Cultuur en maatschappij

 
English | Nederlands

Cultuur en maatschappij: De ontwikkeling van het gedachtegoed binnen de Republiek

Verscholen tussen de buitenlandse zaken, financiën en defensie zijn er resoluties te vinden met interessante gegevens over het geestelijk leven in de periode 1626-1630. Hierbij gaat het niet alleen om religieuze kwesties, maar ook om kunst en cultuur, intellectueel eigendom, onderwijs en sociale zorg.

Godsdienst:

Titelpagina van de eerste editie van de Statenbijbel, Leiden 1637.

In de resoluties komen regelmatig kerkelijke onderwerpen aan bod. Te denken valt aan de op Loevestein gevangenzittende remonstrantse predikanten, de steun aan onderdrukte gereformeerden in de Duitse staten, de religieverandering na de verovering van steden en het werk aan de nieuwe bijbelvertaling waartoe op de Dordtse Synode (1618-1619) was besloten.

Intellectueel eigendom:

Model van een door paarden in beweging gebrachte moddermolen, vermoedelijk van Jan Jansz. Nieng uit Hoorn omstreeks 1632.

Het eigendomsrecht op uitvindingen, literatuur, muziek en kunst is tegenwoordig bij de wet geregeld. Ook in de vroegmoderne periode kon intellectueel eigendom echter worden beschermd door hiervoor octrooi aan te vragen bij de Staten-Generaal. Zoeken op 'octrooi' en 'uitvinding' in de resoluties levert een schat aan informatie op over techniek, nijverheid en oorlogsmateriaal.
Lees verder: Haagse bescherming van de inventieve burger

Kunst en cultuur:

Titelblad van Nederlandtsche Gedenck-clanck van Adriaen Valerius uit 1626.

Ook over kunst en cultuur lieten de Staten-Generaal hun licht schijnen. Beeldend kunstenaars, componisten, cartograven en auteurs vroegen 'octrooi' aan voor het maken van afbeeldingen, kaarten en boeken, soms opgedragen aan Hunne Hoogmogenden. De heren Staten verboden soms ongewenste publicaties, zoals schotschriften tegen bevriende regeringsleiders. Voor het uitvoeren van hun censuurbeleid waren zij echter afhankelijk van de welwillendheid van de lokale magistraten.

Onderwijs:

Schoolmeester met drie leerlingen door Adriaen van Ostade.

Het onderwijs in de Republiek was lokaal (Latijnse scholen) en gewestelijk (universiteiten) geregeld. Dat wil echter niet zeggen dat de Staten-Generaal zich niet met onderwijszaken bezighielden. Daarvoor werd scholing te belangrijk gevonden. Elk kind moest namelijk leren in zijn eigen onderhoud te voorzien om als volwassene zijn bijdrage aan het land te kunnen leveren. Als het kunnen lezen, rekenen en schrijven hiervoor niet nodig waren, was er niets op tegen als een kind al jong bij een baas in de leer kwam. In ieder geval moesten kinderen de juiste godsdienstige waarden en respect voor het wettige gezag in hun opvoeding meekrijgen.
Lees verder: Leren en geloven

Sociale zorg:

Invalide zeeman, gravure naar Jacques Callot.

Met regelmaat duiken weduwen, wezen, verminkte veteranen en andere sociaal zwakkeren op in de resoluties. Uit angst voor precedentwerking werden hun verzoeken om financiële ondersteuning niet altijd ingewilligd, maar toch konden veel ongelukkigen rekenen op een kleine aalmoes. Deze willekeurige sociale zorg is interessant om eens systematisch te bestuderen als federaal supplement op de lappendeken van kerkelijke en wereldlijke zorginstellingen.