Onderzoeksgids Bestuur en administratie van de Bataafs Franse tijd 1795-1813

 
English | Nederlands

Instelling

Departementaal Bestuur van de Rijn


Actief vanaf 27-03-1799 tot 20-06-1802

Aantekeningen:

Het Departementaal Bestuur van de Rijn was belast met het algemeen bestuur van dat departement, onder rechtstreeks toezicht van het Uitvoerend Bewind, in correspondentie met een eigen commissaris van het Uitvoerend Bewind bij het departement (zie aldaar). Taak was de uitvoering van de wet- en regelgeving van het Uitvoerend Bewind en het toezicht op de gemeentebesturen.

De staatsregeling voor het Bataafse volk van 1 mei 1798 voorzag in acht departementen met elk ongeveer evenveel inwoners. Bij de indeling per decreet van 9 november 1798 van het Vertegenwoordigend Lichaam werd geen rekening meer gehouden met de oude grenzen van de gewesten. Zolang er nog geen nationaal belastingstelsel was ingevoerd functioneerde in ieder departement naast het Departementaal Bestuur nog een door het Uitvoerend Bewind benoemde commissie tot de administratie van de financiën van een of meer van de oude gewesten. Deze commissies spraken ook recht in belastingzaken. Zie voor het voormalige Hollandse gedeelte de financiële commissie van Holland (1799-1802).

Het Departement van de Rijn, met hoofdstad Arnhem, omvatte het zuidelijke deel van de Veluwe, de Betuwe, de Alblasserwaard en het oostelijke deel van Utrecht, inclusief de stad Utrecht.

De zeven leden van het Departementaal Bestuur werden gekozen door de zeven ringen van het departement. Van deze leden traden, de eerste maal volgens loting, later volgens ancienniteit, twee het eerste jaar af, twee het tweede jaar en drie het derde jaar. Ze waren eenmaal herkiesbaar. Voor de verkiezing was het departement verdeeld in zeven ringen, namelijk eerste ring Gorinchem, tweede ring Tiel, derde ring Utrecht, vierde ring Amersfoort, vijfde ring Arnhem, zesde ring Doesburg en zevende ring Zutphen. De verkiezing vond in eerste instantie plaats door de grondvergaderingen van een ring die elk een kandidaat-lid en een kiesman aanwezen. Had binnen een ring een kandidaat de meerderheid van de grondvergaderingen achter zich, dan was hij daarmee verkozen. Als niemand een meerderheid had, kozen de kiezers van een ring het lid van het Departementaal Bestuur uit de drie kandidaten die de meeste grondvergaderingen achter zich hadden. Voor de verkiezing van de leden van het Vertegenwoordigend Lichaam werd op 14 mei 1799 door het Uitvoerend Bewind een andere indeling van het land in vierennegentig districten en grondvergaderingen vastgesteld, los van de departementen.




Literatuur:

Pot, C.W. van der, Bestuurs- en rechtsinstellingen der Nederlandse Provinciën. Zwolle, 1949.
Savornin Lohman, B.C. de, De bestuursinrichting van gewest, stad en platteland van Utrecht gedurende de Bataafsche Republiek. Utrecht, 1910.