustraaat 112, dat door beschermvrouwe, koningin Emma werd geopend op 20 feb. 1901. (Falkenburg)

ad richtgroep:

krijgsgevangen gemaakte, zieke en gewonde militairen; in vredestijd, zieken en gewonden.