Verenigingen voor armenzorg en armoedepreventie in de negentiende eeuw

 
English | Nederlands

Nationale Christen-Geheelonthouders Vereeniging, afdeling Rotterdam

Naam Nationale Christen-Geheelonthouders Vereeniging, afdeling Rotterdam
Opmerkingen over naam Veelal afgekort tot NCGOV; tussenstreepje(s) word(t)en op diverse wijzen geplaatst
Plaats Rotterdam
Provincie Zuid-Holland
Begindatum 14 november 1888 (oprichting)
Einddatum 1954 (laatste vermelding)
Levensbeschouwing protestants
Richtgroep (uitleg)
De groep ten behoeve waarvan de vereniging actief is
Alcoholisten
Leden (uitleg)
De groep waaruit de leden afkomstig zijn
Mannen en vrouwen
Werkingsgebied Lokaal
Doelstelling

Art. 1. Het doel der vereeniging is, onder den drang der liefde van Christus, overeenkomstig de roeping der Christelijke gemeente den strijd te voeren tegen de heerschende drinkgewoonten, in welke een der machtigste hinderpalen voor den bloei dier gemeente en haren invloed naar buiten gevonden wordt.

Activiteit

Bovenomschreven doel wordt met nadruk onderscheiden van het middel: geheelonthouding van alle bedwelmende dranken, zelf niet drinken en niet schenken aan anderen.

Het propageren van dit middel, niet alleen door zelf het voorbeeld te geven, maar ook door het naar buiten propageren van deze houding via bijeenkomsten en door het verspreiden van in "Onze bibliotheek" van de NCGOV  te verkrijgen propagandamateriaal als tijdschriften, tractaatjes, vlugschriften en brochures.

 

Ook is in Rotterdam een broederkring actief die op huisbezoek gaat.

Het in de vaart houden van eerst een 'stoomsloepje' dat in 1898 door de scheepsbouwer de heer Wilton geschonken was - in 1900 bleek het inmiddels een roeiboot te zijn geworden - en waarmee alcoholvrije dranken naar de zeelieden aan boord van de schepen werden gebracht.

Ook probeerde men het geheelonthoudersideaal te propageren bij de kermissen, via optredens van het G.O.-koor en met een boeken- en limonadekraam. Rond 1900 begon het streven opgeld te doen om de kermis geheel afgeschaft te krijgen en te vervangen door 'meer waardige feesten'. Daarom werd toen niet de kermis bezocht, maar organiseerde de vereniging tijdens de kermisdagen in haar eigen verenigingshuis, Oppert 149, alternatief vermaak.

Afdeling van

de Nationale Christen-Geheelonthouders Vereeniging, opgericht in 1882 en gevestigd te Amsterdam.

Heeft als afdeling(en)

De zusterkring met een eigen damesbestuur; in 1900 telt deze 10 leden.

Werkt samen met

de afdeling Rotterdam van de Nederlandsche Christen-Vrouwen Geheelonthouders Unie, welke ook intensief arbeidde onder kinderen. Haar 'Kinderkring' in Rotterdam breidde zich in '97-'98 uit tot zo'n 300 à 400 leden. Bovendien zou uit het verslag van de Unie blijken 'dat de koffiewagens der knapen-afdeeling met succes hun werk langs de kaden en op de markten voortzetten.' ("De Wereldstrijd", 7e jrg., 321)

Oprichters

Ds. A.H. Roose 'kort nadat ZEw. alhier als Predikant gevestigd was, onder medewerking van onzen hoogbejaarden Vader Gerretson en (...) Dr. Burkens'. ("De Wereldstrijd" 7e jrg.)

Bestuursleden

Leden van het eerste bestuur o.a.: Ds. A.H. Roose, voorzitter en S. Mets, secretaris.

Vergaderplaats

Het tehuis aan de Oppert 149, waarvoor het aankoopbedrag van f. 16000 in 1898 werd geschonken aan Ds. Roose door 'een zekere onbekende'. ("De Wereldstrijd", 7e jrg.)

Op 16 februari 1900 vond een vergadering plaats in 'Ons Tehuis', of 'Onthouderstehuis' Oppert 149 te Rotterdam. ("De Wereldstrijd", 9e jrg.)

Koninklijk Besluit 6 februari 1895
Verantwoording gegevens

ad doelstelling en activiteit:

gegevens ontleend aan het formulier van de landelijke vereniging

overige gegevens aan het

Bijblad van "De Wereldstrijd", tevens orgaan van de Nationale Christen-Geheelonthouders Vereeniging, 2e jrg. (1893) nr. 45.

"De Wereldstrijd", tevens orgaan van de Nationale Christen-Geheelonthouders Vereeniging, 7e jrg. (1898) 321, 322, 400-403.

"De Wereldstrijd" tevens orgaan van de Nationale Christen-Geheelonthouders Vereeniging, 9e jrg. (1900) 69, 223, 308-309, 380-383.

ad laatste vermelding:

ontleend aan "De Wereldstrijd", orgaan van de Nationale Christen-Geheelonthouders Vereniging, de Nederlandse Christen Vrouwen Geheel-Onthouders Unie en de Predikanten Geheel-Onthouders Vereeniging, 54e jrg. (1954)  nr. 2, 8.

Gevraagde inlichting niet ontvangen Blankenberg c.s. hebben tijdens hun onderzoek voor de Gids de vereniging een vragenlijst gestuurd, maar geen enkele reactie daarop gehoord. In de Gids is daarom bij deze instelling vermeld dat de gevraagde inlichtingen niet ontvangen waren. Meer
Blankenberg c.s. schrijven in hun inleiding op de Gids (p. XVI), dat dit regelmatig voorkwam, maar zij gaan niet in op mogelijke verklaringen. We kunnen veronderstellen dat instellingen op hun privacy gesteld waren en het niet nodig vonden hun werkwijze en ondersteuningscriteria openbaar te maken. Naast geslotenheid kunnen er echter ook heel andere verklaringen zijn: misschien was een instelling gebrekkig georganiseerd of functioneerde niet meer op het moment dat de enquête ontvangen werd.
Opmerkingen

ad oprichtingsdatum:

Het jaarverslag van de afdeling Rotterdam, zoals weergegeven in De Wereldstrijd, 7e jrg., 321 en 322, bevat de volgende passage: ''immers, 14 November 1888 was het op initiatief van onzen voorzitter Ds. Roose, kort nadat ZEw. alhier als Predikant gevestigd was, dat onder medewerking van onzen hoogbejaarden Vader Gerretson en den reeds eenige jaren overleden Dr. Burkens onze afdeeling werd opgericht met een getal van 14 leden.'

ad laatste vermelding:

In De wereldstrijd van 16 januari 1954  nr. 2  wordt op p. 8 nieuws uit de afdeling Rotterdam vermeld.

ad richtgroep:

alcoholisten, vooral ook preventief

ad leden:

Het verslag van het 10-jarig bestaan in hetzelfde tijdschrift geeft een schets van het verloop van het ledenbestand:

'In 1890 klom het ledental tot 40 (....). In dit jaar tot 74 vooruitgegaan wies het ledental in 1891 tot 162 (....). In 1893 [bedroeg] het ledental (bedroeg) in November 400, de aangeslotenen daarbij inbegrepen. (....) In 1894 (....) ging het getal leden en aangeslotenen tot 559 vooruit. (....) terwijl ons getal [in 1895] tot 657 klom. (....) Ons getal ging dit jaar [1896] terug tot 519. (....) Van het heden zij vermeld dat op dit ogenblik dit cijfer 426 bedraagt.' ("De Wereldstrijd" 7e jrg., 400-403)

Het jaarverslag 1899-1900 vermeldt: 'Het aantal stemgerechtigde leden bedraagt op 't oogenblik 268, dat van aangeslotenen 201, waaronder echter nog verscheidenen zijn, die hun stemrecht kunnen bekomen, indien zij aan den penningmeester het bewijs leveren, dat de drang der liefde zich door daden kenbaar wil maken. Het totaal getal is dus 469; een nog al aanzienlijk cijfer (69) minder dan het vorige jaar.' (380-383)