04/04/1626

 
English | Nederlands

04 - 04 - 1626

Presentielijst:

Gelderland:
Holland:
Zeeland:
Utrecht:
Friesland:
Overijssel:
Groningen:

Resoluties:

1 In een nieuwe remonstrantie maken Johan en Pieter Christoffel Schenck nader bezwaar tegen de resolutie van 28 maart vanwege onder meer het gegeven dat de provincies zich gemeenschappelijk hebben verplicht.
Desalniettemin besluiten HHM dat de supplianten zich eerst moeten wenden tot de meest verantwoordelijken in deze kwestie, de Staten van Brabant en de andere nu onder de koning van Spanje ressorterende provincies. Bovendien is bekend dat afrekeningen en obligaties indertijd werden afgedwongen door onder meer te dreigen met dienstweigering en met overlopen naar de vijand.
HHM laten dan ook op het rekest apostilleren dat zij blijven bij hun voorgaande resoluties en apostilles.

2 De RvS moet adviseren over het verzoek van kapitein Andries Stuart zijn vorderingen af te rekenen of anders een jaarlijks traktement te mogen ontvangen.

3 Graaf Simon van der Lippe krijgt voorschrijven opdat Joris Boerave uit Leiden op korte termijn een uitspraak heeft in de zaak die hij namens zijn vrouw Elisabeth Bernerts voert tegen drost Levijn van Donop.

4 Conform het advies van de Rotterdamse Admiraliteit zal Jacob Gerrits uit Klundert zijn op 31 maart gevraagde voorschrijven aan Joachimi krijgen.

5 Joachimi schrijft d.d. Londen 23 maart onder meer dat het aantal toegeruste Engelse schepen vijftig bedraagt en dat de Engelse officieren klagen hun rekruten niet te kunnen transporteren bij gebrek aan konvooischepen.
HHM besluiten dit aan Z.Exc. mee te delen.

6 Marinus Hollaer schrijft d.d. 29 maart over de toestand van de vloot op de kust van Vlaanderen.

7 Kapitein Codde schrijft d.d. Texel 31 maart waarom hij bij Duinkerke zijn mast heeft moeten kappen.
Zijn schrijven zal worden toegevoegd aan de bij de overige kapiteins ingewonnen inlichtingen.

8 De president meldt dat Z.Exc. naar aanleiding van de gisteren ontvangen brief van de Amsterdamse Admiraliteit aanraadt de schepen op de Elbe te beletten naar Spanje te varen.
De Admiraliteit zal worden geantwoord twee schepen naar de Elbe te sturen met de opdracht zich te informeren over de met munitie en scheepsbehoeften geladen schepen. Ook moeten zij het uitvaren in de gaten houden, eventueel de Elbe opvaren, de schepen verkrijgen en hiernaartoe brengen. Joachimi zal op de hoogte worden gesteld zodat hij kan bevorderen dat de Engelsen ook op dergelijke schepen gaan letten. Hollaer krijgt ook bericht om ervoor te zorgen dat deze schepen in de gaten worden gehouden.

91 HHM besluiten de VOC te schrijven dat zij de verering van de Perzische ambassadeur zullen verzorgen vanaf de vertaling van de geloofsbrief tot dinsdagavond, waarna zij het aan de Compagnie overlaten.

10 De Middelburgse magistraat verzoekt d.d. Middelburg 31 maart om, in navolging van hetgeen HHM hem 23 maart hebben geschreven, toe te zien op hetgeen de baljuw toekomt in het vonnis in de zaak van David Jacobs van Heulen.
Het schrijven gaat met dit doel naar de gedelegeerde rechters.

11 De heer van Famars vraagt d.d. Heusden 2 april of HHM net als de gedeputeerden van Holland inzake de in die provincie gehouden verpachting menen dat de dorpen hun waren mogen halen waar het hun belieft.
HHM besluiten de RvS om advies te vragen.

12 Op het rekest van Godtschalck Dircksen van Elten om een paspoort voor Godtschalck Cops uit Goch voor een ombelemmerde handel in diens vlas, garen en linnen van het Land van Gulik [Jülich] op het Kleefse, laten HHM apostilleren dat het plakkaat handel tussen neutrale plaatsen niet verbiedt zolang vijandelijke bodem of garnizoenen worden vermeden.

13 Antwerpen en Rode rapporteren dat de declaratie van Vosbergen voor zijn verleden jaar gemaakte reis naar Denemarken, Zweden en de Nedersaksische Kreits 5.263 gld. 2 st. 8 p. bedraagt. Deze som is inclusief 87 gld. 10 st. voor een diamanten ring bedoeld als verering en berustend bij de legatiesecretaris De Bacchert totdat HHM over de verering van Vosbergen en van De Bacchert besloten hebben.
Gezien de zwaarte en lengte van met name de reis naar de Zweedse koning besluiten HHM Vosbergen te vereren met 1.100 gld. in plaats van de voor de legatie bepaalde 800 gld. Bacchert zal beloond worden met een daalder per dag gerekend vanaf ... 2 en de bovengenoemde ring.

14 Halewyn meldt dat de Fransman die zijn tabak reclameerde van het Turkse schip te Rotterdam, conform de resolutie van 13 maart 800 gld. heeft ontvangen. Hij laat de kwitantie zien.
Halewyn wordt bedankt.

15 Opnieuw besproken wordt de 26 maart ontvangen brief van de koning van Groot-Brittannië waarin deze HHM maant generaal Coenen niet opnieuw naar Oost-Indië te zenden, zoals hem is bericht.
Misselden, die bij de overhandiging van de brief op dit punt en ook over de kwestie van de tarra een besluit heeft verzocht, zal worden geantwoord dat de resoluties inzake het vertrek van Coenen onveranderd zijn. HHM verwonderen zich over de misleidende berichtgeving over deze zaak. Die moet wel afkomstig zijn van lieden die een goede verhouding tussen de compagnieën proberen te verstoren.
De zaak van de tarra gaat alle provincies aan en dus kan daarover pas een besluit vallen als met allen is overlegd. Zodra de mening van de gewesten bekend is, zal naar behoren beslist worden.
Joachimi zal ter kennisname een afschrift van de brief van Z.M. en ook deze resolutie worden gezonden.

16 Twee gedeputeerden van de Rotterdamse magistraat compareren en verzoeken bij akte gemachtigd te worden tot het bewerken van een algemene uitwisseling van gevangenen.
HHM zullen dit bespreken met Z.Exc. maar menen dat de prins van Portugal - die naar Brabant gaat - deze taak met meer luister zal uitvoeren en ook minder zal suggereren dat een dergelijke ruil hier zeer gewenst is.

17 De ontvanger-generaal vraagt per memorie hoe HHM de kwitantie van de per 19 jan. en 19 feb. vervallen maanden Venetiaanse subsidie gedateerd willen hebben. Gerard van Schoonhoven en Joost Brasser hebben die subsidie op 13 maart uitgekeerd, maar stellen hun geld gereed te hebben gehad vanaf de vervaldag in afwachting van de betalingsopdracht van HHM.
HHM besluiten dat omwille van uniforme rekening de kwitanties op de vervaldagen gedateerd worden.

1 Deze resolutie is gedrukt: Dunlop, Bronnen Oostindische Compagnie Perzië I, 691.
2 Datum niet ingevuld.