24/04/1626

 
English | Nederlands

24 - 04 - 1626

Presentielijst:

Gelderland:
Holland:
Zeeland:
Utrecht:
Friesland:
Overijssel:
Groningen:

Resoluties:

11 Aangevoerd wordt dat men in Frankrijk begint aan te dringen op de toelating van de Franse naast de Engelse ambassadeur tot de RvS .
Joachimi zal aangeschreven worden de hem op 28 maart toegezonden last in deze zaak onmiddellijk uit te voeren. Sommelsdijck moet hetgeen hij over de kwestie verneemt, opnemen met de Engelse ambassadeur in Frankrijk opdat er ook van die kant in Engeland over wordt bericht.

2 Op verzoek van het stadsbestuur van Enkhuizen zal aan Languerack worden geschreven naarstig te bevorderen dat de in Rouen in beslag genomen kruisharing wordt vrijgegeven. De inbeslagname is gedaan onder voorwendsel dat het aantal haringen per ton niet elfhonderd, maar slechts acht- à negenhonderd bedroeg.

3 Na te zijn ingehaald door twee gedeputeerden heeft de prins van Portugal zijn afscheid genomen onder dankzegging voor de hem bewezen eer en vriendschap.
HHM bedanken de prins, wensen hem een goede reis en verklaren dat zijn verblijf anderszins hun aangenaam zou zijn geweest. Noortwyck en Boetzeler zijn afgevaardigd om hun opwachting te maken ten huize van de prins.

4 Ten behoeve van Jan Faulconier, Daniël Godin, Jan de Marez c.s. zal Joachimi nogmaals worden geschreven te bewerken dat de Engelsen de wol teruggeven die zij uit diverse door de supplianten verzekerde schepen hebben gehaald.

5 De volmachten van Ameland verzoeken, naast de hun bij resolutie van 22 april toegestane 12.000 gld. uit de 2 gld. op een ton bier, nog een heffing te mogen doen ter betaling van hun schulden.
Na de heer van Ameland hierover te hebben gehoord laten HHM op het rekest apostilleren dat deze in een dergelijke belasting wil toestemmen tot een bedrag van maximaal 6.000 gld. mits de gemeente is gehoord en zich daartoe bereid heeft verklaard.
De volmachten dienen zich voor dit punt - dat HHM bij deze bij hem aanbevelen - tot hun heer te wenden. Het besluit van 22 april blijft echter in zijn geheel onverminderd van kracht.

6 Ter vergadering hebben twee gedeputeerden van de Rotterdamse Admiraliteit aangevoerd dat de raden een raming hebben gemaakt van de benodigde schepen voor de bewaking van de kust van Vlaanderen, de beveiliging van de visserij, het konvooi van de koopvaardijschepen en de tweede Engelse vloot. Ook al zetten zij zes in plaats van de gebruikelijke acht schepen in voor de visserij, dan nog komen zij vijf schepen te kort. Die willen zij kopen met subsidie van HHM.
HHM achten kopen beter dan huren, maar de Admiraliteit moet zich wel behelpen met de ontvangen subsidies en de nog te verwachten gelden uit de door de provincies gedragen consenten.

7 De WIC moet advies uitbrengen over het verzoek van Diego de Mendoça, voormalig gouverneur van Brazilië. Hij wil tegen een borg van 30.000 gld. vrijgelaten worden om met de Infanta de uitwisseling van de gevangenen te bewerken.

8 Aangezien er gevaar dreigt bij uitstel hebben de gedeputeerden van de stad Emden ter vergadering aangedrongen op een besluit over de punten die zij 21 april te berde hebben gebracht.
HHM zullen hun propositie ter hand stellen van de RvS om daarover, na overleg met Z.Exc., te adviseren. De gedeputeerden van HHM die in Emden zijn geweest zullen worden opgeroepen opdat de zaak in beraad genomen kan worden.
In een door dr. Amama ingeleverde propositie staat dat de graaf van Oost-Friesland bijna met de stenden tot overeenstemming is gekomen. Hij vraagt niet te beslissen over het verzoek van Emden totdat de graaf hier is gearriveerd.
De RvS moet ook hierover, na overleg met Z.Exc., adviseren.

9 Het verzoek van de weduwe van kapitein Spaen, bij leven commandant van Gennep, wordt aan de keurvorst van Brandenburg en zijn raden gezonden. HHM recommanderen haar het door haar man genoten traktement te laten behouden en bevelen haar kinderen aan in de goedheid van de keurvorst.

10 De Zeeuwse Admiraliteit en Marinus Hollaer verzoeken per brief meer schepen voor de kustbewaking te sturen.
HHM zullen de verschillende Admiraliteitscolleges daartoe aansporen.

112 De Pruisische regimentstraden verzoeken d.d. Koningsbergen 20 maart kapitein Podweltz toe te staan tot dienst van het hertogdom Pruisen honderdvijftig man uit de Kleefse compagnie te halen en daarenboven nog zestig soldaten te lichten. Ook zou men hem oorlogsmunitie, musketten en harnassen licentvrij naar Koningsbergen [Kaliningrad] willen laten vervoeren.
De RvS moet advies uitbrengen.

123 Schagen en Rode hebben de declaratie van Van der Nolle, waard van de herberg te Brielle bestudeerd en daarover gerapporteerd. Zij bedraagt 586 gld. 14 st. voor hetgeen de hertog van Buckingham voor zijn vertrek naar Engeland heeft verteerd.
Ordonnantie wordt gedepêcheerd.

134 Hofmeester Jan de Mortagne krijgt ordonnantie voor 400 gld. op rekening van hetgeen het land moet opbrengen in het onthaal voor de Perzische ambassadeur.

145 Secretaris Huygens brengt naar voren dat de RvS in de brief van Zevenwouden geen aanleiding ziet de resolutie op de zaak van Friesland van 21 april te wijzigen. Wel zou de brief aan Broechoven, die morgen naar Friesland vertrekt, meegegeven kunnen worden.
HHM schikken zich hiernaar.

156 De heren van Holland hebben een brief van het stadsbestuur van Gorinchem ontvangen waarin klachten worden geuit over het garnizoen van Heusden. Dat laat de huislieden die hun goederen uit deze stad halen namelijk niet ongemoeid.
De RvS moet advies uitbrengen.

1 Deze resolutie is door een klerk ingeschreven in S.G. 3906.
2 Deze resolutie is door een klerk ingeschreven in S.G. 51.
3 Deze resolutie is door een klerk ingeschreven in S.G. 51.
4 Deze resolutie is door een klerk ingeschreven in S.G. 51 en gedrukt: Dunlop, Bronnen Oostindische Compagnie Perzië I, 693.
5 Deze resolutie is door een klerk ingeschreven in S.G. 51.
6 Deze resolutie is door een klerk ingeschreven in S.G. 51.