Verenigingen voor armenzorg en armoedepreventie in de negentiende eeuw

 
English | Nederlands

Vereeniging Reisbelasting

Naam Vereeniging Reisbelasting
Plaats Utrecht
Provincie Utrecht
Begindatum 1888 (oprichting)
Einddatum 1950 (laatste vermelding)
Levensbeschouwing neutraal
Richtgroep (uitleg)
De groep ten behoeve waarvan de vereniging actief is
Zieken
Leden (uitleg)
De groep waaruit de leden afkomstig zijn
Vrouwen
Werkingsgebied Landelijk
Doelstelling

enige weken verblijf in de buitenlucht te bezorgen aan minvermogenden van elke gezindte, in eerste plaats kostwinners, die dit tot herstel van gezondheid dringend nodig hebben

Activiteit

De vereniging zendt liefst volwassen, herstel-behoevende personen voor vier weken of langer 'naar buiten' gedurende de periode van april tot oktober. Een doktersverklaring omtrent de toestand van de behoeftige in kwestie is vereist. De duur van de verblijf 'buiten' is 5 weken, zo nodig te verlengen.

Heeft als afdeling(en)

die te Rotterdam, opgericht in 1892, te Amsterdam, Den Haag. Voorts had de vereniging verspreid over het gehele land sub-comités die geld inzamelden.

Oprichters

Mevr. A.C. Voorhoeve, Mevr. J.P. van Rossum en Mej. A.G. Elink Schuurman (Tijdschrift)

Bestuursleden

'Het hoofdcomité is te Utrecht gevestigd, bestaande uit 6 dames (...)'. (Blankenberg)

Koninklijk Besluit 14 januari 1892
Verantwoording gegevens

gegevens, inclusief de laatste vermelding, ontleend aan de inleiding van de inventaris van het archief van de afdeling Rotterdam;

ad eerste vermelding:

J.T.H.C. van Ebbenhorst Tengbergen en J. Alblas, Liefdadige en andere nuttige instellingen te Utrecht. Bijdrage tot de geschiedenis der weldadigheid (Utrecht 1895) 114.

ad Koninklijk Besluit:

Register van de Staatscourant van 1892.

ad activiteit en inkomsten:

H.J. Dompièrre de Chaufepié, H. Smissaert en J.F.L. Blankenberg (reds.), Tijdschrift voor Armenzorg, 1e jrg. (1900) 79-80.

ad activiteit, relaties en opmerkingen:

J.F.L. Blankenberg, H.J. de Dompierre de Chaufepié en H. Smissaert, Gids der Nederlandsche Weldadigheid (Amsterdam 1899) 715.

Opmerkingen

ad leden:

De vereniging is opgericht door vrouwen en uit de dossierbeschrijving 'Financïële jaarverslagen van de penningmeesteresse der afdeling Rotterdam, 1920-1950' kan men afleiden dat vrouwen bestuursfuncties bleven vervullen. Om vast te kunnen stellen of ook alléén vrouwen lid van de vereniging konden worden is archiefstudie vereist.

ad relaties:

'In verschillende steden zijn sub-comités, op het oogenblik 17 in getal, bestaande uit 59 dames (...)'.  (Blankenberg)

De gegevens van deze sub-comitées en het ingekomen geld werden naar Utrecht opgezonden, waar het Hoofdbestuur besliste over de uitzending der patiënten. Vanaf 1899 mochten comités voor elke opgehaalde f. 45 één persoon aanwijzen om naar buiten gezonden te worden.

Vanaf 1904 werkten de afdelingen in de drie grote steden zelfstandig, maar met het hoofdbestuur bleef een band bestaan. (Tijdschrift)

inkomsten:

De vereniging verzocht 'aan wie voor gezondheid of genoegen op reis gaan, een gulden of meer van hun reisgeld te willen afstaan'. (Tijdschrift en Van Ebbenhorst)

ad activiteit:

In het vereenigingsjaar 1899-1900 werden '248 personen uitgezonden (77 meer als in 1898), 201 vrouwen en 47 mannen waren onder de uitgezondenen. De plaatsingen waren in het badhuis voor minvermogenden te Zantvoort, op Heideheuvel te Hilversum, Rusthof en Bethanië te Zeist, het Kleine Loo te Driebergen en in het Herstellingsoord te Laag-Soeren. Ook in gezinnen werden personen ondergebracht, maar hier had men vaak met moeilijkheden te kampen.' (Tijdschrift)

ad einddatum:

'Thans bestaat alleen nog het Hoofdbestuur te Utrecht en de sub-commissie te 's-Gravenhage' (inleiding inventaris van het archief van de afdeling Rotterdam, waarin wordt vermeld dat deze in 1950 werd opgeheven. 'Thans' is dus na 1950.

Archief

In het archief van de afdeling Rotterdam (na 1904 zelfstandige een vereniging) van de Vereeniging Reisbelasting dat onder toegangsnummer 383 wordt bewaard in het Gemeentearchief Rotterdam bevinden zich:

'Jaarverslagen van het Hoofdbestuur te Utrecht over 1889-1911' en het dossier: 'Permissies tot plaatsing van busjes van de vereniging z.j.'.