Verenigingen voor armenzorg en armoedepreventie in de negentiende eeuw

 
English | Nederlands

Genootschap Meschiebath neefesz (Lafenis der ziel) Meschéneth-zekéniem (Steun der oudsten)

Naam Genootschap Meschiebath neefesz (Lafenis der ziel) Meschéneth-zekéniem (Steun der oudsten)
Opmerkingen over naam De spelling van de namen van joodse verenigingen is zeer gevarieerd.
Plaats Den Haag
Provincie Zuid-Holland
Begindatum 1879 (eerste vermelding)
Einddatum 1897 (laatste vermelding)
Levensbeschouwing joods
Richtgroep (uitleg)
De groep ten behoeve waarvan de vereniging actief is
Joden
Werkingsgebied Lokaal
Doelstelling

godsdienstzin te bevorderen en geldelijke uitkeringen te doen (Goossens)

 

Activiteit

'Het eerste doel wordt bevorderd door het lezen van het gebed voor overledenen (kaddisch) door aweilim. De uitkeringen hebben plaats bij de besnijdenis en in de treurdagen. Om aanspraak te kunnen maken op eene geldelijke uitkering bij eene besnijdenis moeten de belanghebbende ouders tenminste negen maanden kerkelijk zijn getrouwd en een jaar contribueerend lid zijn. Een tweejarig lidmaatschap is vereist voor de uitkeering in de treurdagen. Aan elke vader van de jonggeborene (baäl berieth) of hem, die dezen vervangt, wordt twee dagen vóor de besnijdenis op vertoon van een bewijs van den besnijder(mohel) uitgekeerd een bedrag van f.1,50. Bij de begrafenis van contribueerende leden wordt de lijkwagen door een rijtuig gevolgd, waarin als vertegenwoordigers van het genootschap de leeraar en een bestuurslid gezeten zijn.' (Falkenburg)

Pimentel geeft eenzelfde formulering van de doelstelling, maar een meer omvattende beschrijving van de religieuze activiteiten die ter verwezenlijking ervan werden ondernomen. (in Haagsch jaarboekje 1891, 68)

Bestuursleden

Bestuursleden in 1891: H. Hijmans, voorzitter en wnd. penningmeester, M. Winkel, ondervoorzitter en D. Koekoek, secretaris

Koninklijk Besluit 8 oktober 1889 nr. 26; 13 juli 1896
Goossens van Eyndhove nr. (uitleg)
Het nummer waaronder de vereniging is opgenomen in: A.E.G. Goossens van Eyndhove, De vereenigingen erkend krachtens de wet van 22 april 1855 (Stbl. 32) (Den Haag 1891). Dit repertorium bevat alle verenigingen die tussen 1855 en 1890 erkenning hadden gekregen krachtens de Wet op de Vereniging van 1855. Goossens van Eyndhove stelde het repertorium samen op basis van de Staatscourant, waarin de statuten van alle erkende verenigingen gepubliceerd werden. Hij nam daaruit op: de naam van de vereniging, de plaats van vestiging, de doelstelling, de datum en het nummer van het Koninklijk Besluit en de datum van de Staatscourant waarin de statuten afgedrukt stonden.
1469
Verantwoording gegevens

Moses Henriquez Pimentel, 'De Weldadigheidsinstellingen onder de Israëlieten te 's-Gravenhage', in Haagsch Jaarboekje 1891, 46-72.

Ph. Falkenburg, Armenzorg in Nederland 3e deel: Gemeente 's-Gravenhage (Amsterdam 1897) 374-375. (In opdracht der Vereeniging voor de staatshuishoudkunde en de statistiek bewerkt door Ph.F.)

ad eerste vermelding:

ontleend aan het 'Reglement van de instelling Mis'enes Zekeniem te 's Gravenhage. c. 1879 - 8°, Br.Ros. Regl. H-29' dat zich bevindt in de collectie Rules and regulations of Dutch Jewish Communities and Associations (dates:1726-1943) van de 'Bibliotheca Rosenthaliana', een van de bijzondere collecties van de universiteit van Amsterdam

Opmerkingen

ad eerste vermelding:

Pimentel noemt dit genootschap 'een der oudste' in Den Haag, maar het vroegste 'bewijs' van een datum verschaft het reglement in de Bibliotheca Rosenthaliana. Daarom is 1879 als het eerst vermelde jaar aangehouden.

ad richtgroep:

ook stervenden en doden

ad leden:

Het ledental is meer dan 300, de contributie is f. 0,14 per week. Daar 'niemand kosteloos een beroep op de vereniging kan doen beschouwt Falkenburg het geen weldadigheidsvereniging, maar de joden zelf wel, alleen daarom heeft hij haar opgenomen in zijn overzicht.

ad naam:

Pimentel in een noot op p. 67: 'Meschiebath neefesz was de oorspronkelijke naam. De naam Mishenet Zekeniem (steun der ouden), waaronder de instelling bekend was, en die zij voerde, is waarschijnlijk later aangenomen in tegenstelling van eene geheel gelijksoortige vereniging, die den naam Tifereth Bachoeriem (Sieraad der jongelingen) voert.'

ad laatste vermelding;

ontleend aan het jaar van verschijnen van Falkenburgs uitgave.