Verzoeken om inlichtingen, met de daarover genomen besluiten

Verzoek

Onderwerp Straffen opgelegd vóór de invoering van het nieuwe Crimineel Wetboek
Beginjaar 1809
Toelichting Achtergrond: Naar aanleiding van de invoering van een nieuw Crimineel Wetboek werd in maart 1810 gratie verleend aan personen die volgens de nieuwe wetsregels minder straf zouden hebben toegemeten gekregen. Indices: Gegevens over bijbehorende rekesten om verlening van gratie en over de gevolgde feitelijke gratieverleningen in de index van de Staatssecretarie onder het hoofd Gratie, Pardon, Abolitie, remissie van straf en rappel van ban en in de Index van het Ministerie van Justitie en Politie onder het hoofd Gratiën.
Beleidsterrein Justitie
Gestelde vragen [1] Onze Minister van Justitie en Politie zal zich nauwkeurig doen onderrichten omtrent de personen welke voor de invoering van het nieuw Crimineel Wetboek bij de Hoven en Rechtbanken, de gewone justitie in ons Koninkrijk uitoeffenende of uitgeoefend hebbende, zijn gevonnist, en uit krachte der vonnissen zich in gevangenis bevinden, mitsgaders omtrent de aard en omstandigheden der misdaden waarover dezelve tot deze straf verwezen zijn. [2] Hij zal onderzoeken of aan deze personen een langduriger straf van gevangenis is opgelegd dan volgens de voroschriften van het evengemeld Crimineel Wetboek wegens dezelfde misdaad zoude hebben kunnen gedaan worden, en zo ja, of het Crimineel Wetboek wegens deze misdaad andere straffen voorschrijft of toelaat, welke aan de voorzeide gevonnisden niet zijn opgelegd, en waarmede hun langduriger gevangenis kan geacht worden in eene gelijke evenredigheid te staan. [Uitvoeringsbepalingen in geval van discrepantie tussen opgelegde straf en nieuwe wetgeving]
Bron Koninklijk Besluit dd. 11 juni 1809 no. 1 inzake vóór de invoering van het Crimineel Wetboek opgelegde straffen

Besluiten

Datum Instelling die het besluit neemt Inhoud van het besluit Bijlagen met dagnummer
11-06-1809
1
Koninklijke Secretarie Op rapport dd. 25 april 1809 van Staatsraad Reuvens wordt besloten dat de Minister van Justitie en Politie informatie moet inwinnen omtrent vóór de invoering van het nieuwe Crimineel Wetboek gevonniste gevangenen en onderzoeken of hen meer straf is opgelegd dan zij volgens de nieuwe voorschriften zouden kunnen krijgen. Details
17-06-1809
175
Ministerie van Justitie Gezien het Koninklijk Besluit van 11 juni 1809 krijgen het Hoog Nationaal Gerechtshof, de Raad van Judicature over de Middelen te Water en te Lande, de Departementale Gerechtshoven en de Landdrost van Oost-Friesland afschrift, met verzoek om opgave van de gevangenen met hun vonnis, voorzien van consideraties. De Chef van de Eerste Divisie [van Justitie] wordt gemachtigd reeds ingezonden opgaven ter aanvulling terug te zenden aan de Griffiers van de Hoven van Justitie van Gelderland en van het voormalig Departement Holland en aan de Secretaris-Generaal bij het Landdrostambt van Oost-Friesland. De Chef van de Eerste Divisie ontvangt extract van dit besluit. Details
16-08-1809
89
Ministerie van Justitie De Eerste Divisie [van Justitie] brengt voorlopig rapport uit op 1) opgave door het Hof van Holland, 2) opgave door het Hof van Overijssel, 3) opgave door het Hof van Friesland, 4) opgave door de Landdrost van Oost-Friesland, 5) opgave door het Departementaal Gerechtshof van Gelderland, 6) opgave door het Departementaal Gerechtshof van Drenthe, 7) missive van het Hoog Nationaal Gerechtshof met mededeling dat het geen gevangenen heeft, plus enkele rekesten van gevangenen. Alle stukken behalve nr. 7 gaan naar het Hoog Nationaal Gerechtshof om advies. Verder gaan missiven uit naar Schepenen van Rotterdam en het Hof van Justitie over het voormalig Departement Holland. Details
29-08-1809
160
Ministerie van Justitie De Eerste Divisie [van Justitie] rapporteert op de opgaven door de Departementale Gerechtshoven van Groningen, Brabant en Utrecht. De stukken gaan om consideratie en advies naar het Hoog Nationaal Gerechtshof. Details
21-10-1809
165
Ministerie van Justitie De Eerste Divisie [van Justitie] rapporteert op twee opgaven van de Raad van Judicature over de Middelen te Lande. De stukken gaan om advies naar het Hoog Nationaal Gerechtshof. Details
20-12-1809
151
Ministerie van Justitie De Eerste Divisie [Justitie] rapporteert op de nadere opgave dd. 18 december 1809 door het Hof van Justitie over het voormalige Departement Holland. Deze stukken gaan voor advies naar het Hoog Nationaal Gerechtshof. Details
10-03-1810
60
Ministerie van Justitie De Eerste Divisie [Justitie] rapporteert op een missive dd. 8 maart 1810 van Hoofdofficier en Schepenen van Amsterdam met gegevens inzake strafvermindering voor gevangenen. Afschrift van de stukken gaat naar het Hoog Nationaal Gerechtshof. Details
21-03-1810
119
Ministerie van Justitie De Eerste Divisie rapporteert op een missive dd. 15 maart 1810 van het Hoog Nationaal Gerechtshof ten geleide van haar rapport aan de Koning inzake de gevangenen in tucht- en werkhuizen, met de bijbehorende tabellen met gedetailleerde opgave van de namen, de leeftijden, de aard van de misdaden, de straffen en voorstellen tot strafvermindering die bij wijze van gratie zou kunnen worden verleend. Besloten wordt twee conceptbesluiten inzake gratieverlening in Zeeland en Brabant met de tabellen aan de Koning te zenden. Het rapport van het Nationaal Gerechtshof met de overgebleven tabellen wordt voor nader rapport ter hand gesteld aan de Chef van de Eerste Divisie [Justitie]. Details
22-03-1810
11
Koninklijke Secretarie Op rapport van de Minister van Justitie en Politie wordt remissie verleend aan een aantal geconfineerden in Zeeland. Details
30-03-1810
2-11
Koninklijke Secretarie Op rapport van de Minister van Justitie en Politie wordt remissie verleend aan een aantal gevangenen in Oost-Friesland, Groningen, Overijssel, Drenthe, Friesland, Utrecht, Gelderland en Holland, gevangen militairen en gevangenen van de Raad van Judicature over de Middelen te Water en te Lande. Details

De handleiding bevat een beknopte beschrijving van de gegevens.