Verenigingen voor armenzorg en armoedepreventie in de negentiende eeuw

 
English | Nederlands

Genootschap "Gemilath Gassodim" (het uitoefenen van weldadigheid)

Naam Genootschap "Gemilath Gassodim" (het uitoefenen van weldadigheid)
Opmerkingen over naam De spelling van de namen van joodse verenigingen is zeer gevarieerd; b.v. Derksen spelt: Gemilath Gassadim
Plaats Meppel
Provincie Drenthe
Begindatum 1833 (oprichting)
Einddatum 1942 (opheffing)
Levensbeschouwing joods
Richtgroep (uitleg)
De groep ten behoeve waarvan de vereniging actief is
Joden
Leden (uitleg)
De groep waaruit de leden afkomstig zijn
Mannen
Werkingsgebied Lokaal
Doelstelling

Godsdienstige bijstand, uitoefening van weldadigheid (Goosens)

te dienen als begrafenisvereniging, leeroefeningen te houden en collectes te organiseren ten behoeve van de armen (Derksen)

Activiteit

de vereniging 'verzorgde om beurten de waakdiensten bij de stervenden, legde de doden af, waste, kleedde en kistte dezen en organiseerde de begrafenis'. Voorts bedeelde de vereniging arme geloofsgenoten met treurgeld, geld bij ziekte, geneeskundige hulp en paasbroden (Derksen)

Werkt samen met

de vereniging Cherath Nashim, opgericht in 1836, die als de vrouwelijke tegenhanger van Gemilath Gassadim fungeerde, vóór zij in 1886 ten onder ging. Vanaf dat jaar werd de samenwerking voortgezet met Sedako Beseiser (vrouwenvereniging tot weldadigheid).

Koninklijk Besluit 10 augustus 1885 nr. 60
Staatscourant

17 september 1885

Verantwoording gegevens

S.C. Derksen, Opkomst en ondergang van een toonaangevende joodse gemeente (250 jaar joods leven in Meppel) (Meppel 1988) 84, 135-137.

Opmerkingen

algemeen:

Derksen over deze vereniging: 'Gemilath Gassadim' werd in joodse kringen als de chevre der chevres (de vereniging bij uitstek) beschouwd en heeft in haar lange bestaan (1833-1942) veel zegenrijk werk verricht.' (84)

ad richtgroep:

stervenden en doden

ad activiteit:

Derksen leidde deze activiteiten af uit 'een uitgavenrekening van de vereniging over het (normale) jaar 1863'. (p. 135)

De treurgelden dienden o.m. als financiële compensatie van de week verplicht verblijf binnenshuis in geval van het overlijden van een huisgenoot.

leden

In 1849 waren er 80 leden. 'Een eenvoudig rekensommetje leert dat dus practische alle families (mannelijke volwassenen) lid waren'.

Archief

het archief van de vereniging is verloren gegaan (Derksen)