11/04/1626

 
English | Nederlands

11 - 04 - 1626

Presentielijst:

Gelderland:
Holland:
Zeeland:
Utrecht:
Friesland:
Overijssel:
Groningen:

Resoluties:

1 Dirck Laurenssen en consorten, in totaal achttien burgers en schippers uit Tiel, verzoeken de premie die toegekend zal worden vanwege zowel het verslaan van de vijand op Maas en Waal als ook de verovering van twee, hiernaartoe gebrachte stukken geschut, gelijkelijk onder hen te verdelen.
HHM laten de beslissing aan de RvS.

2 Naar aanleiding van het verzoek van Hulhuisen d.d. 27 maart adviseert de RvS op 8 maart Hulhuisen de omvang van de gebieden waarop hij ossen wil weiden te laten opgeven. Ook moet hij het aantal ossen opgeven en waarborgen dat het vee niet naar de vijand wordt overgebracht.
HHM besluiten conform het advies.

3 In verband met haar vertrek is Pasquina van der Hert eenmalig 18 gld. toegekend.

4 Andries Ungenade, vrijheer van Sanneck, is vanwege zijn armoedige toestand 200 gld. toegekend, zonder dat dit gevolgen mag hebben. Hij dient een schuldverklaring te overleggen.1

5 Na lezing van het advies van de RvS staan HHM die van Hooge Zwaluwe en Lage Zwaluwe toe zaaigoed tegen Bosch' licent uit Dordrecht te halen: honderd zakken haver en eenzelfde hoeveelheid gerst en bonen.

6 Andriesen Lodewych Janssen van Delft, wonende te Zutphen en Amsterdam, is toegestaan gedurende vijf jaar voor driekwart vrij van konvooien en licenten honderdduizend pond ruw koper en honderdduizend pond zinkerts over zee in te voeren. Zij zullen hun molen inrichten voor de productie van ketels die voor het sluiten van de licenten uit Aken [Aachen] kwamen.

7 Abbas heeft zijn verklaring van gisteren op schrift ingeleverd.
Zij gaat voor een reactie naar graaf Willem van Nassau die tevens wordt gelast geen paspoorten meer te verstrekken noch schepen te visiteren of zich anderszins met de konvooien en licenten te bemoeien.

8 Z.Exc. en de RvS compareren. Gelezen wordt het advies van de RvS over de resolutie van HHM van 7 april inzake de executie van hun uitspraak van 28 okt. 1625 over de generale middelen van Friesland.
Aangezien de Staten van Friesland niet hebben geantwoord op de vraag of zij de middelen nu wel of niet verpachten, zoals hun per brief d.d. 24 maart was verzocht, besluiten HHM nu conform het advies van de RvS de eerder naar Friesland afgevaardigde heren opnieuw te vragen naar deze provincie te gaan om aldaar de bovengenoemde uitspraak uiterlijk 12/22 april ten uitvoer te leggen. Dit zal de provincie worden geschreven met het verzoek de ordonnanties en verpachtingslijsten gereed te hebben. De gecommitteerde heren zullen overigens alles in het werk stellen de verpachting van de middelen in de steden en op het platteland per 1 mei in te laten gaan.
HHM verklaren de kwestie van de corporagelden, als de leden van de Staten dat willen, binnen vier maanden na de verpachting of zo veel eerder als met hen kan worden afgesproken, af te handelen.
Mocht zachte aandrang niet voldoende zijn, dan zullen de afgevaardigden van HHM met de hulp van stadhouder Ernst Casimir en de bereidwillige leden van de provincie, de verpachting doen executeren. De gedeputeerden zullen voorzien worden van patenten voor de nabijgelegen ruitercompagnieën die zij desnoods naar hun goeddunken kunnen inzetten. Ook zal geschreven worden aan de Admiraliteiten te Amsterdam , in het Noorderkwartier elk één, en aan het College te Dokkum om twee oorlogsschepen gereed te houden opdat de afgevaardigden van HHM die eventueel kunnen inzetten. Ook zullen deze schepen gebruikt mogen worden voor de aanhouding van personen, schepen en goederen van leden van de provincie die de verpachting niet willen uitvoeren.

9 Opnieuw in beraad genomen wordt het advies dat de RvS 28 feb. 1625 heeft gegeven over de kwestie van luitenant Gilpin die ten behoeve van zijn kapitein Herbert voor 1.100 gld. borg heeft gestaan bij de zwaardveger Salomon Michielsen. Dit bedrag zou hem kunnen worden uitgekeerd uit de gage van zijn kapitein in de periode dat deze in Duitsland was en vervolgens zou het geld moeten worden gebruikt ter voldoening van de schuld die immers voortkomt uit de levering van wapens aan Gilpijns compagnie.
HHM besluiten conform het advies en verzoeken de heren van Holland de 1.100 gld. te betalen uit de vervallen gage van Herbert.

10 Ordonnantie zal worden gedepêcheerd van 39 gld. 16 st. 8 p. voor de door Jasper Ravens op 19 nov. en 14 dec. 1625 geleverde fakkels die zijn gebruikt bij aankomst en afscheid van de hertog van Buckingham.

11 Doublet overhandigt een brief van de erfgenamen van Jan Monincx d.d. Parijs 5 maart met het bericht dat Sommelsdyck 4.000 gld. van hun heeft ontvangen en dat de wissel van 1.333 1/3 kroon tegen 125 p. per kroon is overgemaakt waarvan 800 kroon te betalen aan Govert van der Does en aan Daniël en Johan Barnard 533 1/3 kroon.
HHM accepteren de wissel en verzoeken de heren van Holland bij deze Doublet in de betaling van de wissel van geld te voorzien dat dan in mindering wordt gebracht op hun consenten.

12 Naar aanleiding van het 9 april ingediende rekest van de gouverneur van Meurs adviseert de RvS de helft van de gevraagde levensbehoeften toe te staan.
Er wordt nog geen beslissing genomen.

13 Jan Danckert krijgt voorschrijven aan de VOC opdat hij de stukjes satijn en zijde mag ontvangen die zijn broer, predikant in Oost-Indië, hem ten geschenke heeft gestuurd.

14 De leden van de RvS hebben aangevoerd dat Z.Exc. de executie van Gulik [Jülich] nog niet wil uitvoeren aangezien maarschalk Spierinck in 's- Gravenhage wordt verwacht voor onderhandelingen.
Er valt geen besluit.

15 De zaak van de fortificatie van Steenbergen wordt opnieuw ter hand genomen. Het voorstel is om eerst een redoute bij de vaart aan te leggen.
Een beslissing wordt uitgesteld.

1 De toevoeging dat van de obligatie een authentieke kopie moet worden ingeleverd is in S.G. 51 doorgehaald.