11
Ter vergadering verschijnt de heer
Spirinck. Na gedane complimenten dient hij namens de vorst van
Neuburg zijn propositie
1 in.
Wolfgang Wilhelm heeft uit de van HHM ontvangen brief d.d. 25 nov. 1625 opgemaakt dat hij geacht werd binnen vier weken de betaling van de
keurvorst van Brandenburg te regelen of binnen eenzelfde termijn iemand te sturen om
de zaak met diens gedeputeerden af te handelen. Anders zouden de
Staten-Generaal zich verplicht zien Georg Wilhelm aan zijn recht te
helpen via executie. Hoewel hij ervan uitging daarop in zijn
schrijven
d.d. München 21 dec. 1625 afdoende te hebben geantwoord, zendt hij
nu
toch Spirinck voor nader protest en verdere toelichting.
HHM beantwoorden de complimenten en zeggen de propositie te zullen bestuderen alvorens erover te beslissen.
1
Geïnsereerd in S.G. 3185.