15
Het stadsbestuur van
Hamburg schrijft d.d. 7 jan. dat de eigenaren van het koper bereid
zijn de 100.000 gld. die de
Amsterdamse
Admiraliteit
daarop heeft geleend gedurende een jaar
voor
te schieten tegen een behoorlijke obligatie opdat dit College in
overeenstemming met de resolutie van 9 sept. 1625 het koper
teruggeeft.
HHM zullen de Amsterdamse Admiraliteit schrijven dat dit College het aangeboden geld zal accepteren, daarmee het koper terugkoopt en aan de Hamburgers restitueert. Ook dient hun een behoorlijke schuldbrief gegeven te worden, echter wel met de clausule dat zij weliswaar jaarlijks de rente mogen opeisen, maar niet binnen twee of drie jaar het kapitaal.
De heren van
Utrecht verklaren dat de gewestelijke afgevaardigden niet zijn
gemachtigd de instructie van de Admiraliteitscolleges op enig punt
te
veranderen of teniet te doen en dus ook niet mogen ingrijpen in de
daarin omschreven rechtspraak over de buit. De resolutie van 9
september 1625, die ook al niet eenstemmig is genomen, kan dan ook
niet
standhouden. Ook kunnen zij niet toestaan dat het land met een
dergelijke schuldbrief wordt belast en willen zij hun bezwaren
opgetekend zien.