15 - 06 - 1626
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
In een brief d.d. 12 juni bericht graaf
Floris van Culenborch aldaar te zijn aangesproken door
de heer van
Elderen
die niet toegaf dat hij eerder serieus met
Carpentier gesproken had.
Terloops heeft hij
wel
verschillende keren verklaard geen last te hebben over vrede of
bestand
te onderhandelen.
Dit zal aan Z.Exc. worden meegedeeld.
2
In zijn brief d.d. Venetië 29 mei schrijft
Berck dat hij de betaling van het subsidie niet gedaan krijgt.
Gerapporteerd wordt dat de ordinaris en extraordinaris ambassadeurs
van
Venetië hebben toegezegd in
hun
brieven de betaling ernstig aan te bevelen. Zij zijn niet gelast
hier
iets in deze kwestie te verrichten.
HHM zullen ook aan de Venetiaanse republiek schrijven met het verzoek zich aan de alliantie te houden en
het subsidie uit te keren.
3
De extraordinaris ambassadeurs van Venetië1 zijn van plan vanmiddag te vertrekken.
Kelffken,
Schagen en
Boetzeler zullen hun uitgeleide
doen. Z.Exc. zal
worden verzocht de heren tot aan de Hoornbrug te begeleiden. De
heren
zullen vanaf die plek met enkele schuiten naar
Rotterdam worden gebracht. Er zal geen verder
defroyement plaatsvinden.
4
Van
Haga zijn twee brieven d.d. Constantinopel [Istanbul] 18 april
ontvangen die
geen resolutie vereisen.
5
Ter vergadering verschenen doet kapitein
Van der Burcht verslag van zijn confrontatie met de vijand. Hij was met 28
visserijschepen de
Maas afgevaren tot voorbij
Schotland waar hij in gevecht raakte met drie uit
Spanje komende schepen geladen met zout, olie en
andere waren. Zij waren op weg naar
Duinkerke om
van
daaruit als oorlogsschepen ingezet te worden. Na een zes uren
durend
gevecht wist hij het schip van de vice-admiraal de grond in te
boren. Een ander schip, uitgerust met veertien gotelingen en tien
steenstukken, is veroverd en naar de Maas gebracht. Het
admiraalschip
is in de nacht ontkomen. In totaal heeft hij 65 personen
opgebracht.
De kapitein wordt bedankt voor zijn inspanningen en zal met een gouden keten worden vereerd. Ook wordt hem een groter schip toegezegd.
6
Namens de
VOC ter Kamer Amsterdam
zijn de bewindhebber
Bicker en advocaat mr.
Willem
Boreel
gecompareerd. Zij hebben mondeling en schriftelijk uiteengezet dat
de
opnemers van de rekening hun werk hebben gestaakt. Zij verzoeken
HHM de
opnemers te ontbieden voor het geven van een verklaring van hun
handelwijze en tevens maatregelen te nemen waardoor het sluiten van
de
rekening mogelijk wordt.
Met een beslissing wordt nog gewacht.