Verenigingen voor armenzorg en armoedepreventie in de negentiende eeuw

 
English | Nederlands

Vereeniging tot oprigting en instandhouding van het Werkhuis te Wormerveer

Naam Vereeniging tot oprigting en instandhouding van het Werkhuis te Wormerveer
Plaats Wormerveer
Provincie Noord-Holland
Begindatum 1869 (oprichting)
Einddatum 1899 (laatste vermelding)
Levensbeschouwing neutraal
Richtgroep (uitleg)
De groep ten behoeve waarvan de vereniging actief is
Armen algemeen, Werklozen
Werkingsgebied Lokaal
Doelstelling

de oprigting en instandhouding van een Werkhuis bestemd tot het opnemen gedurende den dag van alle behoeftige inwoners der gemeente Wormerveer (Goossens)

'om een verbetering aan te brengen in het armwezen te Wormerveer en om tegelijk een einde te maken aan het onverstandig bedeelen, dat hier in zwang was' (Methorst 147)

Activiteit

Het instandhouden van een werkinrichting waar zonodig het hele jaar werk verschaft werd aan 'Mannen en met hen hunne vrouwen en kinderen; weduwen met hare kinderen, en ongehuwde personen boven 15 jaar'. (Art. 23 Regl.)

Degenen die zich meldden verrichtten

a. Loonwerk; d.i. werk dat tegen betaling van arbeidsloon voor anderen in het werkhuis wordt verricht.

b. Eigen fabricaat; d.i. het bearbeiden van goederen welke voor rekening van de inrichting aangekocht en verkocht worden.

c. Dienstbetoon; d.i. het doen van boodschappen en het verrichten van huiselijk werk enz. buiten de inrichting, ten dienste van particulieren. (Methorst 148)

'Het "loonwerk",  bestaande uit erwten en boonen lezen, heeft zich vanaf het begin weten te handhaven en wordt nu [1895] nog verricht.' Evenmin als in Zaaandam gold dit voor het breien, spinnen, touwpluizen etc.

Van de categorie eigen fabricaat had alleen het 'zagen van kachelblokjes' succes.

Het dienstbetoon is 'door de ongeschiktheid en ruwheid der behoeftigen allerjammerlijkst mislukt'.

Eigen gebouw (adres)

De werkinrichting bestond uit een aantal gebouwen 'staande op het Sluispad' te Wormerveer; de eerste jaren na de opening op 8 november 1869 werden deze gehuurd, maar daarna aangekocht.

Koninklijk Besluit 12 januari 1870 nr. 6
Staatscourant

4 februari 1870

Goossens van Eyndhove nr. (uitleg)
Het nummer waaronder de vereniging is opgenomen in: A.E.G. Goossens van Eyndhove, De vereenigingen erkend krachtens de wet van 22 april 1855 (Stbl. 32) (Den Haag 1891). Dit repertorium bevat alle verenigingen die tussen 1855 en 1890 erkenning hadden gekregen krachtens de Wet op de Vereniging van 1855. Goossens van Eyndhove stelde het repertorium samen op basis van de Staatscourant, waarin de statuten van alle erkende verenigingen gepubliceerd werden. Hij nam daaruit op: de naam van de vereniging, de plaats van vestiging, de doelstelling, de datum en het nummer van het Koninklijk Besluit en de datum van de Staatscourant waarin de statuten afgedrukt stonden.
3318
Verantwoording gegevens

H.W. Methorst, Werkinrichtingen voor behoeftigen (Diss. Utrecht 1895) 147-150.

Diens Bronnen: 'Verslagen van 1870 tot en met 1894. Statuten van 12 Jan. 1870 en Huishoudelijk Reglement van 1 Aug. 1878. Mededeelingen van het bestuur.'

ad laatste vermelding:

ontleend aan J.F.L. Blankenberg, H.J. de Dompierre de Chaufepié en H. Smissaert, Gids der Nederlandsche Weldadigheid (Amsterdam 1899) 574 en 882.

Opmerkingen

Als tegenprestatie voor de arbeid werd voeding en enig loon gegeven; elke werkzaamheid had zijn eigen tarief.

Om voedsel en grondstoffen te kunnen kopen waren behalve de opbrengst van de verkoop van de eigen produkten jaarlijkse bijdragen van particulieren en van de gemeente nodig. Ooit bedroegen deze resp. f. 2300 en f. 1000, maar in 1895 is dat geslonken tot resp. f. 872 en f. 500. 

Het Wormerveerse werkhuis vroeg en kreeg (i.t.t. dat in Zaandam) gemeentelijke subsidie.



Literatuur


Toon publicaties van de vereniging

Publicaties van de vereniging


Verberg publicaties van de vereniging
  • Jaarverslag van het Werkhuis te Wormerveer (Wormerveer 1871-1873).