Verenigingen voor armenzorg en armoedepreventie in de negentiende eeuw

 
English | Nederlands

Vereeniging "Weldadigheidsfonds op initiatief van den Opperrabbijn door diamantwerkers opgericht"

Naam Vereeniging "Weldadigheidsfonds op initiatief van den Opperrabbijn door diamantwerkers opgericht"
Alternatieve namen
  • "Weldadigheidsfonds" (gangbare verkorte naam)
Plaats Amsterdam
Provincie Noord-Holland
Begindatum 1875 (eerste vermelding)
Einddatum 1943 (laatste vermelding)
Levensbeschouwing joods
Richtgroep (uitleg)
De groep ten behoeve waarvan de vereniging actief is
Armen algemeen, Werklozen
Werkingsgebied Lokaal
Doelstelling

behoeftigen die het waardig zijn en te Amsterdam woonachtig zijn, op eene kiesche en practische wijze stoffelijk te ondersteunen (Goossens)

Activiteit

'1 het verstrekken van een tijdelijken onderstand' en

2. het verstrekken van een renteloos voorschot. (Blankenberg)

 

'[Een] Permanente Commissie wordt gekozen, die het dagelijksch beheer voert en op alle aanvragen om hulp beslist, op advies van die bestuursleden, die belast zijn met het onderzoek naar de behoefte van den aanvrager. (...) Die ondersteuning wordt verleend als tijdelijke subsidie of als renteloos voorschot, met twee borgen.' (Blankenberg)

Oprichters

De opperrabijn van de Joodse Gemeente te Amsterdam, dr. J.H. Dünner. (Tijdschrift)

Koninklijk Besluit 15 december 1875 nr. 30, 4 september 1877 nr. 22 en 31 mei 1878 nr. 39 .
Staatscourant

16/17-01-1876, 16/17-09-1877, 05-07-1878.

Goossens van Eyndhove nr. (uitleg)
Het nummer waaronder de vereniging is opgenomen in: A.E.G. Goossens van Eyndhove, De vereenigingen erkend krachtens de wet van 22 april 1855 (Stbl. 32) (Den Haag 1891). Dit repertorium bevat alle verenigingen die tussen 1855 en 1890 erkenning hadden gekregen krachtens de Wet op de Vereniging van 1855. Goossens van Eyndhove stelde het repertorium samen op basis van de Staatscourant, waarin de statuten van alle erkende verenigingen gepubliceerd werden. Hij nam daaruit op: de naam van de vereniging, de plaats van vestiging, de doelstelling, de datum en het nummer van het Koninklijk Besluit en de datum van de Staatscourant waarin de statuten afgedrukt stonden.
249
Verantwoording gegevens

J.F.L. Blankenberg, H.J. de Dompierre de Chaufepié en H. Smissaert, Gids der Nederlandsche Weldadigheid (Amsterdam 1899) 393-394.

H.J. Dompièrre de Chaufepié, H. Smissaert en J.F.L. Blankenberg (reds.),Tijdschrift voor Armenzorg, 3e jng. (1902) 28, 29.

ad laatste vermelding:

ontleend aan de archiefgegevens.

Opmerkingen

Het hoogste bedrag aan subsidie of voorschot aan één en denzelfden persoon of aan één en hetzelfde huisgezin toe te kennen, wordt jaarlijks door het Bestuur voor het geheele Vereenigingsjaar bepaald.' (Blankenberg)

ad activiteit en uitgaven:

'In het eerste jaar [1875] werden 138 personen geholpen en 97 aanvragers afgewezen, wel een bewijs dat er veel misbruik der weldadigheid gemaakt werd door behoeftige Israëlieten'. (Tijdschrift). Blankenberg vermeldt evenwel de ondersteuning geschiedt 'zonder onderscheid tusschen belijders van welke godsdienst ook.'

De aard van de liefdadigheid veranderde in de loop van de tijd: 'in den aanvang vooral het verschaffen van beddegoed en het betalen van de huishuur - van dit laatste is men geheel teruggekomen.' (T.a.p.)

Uitgegeven werd  gemiddeld per jaar f. 8000, aan subsidiën te zamen [i.e. van 1875-1900]: f. 201939,79½ aan 11651 personen; een groot deel dier gelden werd terugbetaald en wel in de 25 jaar f.143257,97½.' (T.a.p.)

 

leden en inkomsten:

'Het ledental breidde zich allengs uit en ook financieel kwam er vooruitgang: een liefdadigheidsloterij in 1878 gehouden, bracht een kapitaal van f. 8000.' (T.a.p.)

Archief

Archiefstukken m.b.t. de Vereeniging "Weldadigheidsfonds" en het "Esther Davidson Kringfonds" over de periode 1924 - 1943 bevinden zich in de rubriek Documentatie in het archief van de Sociale Raad en rechtsvoorgangers dat onder nr. 400 wordt bewaard in het Stadsarchief Amsterdam.