04/04/1626, 15

 
English | Nederlands

15 Opnieuw besproken wordt de 26 maart ontvangen brief van de koning van Groot-Brittannië waarin deze HHM maant generaal Coenen niet opnieuw naar Oost-Indië te zenden, zoals hem is bericht.
Misselden, die bij de overhandiging van de brief op dit punt en ook over de kwestie van de tarra een besluit heeft verzocht, zal worden geantwoord dat de resoluties inzake het vertrek van Coenen onveranderd zijn. HHM verwonderen zich over de misleidende berichtgeving over deze zaak. Die moet wel afkomstig zijn van lieden die een goede verhouding tussen de compagnieën proberen te verstoren.
De zaak van de tarra gaat alle provincies aan en dus kan daarover pas een besluit vallen als met allen is overlegd. Zodra de mening van de gewesten bekend is, zal naar behoren beslist worden.
Joachimi zal ter kennisname een afschrift van de brief van Z.M. en ook deze resolutie worden gezonden.