Gevonden besluiten

Gevonden besluiten

Er zijn 20 besluiten gevonden die overeen komen met de opgegeven zoekcriteria:
  • Maand: 04
  • Jaar: 1810
  Datum Instelling Omschrijving Details
1.  04-04-1810 Ministerie van Binnenlandse Zaken De Landdrost van Friesland meldt dd. 31 maart 1810 onder andere dat daar geen hop wordt verbouwd en dat er geen handel in plaats vindt.  Details
2.  04-04-1810 Ministerie van Binnenlandse Zaken Divisie 1 Bureau 1 De Landdrost van Friesland doet dd. 31 maart 1810 opgave inzake het onderhoud van kerktorens. In advies gehouden totdat de overige opgaven binnen zijn.  Details
3.  09-04-1810 Ministerie van Binnenlandse Zaken Ingekomen tien missiven inzake de merken en tekens van de garentwijnderijen van de Landdrosten van Amstelland dd. 23 februari 1810 nr. 7, van Maasland dd. 15 februari 1810 nr. 138, van Zeeland dd. 31 januari 1810 nr. 45/3, van Brabant dd. 27 maart 1810 Littera EE, van Utrecht dd. 5 maart 1810 nr. 6, van Overijssel dd. 1 februari 1810, van Friesland dd. 20 februari 1810, van Groningen dd. 20 maart 1810 nr. 159 en van Oost-Friesland dd. 9 februari 1810 Littera I en dd. 30 maart 1810 Littera O. De brieven van de Landdrosten van Zeeland en Overijssel en de eerste brief van de Landdrost van Oost-Friesland voor kennisgeving aangenomen. De missive van de Landdrost van Brabant gehouden voor vervallen vanwege de afstand van Brabant. De Secretaris-Generaal zal apostille van goedkeuring op alle ingediende merken plaatsen. Duplicaten van de merken worden bij circulaire missive toegezonden aan de Landdrosten van Amstelland, Maasland, Utrecht, Friesland en Groningen. De duplicaten van Oost-Friesland gaan naar de betreffende Landdrost.  Details
4.  09-04-1810 Ministerie van Binnenlandse Zaken De Landdrost van Amstelland meldt dd. 2 april 1810 nr. 4 een brand op het eiland Marken.  Details
5.  10-04-1810 Ministerie van Financiën Het Gemeentebestuur van Oisterwijk dd. 27 maart 1810 en 30 maart 1810 en de Landdrost van Brabant dd. 27 maart 1810 Littera N melden een geweldige brand in Oisterwijk op 25 maart 1810, met opgave van schade en van door de Landdrost genomen maatregelen.  Details
6.  11-04-1810 Ministerie van Binnenlandse Zaken De Landdrost van Oost-Friesland zendt dd. 6 april 1810 Littera B rapport van zijn rondreis door zijn Departement, met overwegingen over de stand van zaken. Aangenomen voor kennisgeving.  Details
7.  14-04-1810 Ministerie van Binnenlandse Zaken De Landdrosten van Utrecht, Gelderland, Overijssel, Friesland, Groningen en Drenthe worden aangeschreven om een exemplaar in te zenden van alle gedrukte resoluties en staatsstukken van de voormalige provincies sedert het einde van de zestiende tot het einde van de achttiende eeuw gepubliceerd of gedrukt ten behoeve van de leden van het bestuur.  Details
8.  17-04-1810 Ministerie van Binnenlandse Zaken De Landdrost van Overijssel meldt dd. 7 april 1810 dat in zijn Departement geen wezenlijke handel in hop wordt gedreven. Aangenomen voor kennisgeving.  Details
9.  20-04-1810 Ministerie van Binnenlandse Zaken De Directeur-Generaal van Wetenschappen en Kunsten wordt bij missive verzocht om opgave van alle staatsresoluties volgens welke de leges en kosten van examens en promoties aan de universiteiten zijn geregeld.  Details
10.  22-04-1810 Ministerie van Binnenlandse Zaken De Landdrost van Brabant doet dd. 17 juli 1809 Littera O opgave van wijzigingen van het leenstelsel. Om de hierbij omschreven redenen voor vervallen gehouden en gedeponeerd in het archief.  Details
11.  22-04-1810 Ministerie van Binnenlandse Zaken Ingekomen f-x missiven van de Landdrost van Brabant betreffende de gilden en corporaties, dd. 8 februari 1809 Littera D inzake Oosterhout, dd. 15 februari 1809 Littera O inzake 's-Hertogenbosch, dd. 29 maart 1809 Littera N inzake Heusden, dd. 21 juni 1809 Littera U inzake 's-Hertogenbosch en Oosterhout, dd. 4 augustus 1809 inzake Grave, dd. 16 augustus 1809 Littera S inzake Breda, dd. 22 september 1809 Littera D inzake Breda, dd. 9 oktober 1809 Littera O inzake verschillende plaatsen, en dd. 7 november 1809 Littera DD, 10 november 1809 Littera Y en 13 december 1809 Littera Y inzake 's-Hertogenbosch. Ze worden om de daarbij omschreven redenen vervallen verklaard en gedeponeerd in het archief.  Details
12.  24-04-1810 Ministerie van Binnenlandse Zaken De Landdrosten van Zeeland en Brabant doen respectievelijk dd. 26 juni 1809 en 27 juli 1809 opgave van de kwantiteit en de kwaliteit van de in 1808 gerede mede. Aangenomen voor informatie.  Details
13.  25-04-1810 Ministerie van Justitie [Secreet-Confidentieel] de Hoofdofficieren te Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Schiedam, Haarlem, Enkhuizen, Hoorn, Dordrecht, Delft, Brielle, Medemblik, Utrecht, Amersfoort en Gouda, de Procureur-Generaal te Groningen en de Procureur te Zwolle, de Baljuwen van Delfland, Goedereede, Westvoorne, 's-Gravenzande, Monster, de beide Katwijken en Het Zand, de beide Noordwijken enz., de drie Egmonden en Rijnegom, Callantsoog, Zijpe en Hazepolder, Texel en het Eierland, Huisduinen, Den Helder en Ameland, en de Schout van Hellevoetsluis worden gelast te berichten of in hun jurisdictie recherches worden uitgevoerd naar voor Engeland bestemde goederen en met Amerikaanse bodems aangevoerde koloniale en andere producten, en zo ja, door wie, en welke, met nauwkeurige opgave van alle bijzonderheden.  Details
14.  25-04-1810 Koninklijke Secretarie De Landdrost van Drenthe zendt dd. januari 1810 een rapport met verslag van zijn bevindingen op een reis door zijn Departement en draagt enkele verbeteringen voor. De Minister van Financiën moet rapporteren.  Details
15.  25-04-1810 Ministerie van Eredienst Divisie 1 Bureau 1 De Landdrost van Gelderland doet dd. 21 april 1810 nr. 12 opgave. De missiven in handen van de Chef van de Eerste Divisie om advies.  Details
16.  26-04-1810 Ministerie van Binnenlandse Zaken De Landdrost van Overijssel doet dd. 31 januari 1810 opgave van het aantal gevaccineerden in 1809. De Departementale Commissie van Geneeskundig Onderzoek en Toevoorzicht in Overijssel en Drenthe doet onder andere dezelfde opgave. Landdrost en Commissie worden aangeschreven hun niet met elkaar strokende opgaven te herzien.  Details
17.  26-04-1810 Ministerie van Justitie [Secreet-Confidentieel] Ook de Landdrost van Oost-Friesland krijgt het verzoek opgave te doen.  Details
18.  28-04-1810 Ministerie van Justitie [Secreet-Confidentieel] De Hoofdofficier te Haarlem vraagt dd. 26 april 1810 opheldering over het oogmerk van de aanschrijving. Hij ontvangt antwoord.  Details
19.  28-04-1810 Ministerie van Justitie [Secreet-Confidentieel] De Hoofdofficier te Dordrecht doet dd. 26 april 1810 opgave. Hij krijgt antwoord.  Details
20.  30-04-1810 Ministerie van Binnenlandse Zaken De Landdrosten van Overijssel dd. 29 maart 1810 en van Friesland dd. 24 maart en 5 april 1810 doen opgave van bij hen ingekomen adressen en opgaven van uitgevallen en niet opnieuw geplaatste ambtenaren die zich hebben aangemeld. De missiven met bijlagen en de daaruit vervaardigde tabellen worden gedeponeerd in het archief in afwachting van de opgaven van de overige Landdrosten.  Details

De handleiding bevat een beknopte beschrijving van de gegevens.