Verenigingen voor armenzorg en armoedepreventie in de negentiende eeuw

 
English | Nederlands

Maatschappij tot Nut van 't Algemeen

Naam Maatschappij tot Nut van 't Algemeen
Opmerkingen over naam Bij de oprichting gevestigd te Edam als Genootschap van Konsten en Wetenschappen, onder de zinspreuk: Tot Nut van 't Algemeen;. Bij de zetelverplaatsing van het hoofdbestuur van Edam naar Amsterdam in 1785 werd het: Maatschappij: tot Nut van 't Algemeen. In 1790 verviel de dubbele punt.
Plaats Amsterdam
Provincie Noord-Holland
Begindatum 16 november 1784 (oprichting)
Einddatum
Levensbeschouwing neutraal
Richtgroep (uitleg)
De groep ten behoeve waarvan de vereniging actief is
Ambachtslieden, Armen algemeen, Verwaarloosde kinderen, Werklozen
Leden (uitleg)
De groep waaruit de leden afkomstig zijn
Mannen
Werkingsgebied Landelijk
Doelstelling

In 1784: de ontwikkeling van de onderontwikkelden en armen, door personen (de leden) die door hun ontwikkeling en door hun geld in staat zijn de anderen te helpen en wel door middel van het uitgeven van eenvoudige boeken bestemd voor de minder ontwikkelden en door verbetering van het onderwijs.

Activiteit

Op het gebied van de armenzorg:

het oprichten en in stand houden van inrichtingen voor preventieve gezondheidszorg: b.v. koepok-inenting, voor spijsuitdeling en werkverschaffing;

het ontwikkelen van initiatieven op het gebied van de zorg voor verwaarloosde kinderen, zoals ook nog in 1896 geschiedde door de benoeming van een onderzoekscommissie van 5 hoofdbestuursleden van het Nut die in 1898 het rapport Het vraagstuk van de verzorging der verwaarloosde kinderen uitbracht dat de aanzet gaf tot de oprichting van de Nederlandsche Bond tot Kinderbescherming in 1899.

Het onderzoeken van en rapporteren over het 'Het vraagstuk der armverzorging' in het algemeen (in 1895).

Het bestrijden van het vraagstuk van de woeker door het stimuleren van de oprichting van hulp- of voorschotbanken. 'In 1867 telde ons land 43 hulpbanken, waarvan een twintigtal van departementen uitging.' (Mijnhardt/Wichers, 60)

 

De departementen waren geheel vrij in de organisatie van de eigen activiteiten en huishouding, op een verplichte afdracht - naar evenredigheid van het aantal leden - aan het hoofdbestuur na.

Heeft als afdeling(en)

departementen in het gehele Koninkrijk. Het eerste departement was Amsterdam, spoedig 'Amsterdamsch eerste departement geheten' op 2 april 1785. Op 9 april 1790 volgde in deze stad de oprichting van een tweede departement omdat er geen locatie te vinden was waar met de toegestroomde leden gezamelijke activiteiten ontplooid konden worden. Meer dan één departement kwam verder niet voor.

Nog in 1785 volgden de departementen te Bodengraven, Rotterdam, Woerden West-Zaandam en te Oostzaan. In 1786 te Leiden, in 1787 te Alkmaar, Utrecht en Gouda. Tussen 1787 (zetelverplaatsing van het hoofdbestuur) en 1795 kwamen nog 'een dertigtal afdelingen tot stand (o.a. Leeuwarden) en liep het aantal leden op tot 2400.

Calisch vermeldt 'thans [augustus 1851] 294 departementen of afdeelingen, in even zoo veel plaatsen, en 14072 leden' (p. 126).

Oprichters

Jan Nieuwenhuijzen, doopsgezind predikant te Edam, diens zoon Martinus Nieuwenhuijzen, arts aldaar, Jan Roos, opziener van 's lands zegel, J.L. Loggen, Luthers predikant te Monnickendam en H. Bakker.

Eigen gebouw (adres)

'Het lokaal der maatschappij', was, aldus Calisch, Kloveniersburgwal nr. 60 te Amsterdam.

Vergaderplaats

Calisch in 1851: 'Het hoofdbestuur vergadert op bepaalde tijden in het lokaal der maatschappij, Kloveniersburgwal nr. 60, tevens woning van den algemeenen secretaris' (127-128).

Verantwoording gegevens

P.N. Helsloot, 'De Nutsbeweging. Een geschiedenis van 200 jaar volksontwikkeling' in: W.W. Mijnhardt en A.J. Wichers (reds.), Om het Algemeen Volksgeluk. Twee eeuwen particulier initiatief 1784-1984. Gedenkboek ter gelegenheid van het tweehonderdjarig bestaan van de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen (Edam 1984). Uitgave van het Nut.

Deel 3 van dit gedenkboek bevat zeer uitvoerige documentatie met betrekking tot ledentallen, departementen en hoofdbestuurleden, nutssecretarissen.

Voorts bevat het de paragrafen:

Archieven van de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen (n.b. uit 1984, dus waarschijnlijk verouderd)

Bibliografie van werken uitgegeven door de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen

en

Literatuur verschenen over de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen 

N.S. Calisch, Liefdadigheid te Amsterdam. Overzicht van al hetgeen er in Amsterdam wordt verrigt, ter bevordering van de stoffelijke, zedelijke en godsdienstige belangen, voornamelijk der minvermogenden en behoeftigen (Amsterdam 1851) 126-131. Uit echte bronnen bijeengebracht door [NSC]

ad einddatum:

Geen, de vereniging bestaat nog. Zij telt op dit moment ongeveer 100 plaatselijke departementen met in totaal ruim 10.000 leden. Zie de Wegwijzer voor Nutsdepartementen en -districten van de Vereniging Maatschappij tot Nut van 't Algemeen: http://www.nutalgemeen.nl/pdf/wegwijzer.pdf

Opmerkingen

ad levensbeschouwing:

neutraal met een protestantse inslag die in de loop der tijd minder dominant werd.

ad leden:

mannen, zonder dat vrouwen expliciet werden uitgesloten, ze waren gewoon geen lid. Mijnhardt schrijft over het jaar 1864: 'Aan het afzonderlijk lidmaatschap van de vrouw werd toen nog helemaal niet gedacht. Dat komt pas weer 35 jaar later.' En n.a.v. een foto d.d. 5 oktober 1907: 'Op de foto zijn ook twee vrouwelijke leden van het hoofdbestuur te zien, een bewijs dat in de mannenmaatschappij van het Nut sinds circa 1900 eindelijk de vrouw haar plaats had in genomen. (....) Het eerste vrouwelijke lid van het hoofdbestuur was mejuffouw Johanna ter Meulen (sinds 1901, zij was een van de eerste woningopzichteressen).' (Mijnhardt/Wichers 65, 113)

ad bestuur:

Het hoofdbestuur had bij zijn aantreden een niet-uitgesproken maar onmiskenbare patriotse inslag, die het al in 1787 noopte zijn zetel van het Oranjegezinde Edam naar het vrijere Amsterdam te verplaatsen.

Het was zijn taak de besluiten van de algemeene vergadering, die als een ware wetgevende vergadering werd beschouwd en die vanaf dat jaar (1787) in Amsterdam plaats vond, uit te voeren.

De afgevaardigden van de departementen kozen de leden van het hoofdbestuur 'uit eene nominatie voorgedragen door een der beide Amsterdamse departementen.'  (Calisch 127)

 

Hoewel niet opgericht als een filantropische instelling (zoals later wel de Maatschappij van Weldadigheid, waarvan veel leden tevens lid van het Nut waren) is de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen toch opgenomen in de database, omdat het als instelling vooral vanaf het midden van 19e eeuw veel heeft betekent voor de maatschappelijke reflectie op het probleem van de armoede, verwaarlozing, drankmisbruik in al zijn gevolgen. De Maatschappij stimuleerde in hoge mate de inspanningen, gedaan om deze problemen het hoofd te bieden.

Van de Nutsafdelingen worden alleen die departementen die zich daadwerkelijk met enige vorm van armenzorg bezighielden in een apart formulier ondergebracht. Zoals een overzicht van de bestaande instellingen in 1934 laat zien, zijn dat vooral inrichtingen voor preventieve gezondheidszorg (b.v. koepok-inenting), spijsuitdeling en werkverschaffing.

Gratis opleiding tot enig beroep of ambacht of de kinder'bewaring' om moeders kans te geven te werken zijn door ons (enigzins anachronistisch, maar begrenzing ís nodig) in de categorie scholing en onderwijs i.p.v. armenzorg ondergebracht.

Ook zijn de zelfzorg-activiteiten van het Nut (ziekenfondsen, leen- of spaarbanken en andere vormen van activering van voordeelbiedende samenwerking) buiten de armenzorg  gelaten, alsmede de omvangrijke inspanning tussen 1800 en 1887 om door middel van 'het belonen van goede daden' (wat in de praktijk vooral op het het redden van drenkelingen neerkwam) dit reddingswerk te stimuleren. Ook dit beschouwde de 19e eeuwer wel, maar wij niet meer als filantropische activiteit.

Inkomsten:

De verplichte afdracht - naar evenredigheid van het aantal leden - aan het hoofdbestuur (Volgens Calisch in 1851 op p. 127 'in de jongst verloopen jaren zelden meer dan f. 2,25 per lid);

contributies en giften legaten.

 

ad publicaties van de vereniging:

te raadplegen in o.a. de Koninklijke Bibliotheek.

Archief

Het achief van de 'Maatschappij tot Nut van het Algemeen 1784-1970, 1974, met aanvullingen in 1982 en 1993' wordt onder toegangsnummer 211 bewaard in het Stadsarchief Amsterdam.

Toon archiefinfo
Verberg archiefinfo

Naam archiefbewaarplaats Stadsarchief Amsterdam
Naam collectie Maatschappij tot Nut van het Algemeen 1784-1970, 1974, met aavullingen in 1982 en 1993.
Beheersnummer 211
Toegang inventaris
Openbaarheid beperkte openbaarheid
Omvang 109 m.
Statuten ja

'Ingekomen reglementen, wetten en statuten der departementen en districten van diverse data (...)'

 

Reglementen ja

bij het Nut vaak 'wetten' genoemd.

Vele versies, want om de 10 jaar werden de reglementen opnieuw tegen het licht gehouden. De dossiers nummers 1202-1212 bevatten reglementen over de periode 1786-1905, bij voorbeeld:

inv. nr. 1202: Wetten des genootschaps Tot Nut Van ' t Algemeen 1786. Wetten der Maatschappij Tot Nut Van ' t Algemeen 1788.  Reglement voor de Hoofdbestuurders der Maatschappij Tot Nut Van ' t Algemeen 1789. - Huishoudelijke wetten voor de vergadering, 1 deel;

inv. nr. 1202 a: Wet der Maatschappij 1791

inv. nr. 1203: Wetten der Maatschappij met de bijvoegsels en veranderingen op en in de wetten, 1834 1 deel,

etc.

Ledenlijsten ja

de dossiers nummers 1213-1221 bevatten de 'naamlijsten der hoofdbestuurders, der departementsbestuurders en leden, 9 delen 1789 - 1806'

nr. 1222: 'Naamlijsten der hoofdbestuurders, 1 omslag 1784 - 1921',

nr. 1223: 'Naamlijsten van de voorzitters der Algemene vergaderingen, 1 omslag 1786 - 1915'.

Notulen ja

Handelingen, besluiten en notulen van de vergaderingen van het hoofdbestuur, van de Financiële commisie, (met hiaten), bijvoorbeeld: 'Handelingen der algemene vergaderingen van de Maatschappij Tot Nut van 't Algemeen, 3 delen 1786-1809' en 'Handelingen der Algemene vergaderingen van de Maatschappij Tot Nut Van 't Algemeen, 13 delen en 2 port 1785-1885.

Ook verslagen/notulen van veel departements-en districtsarchieven die zich in het archief van het hoofdbestuur bevinden.

Jaarverslagen ja

Ingekomen jaarverslagen der departementen en districten 37 port circa 1885-circa 1945

Enige jaarverslagen der gemengde commissie met hiaten, 1 omslag 1892 - 1907

Jaarboeken der Maatschappij Tot Nut Van ' t Algemeen,  2 delen en 1 port 1852-1884

Audio-visuele elementen ja
Correspondentie ja

Ingekomen stukken bij het Hoofdbestuur van de Maatschappij Tot Nut van 't Algemeen 34 delen 1784 - 1819

Ingekomen stukken van bijzondere aard 13 omslagen 1864 - 1952

Kopieboeken van uitgaande stukken van het Hoofdbestuur der Maatschappij Tot Nut Van ' t Algemeen 35 delen 1784 - 1916

Financiële stukken ja

Kopieboeken der uitgaande stukken van het Hoofdbestuur der Maatschappij Tot Nut van ' t Algemeen betreffende antwoorden op subsidie-aanvragen der departementen 3 delen met alfabetische klapper 1859 - 1881

Stukken tot de rekening en andere kasstukken, 1 omslag

Kasboek van het schoolfonds 1 deel, 1890 - 1892

Stukken betreffende de effecten van het fonds, 1851 - 1891

Stukken tot de rekening 1854 - 1891

Kasboek 1824-1892

inv. nrs. 1228 - 1230 Financiën. Kasboeken 1787 - 1944 3 delen
1837-1937 oontbreekt.

inv. nrs. 1234 - 1238 Rekening van ontvangsten en uitgaven 1788 - 1886 3 delen en 2 omslagen

 

Overige stukken ja

Circulaires, rapporten, studies, stukken betreffende jubilea-vieringen,  het onderwijs, zo b.v. betreffende  de 'Kweekschool voor Onderwijzeressen te Arnhem 1862-1872, en de 'Kweekschool voor Bewaarschoolhouderessen te Utrecht' 1883-1889

Voorts stukken betreffende b.v.

het Huisduinerfonds ('ten behoeve der nagelaten betrekkingen van de verongelukte Huisduiners bij een reddingspoging 5 omslagen en 1 deel 1825 - 1910'),

uitkeringen aan de nagelaten betrekkingen (1831 - 1880), 

Voorts bevat het archief van het hoofdbestuur de archieven van de opgeheven departementen, b.v. 'Waterland: Notulen van de vergaderingen van het departement Waterland, 4 delen 1826 - 1935

Opmerkingen algemeen

In de inleiding van de inventaris wordt de aandacht erop gevestigd dat 'vele verslagen van ontbrekende archiefstukken, zoals bijvoorbeeld: handelingen en besluiten der algemene vergaderingen, punten ter beschrijving voor de algemene vergaderingen, jaarverslagen, diverse verslagen van commissies, verslagen van de Reizende keuken, enz. enz., zich bevinden in de door de Maatschappij uitgegeven werken of mededelingen, zie inhoudsopgave achteraan. Tevens wordt hierbij opgemerkt dat vele belangrijke stukken van departementen, spaarbanken en commissies opgenomen zijn in de bijlagen der handelingen en besluiten van het Hoofdbestuur.
Vele stukken betreffende aanvragen van subsidies voor departementale bibliotheken en scholen of voor pensioenering van bewaarschoolpersoneel zijn opgenomen in de ingekomen stukken der departementen.

Het archief bevat tevens de archieven van de opgeheven departementen, b.v.: 'Hattem: Notulen van de vergaderingen van het departement Hattem, met jaarverslagen, 3 delen, 1819 - 1849



Literatuur


Toon literatuur over de vereniging

Literatuur over de vereniging


Verberg literatuur over de vereniging
  • Mijnhardt, W.W. en A.J. Wichers (reds.), Om het Algemeen Volksgeluk. Twee eeuwen particulier initiatief 1784-1984. Gedenkboek ter gelegenheid van het tweehonderdjarig bestaan van de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen (Edam 1984).

Toon publicaties van de vereniging

Publicaties van de vereniging


Verberg publicaties van de vereniging
  • Huizinga, J. e.a. (reds.), Gedenkboek: Maatschappij tot Nut van 't Algemeen, 1784-1934 (Amsterdam 1934).
  • Levy, mr. J.A., P.H. Hugenholz jr., Jhr. mr. A.J. Rethaan Macaré (bewerkers) en Th. Nolen (rapporteur), Het vraagstuk van de verzorging der verwaarloosde kinderen, in opdracht van de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen (Amsterdam 1898).