Verenigingen voor armenzorg en armoedepreventie in de negentiende eeuw

'de armoede te verminderen en het zedelijk peil der armen te verhogen'

Het verschaffen van werk gedurende de wintermaanden. Dat werk bestond uit allerlei klussen buitenshuis, alsmede mattenmaken, touwpluizen en keienkloppen; na medio 1896 het verschaffen van dergelijke werkaamheden in de werkinrichting van de vereeniging.

'De werkzaamheden bestaan in touw pluizen, hout zagen, het maken van vuuraanmakers, macadam kloppen en het ophalen, sorteeren en inpakken van oud papier', uit: 'Verslag over de verrichtingen aangaande het armbestuur' over 1924-1925, op 9 april 1925 door de minster van Binnenlandse Zaken aangeboden aan de voorzitter van de Tweede Kamer. Zie Handel. TK, 1924-1925 Bijl. E 362, 1 en 2.

Jhr. Carolus Justus Lewe van Aduard, destijds burgemeester van Steenwijk.

Het eerste bestuur werd gevormd door jhr. C.J. Lewe van Aduard, voorzitter en de heren F. Aberson, G. Brouwer, J.H. Tromp Meesters en J. Scheltinga.

In 1896: een eigen werkinrichting in een pand aan het Steenwijkerdiep te Steenwijk.

ad Koninklijk Besluit:

Register van de Staatscourant van 1897

ad eerste vermelding:

ontleend aan de archiefbeschrijving.

overige gegevens ontleend aanL

Tj.J. Lanting, 'Vereniging tot bestrijding van de bedelarij te Steenwijk (1893-1951)' in: Historische mededelingen. Officieel orgaan van de Historische Vereeniging Steenwijk en Omstreken 8e jrg. (1991) nr. 4, 135-141.

ad activiteiten:

In 1897 bedroeg het aantal werkers al 83 en het steeg in de jaren 1900-1905 tot ruim 100.

ad leden:

bij de oprichting werden 49 mensen lid voor f. 1 contributie per jaar.

inkomsten:

contributie van leden en giften van leden en welgestelden; zo b.v. van bestuurder Salco Tromp Meesters, die de bouw van de werkinrichting bekostigde.