14/01/1626

 
English | Nederlands

14 - 01 - 1626

Presentielijst:

Gelderland:
Holland:
Zeeland:
Utrecht:
Friesland:
Overijssel:
Groningen:

Resoluties:

1 De memorie en het antwoord [van 13 jan.] worden ter informatie naar Sommelsdijck en Languerack gestuurd. De griffier zal Manmaker schrijven te regelen dat de bode van HHM drie of vier dagen voor die van D'Espesses naar Frankrijk gaat.

2 Gelezen is het verzoek van de pachters van het kwart van de konvooien en licenten om uitsluitsel over de eerder voorgelegde rekesten inzake het in hoger beroep mogen gaan bij HHM tegen de vonnissen over hun zaak. Item over de verhoging van de lasten der Noordvaarders, over het tekenen van de binnenlandse paspoorten en ook over het verkrijgen van een akte voor een van hun deelgenoten om in Zeeland de kantoren te mogen visiteren.
Er valt nog geen besluit aangezien de gedeputeerden van Holland de zaak eerst nader willen onderzoeken.

3 De Amsterdamse Admiraliteit zal advies worden gevraagd over een ander rekest van dezelfde pachters, namelijk te bepalen dat geen schepen Texel of Het Vlie mogen uitvaren zonder eerst door hen te zijn gevisiteerd. Daartoe vragen zij HHM om twee kloeke jachten, die zij op eigen kosten zullen bemannen.

4 Aangaande het gisteren behandelde rekest van Wilbort Leendertsz. laten HHM de beslissing over aan Z.Exc.

5 Op het door de Amsterdamse magistraat met voorschrijven ondersteunde rekest van Abraham Ablijn is besloten Haultain te schrijven dat hij diens op de rede van La Rochelle ongegrond in beslag genomen schip en goederen restitueert.

6 Op verzoek van kapitein Jeronimus Bovetis zullen HHM Joachimi schrijven te bevorderen dat zijn kleinzoon Cornelis van Berchem met zijn goederen wordt vrijgelaten. Hij is schrijver op het schip van Lieven Daniëlsz. dat onlangs uit de Straat van Gibraltar terugkeerde en door de Engelsen is aangehouden.

7 De weduwe van Johann van Gymnich beklaagt zich over Jacobus Medenbachius die onder voorwendsel van haar onbekende vonnissen het huis met de roerende goederen te Mörmter door soldaten van Rees heeft doen plunderen. Zij verzoekt in haar vorig bezit te worden hersteld.
Haar rekest gaat naar de partijen om binnen een maand na insinuatie daarop te reageren.

8 HHM hebben het journaal van Marinus Hollaer, lopend van 24 dec. 1625 tot 1 jan. 1626, ontvangen en zullen Z.Exc. ervan in kennis stellen. Bij het bezoek van de gecommitteerden van de Admiraliteiten zal dan nader gesproken worden over het beter uitrusten en bemannen van de schepen van oorlog.

9 De gebroeders Jasper en Hendrick Koercamps uit het graafschap Ravensberg verzoeken om vrijlating van Jasper Meyer die onder valse voorwendselen door Henrick Thaen, soldaat in Bourtange, uit Ravensberg is gehaald.
De RvS zal disponeren.

10 Op verzoek van de graaf van Oldenburg wordt hem toegestaan voor zijn eigen behoefte twintigduizend vierdraad lonten hier vandaan te halen, voor driekwart vrij van licent en op voorwaarde dat zij niet naar een andere plaats worden vervoerd.

11 Over het verzoek van predikant en kerkenraad te Ginneken en Bavel onder de Baronie van Breda om subsidie voor de bouw van een onderkomen voor de godsdienstoefening zal de RvS om advies gevraagd worden.

12 Halewyn en Van der Meer doen verslag van hun besprekingen over het overmaken van de penningen voor het aan de Deense koning gestuurde regiment waardoor momenteel de lening van de 67.000 gld. op het Franse subsidie niet wordt nagekomen. Voorgesteld wordt Pieter van Beeck, aangezien hij de wissels heeft geaccepteerd, te dwingen de som weer op Charlot te trekken.
Besloten wordt Halewyn en Van der Meer toe te staan het akkoord over het overmaken van het geld te sluiten; de gedeputeerden van Holland beraden zich nog op de rest.

13 D'Espesses verzoekt om een oorlogsschip voor het vervoer van Franchiotti naar Frankrijk.
De Zeeuwse Admiraliteit wordt bericht hem bij de eerste gelegenheid over te helpen.

14 Het besluit van 12 jan. over het verzoek uit Terheijden en Teteringen wordt geresumeerd.
HHM staan het halen van hout, steen, kalk en kolen en andere materialen uit Dordrecht toe voor zover benodigd voor de opbouw van de afgebroken huizen en schuren. Een en ander gebeurt op Bosch' licent op voorwaarde dat de materialen nergens anders terechtkomen en op vertoon van een akte van de schout of secretaris aan de licentmeester.
Aan die van Waalwijk zal eenzelfde akte worden gegeven, maar hun verzoek levensbehoeften uit de Republiek te mogen halen is afgewezen.

15 Haga schrijft d.d. 1 nov. 1625.
Er wordt geen besluit genomen.

16 Op dringend aanzoek zullen de rekesten tot betaling van de regimenten Bouillon en Candale en van ritmeester Haefften aan de RvS ter beschikking worden gegeven.

17 Op nader aandringen van Johan van der Veecken de vastenkost te mogen uitvoeren voor de keurvorst van Keulen kunnen HHM niet ingaan zolang de vijand in strijd met de constituties van het rijk de handel blokkeert.

18 Joachimi schrijft d.d. Windsor 12 dec. 1625 en stuurt een declaratie mee van door hem op grond van zijn functie gemaakte kosten voorafgaand aan zijn ordinaris traktement.
Met de hierop eerder genomen besluiten zal de declaratie worden onderzocht.