Verenigingen voor armenzorg en armoedepreventie in de negentiende eeuw

 
English | Nederlands

Deutsche Hilfsverein zu Amsterdam

Naam Deutsche Hilfsverein zu Amsterdam
Alternatieve namen
  • Duitsche Vereeniging tot Hulpverschaffing te Amsterdam ((Goossens))
Plaats Amsterdam
Provincie Noord-Holland
Begindatum 1882 (eerste vermelding)
Einddatum 1956 (laatste vermelding)
Richtgroep (uitleg)
De groep ten behoeve waarvan de vereniging actief is
Vreemdelingen
Werkingsgebied Lokaal
Doelstelling

hulpbehoevende Duitschers en hunne gezinnen te ondersteunen (Goossens)

het geven van hulp aan 'te Amsterdam woonachtige of doortrekkende behoeftige Duitschers' (Dompièrre de Chaufepié e.a.)

 

 

Activiteit

'werkverschaffing, geneeskundige hulp en geneesmiddelen, vervoer naar de Duitsche grens, levensmiddelen, brandstoffen, ligging en dekking, bij uitzondering in geldbedeeling. Behoudens bijzondere gevallen wordt voor ieder persoon in ééns hoogstens f 15 verstrekt. In den regel moeten de te ondersteunen personen te Amsterdam wonen of vertoeven; er wordt geen onderscheid gemaakt tusschen de belijders van welken godsdienst ook. Wangedrag of gemis aan legitimatiën zijn oorzaak van onthouding van hulp.

Met moet zich aanmelden om hulp bij het bureau der vereeniging, Singel 299; in buitengewone gevallen tot het hoofdbestuur. Een onderzoek wordt door den bezoldigden bezoeker ingesteld; geregeld huisbezoek heeft niet plaats. De beslissing berust in gewone gevallen bij een comité, bestaande uit drie bestuursleden, dat iederen Maandag en Donderdag, te 8 ure 's avonds, zitting houdt aan het bureau; in buitengewone gevallen besluit het hoofdbestuur. Indien noodig ondersteunt deze vereeniging ook Duitsch-Oostenrijkers.' (Blankenberg)

 

'De ondersteuning der Vereeniging bestaan in:

a. het aanwijzen van arbeid,

b. het verstrekken van onderkomen en levensmiddelen.

c. het verschaffen van kleederen, huisraad, werktuigen gereedschappen of grondstoffen,

d. genees- en heelkundige hulp en geneesmiddelen,

e. het verstrekken van spoorwegbiljetten,

f. giften in geld.

De laatste giften worden slechts bij uitzondering verstrekt.'

De moeilijk of niet te helpen Duitser wordt bij voorkeur op kosten van de vereniging naar de Duitsland teruggezonden, waarbij de vereniging de reis tot aan de grens betaalt. Wie weigert daarvan gebruik te maken, wordt verder niet meer ondersteund. (Falkenburg)

'De onderstand wordt bij voorkeur gegeven aan het bezorgen van werk of terugzenden naar het vaderland'.

Voorts aan het verschaffen van doorlopende ondersteunining aan oudere en zieke te Amsterdam woonachtige Duitsers, wat werd mogelijk gemaakt door het Miethfonds, opgericht in 1886 en dat fuseerde met de na de dood van keizer Friedrich III opgerichte Friedrich-Stiftung. (t.a.p.)

Werkt samen met

en is tevens een dochterorganisatie van de Deutsche Verein, in 1867 de opvolger van de in 1860 te Amsterdam opgerichte Turnverein.

Oprichters

der Deutscher Verein

Eigen gebouw (adres)

Singel 299 te Amsterdam

Koninklijk Besluit 18 februari 1883; 12 april 1888 nr. 14
Staatscourant

Staatscourant 20-03-1883, 20-06-1888.

Goossens van Eyndhove nr. (uitleg)
Het nummer waaronder de vereniging is opgenomen in: A.E.G. Goossens van Eyndhove, De vereenigingen erkend krachtens de wet van 22 april 1855 (Stbl. 32) (Den Haag 1891). Dit repertorium bevat alle verenigingen die tussen 1855 en 1890 erkenning hadden gekregen krachtens de Wet op de Vereniging van 1855. Goossens van Eyndhove stelde het repertorium samen op basis van de Staatscourant, waarin de statuten van alle erkende verenigingen gepubliceerd werden. Hij nam daaruit op: de naam van de vereniging, de plaats van vestiging, de doelstelling, de datum en het nummer van het Koninklijk Besluit en de datum van de Staatscourant waarin de statuten afgedrukt stonden.
368
Verantwoording gegevens

J.F.L. Blankenberg, H.J. de Dompierre de Chaufepié en H. Smissaert, Gids der Nederlandsche Weldadigheid (Amsterdam 1899), 935.

H.J. Dompièrre de Chaufepié, H. Smissaert en J.F.L. Blankenberg (reds.), Tijdschrift voor Armenzorg, 2ste jng. (1901) 63, 64.

Ph. Falkenburg, Armenzorg in Nederland deel I Gemeente Amsterdam (Amsterdam 1893), 252-259. (In opdracht van de Vereeniging voor de staatshuishoudkunde en de statistiek bewerkt door Ph. F.)

ad laatste vermelding:

ontleend aan de archiefgegevens

 

Opmerkingen

ad leden en richtgroep:

welvarende resp. arme Duitsers in Amsterdam

leden:

'Lid is hij die zich verbindt eene jaarlijksche contributie te betalen van minstens f. 5 of een bedrag in eens van minstens f. 100.'

'In 1884 telde de vereeniging 189 leden, welk aantal spoedig vermeerderde totdat het op het einde van 1892 270 bedroeg'. (Falkenburg)

inkomsten:

a. contributies der leden

b. giften, legaten erfenissen die tenzij anders bepaald, rentegevend moeten worden belegd;

c. opbrengst van ten behoeve van de vereeniging gegeven concerten, theater-voorstelling, enz.

d. renten van kapitaal.

'Onder de giften bevinden zich sedert het jaar 1886 bijdragen van verschillende Duitsche vorsten en regeeringen, o.a. van het Duitsche Rijk, Wurtemberg, Groothertogdommen Hessen, Mecklenburg-Schwerin, Sachsen-Altenburg, de steden Hamburg en Bremen en van de koningen van Beieren, Wurtemberg van den Groothertog van Sachsen-Weimar.' (t.a.p.)

 

Volgens het Tijdschrift voor armenzorg in 1901 bezat de Friedrich-Stichting toen 'een kapitaal van f. 29350. De renten daarvan, d.i. f. 1174, kwamen de Hülfsverein ten goede.'

Archief

Archiefstukken m.b.t. de Deutscher Hilfsverein (177) 1933 - 1956 1 omslag bevinden zich in het archief van de Sociale Raad en rechtsvoorgangers dat onder toegangsnummer 400 wordt bewaard in het Stadsarchief Amsterdam