30 - 04 - 1626
1Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
Adriaen Cornelisz. van Oosterhout mag conform het advies van de RvS d.d. 27 april zijn drie
koeien, een rode vaars, drie kalveren, een varken en huisraad
vrij
uit
Werkendam naar
Terheijden
terugbrengen.
2
De RvS adviseert d.d. 28 april het verzoek van
Govert Willemsz. uit Waalwijk om honderdvijftig magere ossen ter vetweiding
naar het Land van
Altena te brengen, af te wijzen.
HHM zullen hem een overzicht van de hoeveelheid weidegrond en ossen laten inleveren en vervolgens beslissen.
3
Baljuw, schout, burgemeesters en bestuurders van
Woudrichem verzoeken als "geersden" van het
Land van
Altena op de landerijen in
Altena
zoveel vee te mogen weiden als zij nodig hebben.
HHM zullen pas beslissen als zij een lijst met de hoeveelheid weidegrond en ossen die erop moeten grazen, hebben ingeleverd.
4
Het 27 maart ingediende verzoek van de
heer van Geffen zijn levensmiddelen uit
Grave te mogen
halen, is conform het advies van de RvS afgewezen.
5
De RvS moet adviseren over het verzoek van
Adriaen Adriaensz. van Bergen en van de kinderen van wijlen
Wilhem
Jacobsz. van
Bergen. Eerstgenoemde wil zijn vanwege de in
Breda met het turfschip in 1590 bewezen diensten
toegekende traktement van 300 gld. per jaar graag op naam stellen
van
zijn oudste zoon
Jan Adriaensz.
Het traktement
van
150 gld. per jaar van de overleden Wilhem
Jacobsz.
zou gesteld moeten worden diens oudste
zoon
Jan
Willemsz.
van Bergen.
6
Op nominatie van de
Staten van Holland
krijgt
Frans Jacobsz. Brasser, burgemeester van Schiedam, commissie als raad ter
Admiraliteit te Rotterdam
. Hij
heeft de
eed
afgelegd, maar verklaart zich niet aan een permanent verblijf in
Rotterdam te kunnen binden gezien de nabije
ligging
van de plaats.
7
Gerapporteerd wordt dat Z.Exc. akkoord is met het zenden van de compagnie van
Schorlemer naar
Soest
[in Westfalen].
Gent zou ook
wat stukken geschut uit de stad
Lünen naar Soest
kunnen brengen en moet daartoe de plattegrond van de fortificaties
van
Lünen maar opsturen.
HHM verzoeken Z.Exc. dit uit te voeren en aan de overste te schrijven.
8
Jacques Pietersz., koopman te Amsterdam, verzoekt met voorschrijven van de
stad
Amsterdam om toestemming zijn in
Antwerpen begonnen proces tegen
Bartholomeo
Campomenoso te renunciëren aangezien hij uit die stad
vanwege de religie is verbannen.
De
Raad van Brabant
wordt om advies verzocht.
9
In een memorie verzoekt de
heer van Rumen
kapitein
Moulert
geen bevel meer te geven in de gebieden van de
keurvorst
van
Brandenburg vanwege de tegen hem ingebrachte klachten.
Het verzoek
gaat
met andere stukken voor een beslissing naar de RvS. Die moet wel al
regelen dat de door Moulert
begonnen executie
wordt
gestaakt.
10
De
Amsterdamse Admiraliteit
antwoordt d.d. Amsterdam 28 april op het schrijven van HHM van 14 april dat men hier te lande kleine galeien of grote sloepen zou moeten bouwen die zich staande weten te houden onder de oorlogsschepen op de kust van
Vlaanderen of die zich bij zwaar weer kunnen terugtrekken op
Zeeland of
Calais.
11
Ter vergadering verschijnt de heer
Spirinck. Na gedane complimenten dient hij namens de vorst van
Neuburg zijn propositie
2 in.
Wolfgang Wilhelm heeft uit de van HHM ontvangen brief d.d. 25 nov. 1625 opgemaakt dat hij geacht werd binnen vier weken de betaling van de
keurvorst van Brandenburg te regelen of binnen eenzelfde termijn iemand te sturen om
de zaak met diens gedeputeerden af te handelen. Anders zouden de
Staten-Generaal zich verplicht zien Georg Wilhelm aan zijn recht te
helpen via executie. Hoewel hij ervan uitging daarop in zijn
schrijven
d.d. München 21 dec. 1625 afdoende te hebben geantwoord, zendt hij
nu
toch Spirinck voor nader protest en verdere toelichting.
HHM beantwoorden de complimenten en zeggen de propositie te zullen bestuderen alvorens erover te beslissen.
12
Z.Exc. zou graag zien dat HHM een bsluit namen over de 23 april ontvangen brief van de
gouverneur van Meurs.
Besloten wordt het halen van de gevraagde levensmiddelen toe te staan tegen betaling van 's lands rechten en tegen cautie van de betaling van tienvoudig Bosch' licent indien niet binnen twee maanden door gouverneur en magistraat van
Meurs attestatie wordt gegeven van de aankomst van de
benodigdheden.
13
Z.Exc. heeft
Laurens Reael aangewezen als admiraal over de schepen die bij de tweede
Engelse vloot worden gevoegd.
HHM geven hun approbatie en zullen morgen de instructie resumeren.
14
De door
David Pallache op 27 april overhandigde akte van ridder
Jan de
Kesseler, heer van Marquette, raad en afgezant van de
koning
van Spanje, wordt besproken. De akte is niet in overeenstemming met
de
bedoeling van HHM. Die zouden alleen willen onderhandelen over een
algehele uitwisseling van gevangenen te water zonder betaling van
rantsoen,
maar wel van onderhoudskosten.
Pallache mag weer naar
Brussel
reizen en daar verklaren dat indien de
Infanta
Kesseler op 25 mei naar
Middelburg in
Vlaanderen stuurt, HHM op die dag
Daniel
Slachmulder, advocaat-fiscaal van de Zeeuwse
Admiraliteit,
daarnaartoe zullen zenden. Pallache krijgt
paspoort
mee van Z.Exc. voor Kesseler en in Brussel zal
Pallache paspoort voor
Slachmulder moeten zien te
verkrijgen.
Ondertussen zal de Admiraliteiten worden geschreven de namen van de gevangenen uit hun ressort op te sturen zodat er een algemene lijst kan worden gemaakt. De
WIC
zal worden geschreven nu over de uitwisseling wordt onderhandeld haar gevangenen toe te voegen opdat de ruil vooruitgang boekt. Ook als er geen rantsoen wordt gesteld dient voorkomen te worden dat vanwege particuliere overwegingen de uitwisseling niet doorgaat, aangezien dat groot misnoegen van de luid klagende en smekende vrouwen, kinderen en verwanten van de gevangenen zal opleveren.
15
De Gecommitteerde Raden ter
Admiraliteit te Amsterdam
schrijven d.d. Amsterdam 29 april vernomen te hebben dat namens de
gouverneur van Brouage vrije uitvoer van wapens verzocht zal worden, maar dat
dit particuliere handel betreft waarover 's lands rechten behoren
te
worden betaald.
HHM antwoorden daar te zijner tijd acht op te zullen slaan. Ook sturen zij de raden een afschrift van de brief van de
Franse koning waarop op 8 jan. de vrije uitvoer van wapens voor
vijfduizend
man is toegestaan. Zij dienen die uitvoer op te schorten als ook
hierbij iets van particulier belang is gebleken.
16
De ontvanger-generaal van Brabant
Swerius schrijft dat
Z.Exc. de
ontvanger van
Heusden heeft opgedragen 4.000 gld. uit te
betalen
aan zijn thesaurier
Brouwer. Dit
bedrag had de
ontvanger voor Swerius opgebracht uit de
dertiende
penning van de contributies tot betaling van de Brabantse rente.
Noortwijck en
Beaumont zullen hierover
met Z.Exc.
spreken.
17
Doublet compareert en deelt mee nog geen lening te hebben kunnen
afsluiten voor de betaling van de Engelse regimenten. Hij verwacht
morgen nader bericht van zijn makelaars.