23 - 06 - 1626
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
Ter vergadering verschijnt kapitein
Van der Burcht die conform de resolutie van 15 juni is vereerd met een
gouden keten. De keten weegt dertien once twee engels tegen 36 gld.
10
st. per once en kost 478 gld. 3 st. Het fatsoen tegen 28 st.
per
once komt op 18 gld. 5 st. en de medaille kost 104 gld. Tezamen
levert
dat een bedrag op van 600 gld. 8 st. De kapitein heeft HHM bedankt
en
beloofd zijn inspanningen voort te zetten.
2
Op attestatie van respectievelijk de burgemeester en heemraden van
Besoijen en de richter en heemraden in het ambacht
Sprang in
de
Langstraat, mogen
Michiel
Willemsen
Jagers,
Wouter Gijsberts
en
Claes
Goyerts uit Besoijen en
Anthonis Cornelis
Janssen,
Hendrick
Stoffelen,
Jacob Hendricx de Bie,
Aert Adriaenssen
Glaviman,
Aert Jan
Janssen,
Jan
Dirck Thomassen, de weduwe van
Dirck Adriaenssen de Lange
Maiken
Pieterssen en
Pieter
Driessen de
Wit uit Sprang ieder twee paarden voor de landbouw naar
Besoijen respectievelijk Sprang brengen tegen betaling van Bosch'
licent en op voorwaarde dat zij niet elders terechtkomen.
3
Aan
Meinsge Pleunen, echtgenote van
Claes
Hendrixen, soldaat
in de compagnie van
Ten Halte
op
de vloot van
L'Eremite, is toegekend de som van
...
1
4
Over het verzoek van
Pierre de Rodes om ernstvuurwerk te mogen maken zal de RvS in overleg met
Z.Exc. disponeren.
5
De RvS moet adviseren over het verzoek van
Bartholomeus de Moor om met zijn familie in
Doel
[Beveren]
te mogen gaan wonen.
6
Kapitein
Swart vraagt om voorschrijven aan de
Deense
koning of anders een compagnie in dienst van de
Republiek.
Zijn verzoek is afgewezen.
7
In rekesten van luitenant-kolonel
Du Motet, de kapiteins
Du Bois,
Cousyn,
Semetton en
Thibaut en ook
Daniel de
Ganie
Fellin, kapitein in het regiment van graaf
Willem
van Nassau, allen gerepartieerd op
Zeeland
alsmede in verzoeken
van de op
Gelderland
gerepartieerde
kapiteins
Malaguot,
Durefort en
Boisgrenier wordt geklaagd over
het uitblijven
van
betaling door deze provincies.
De RvS zal proberen via brieven of bezending de provincie Zeeland ertoe te brengen de compagnieën te aanvaarden. De gedeputeerden van
Zeeland is verzocht hierin behulpzaam te zijn. De gedeputeerden van
Gelderland hebben toegezegd in een gesprek met de
RvS
deze tevreden te zullen stellen.
8
De gedeputeerden van
Holland hebben ter tafel gebracht dat de magistraat van
Amsterdam betaling verzoekt van het bedrag waarmee
de
levensmiddelen voor de bevrijding van
Breda zijn
gekocht. Het betreft een bedrag van 9.2842 gld. 8 st. 9 p. en de
bijbehorende rente over de periode 16 december 1624 tot 12 januari
1626.
De RvS zal de magistraat met een beslissing tevredenstellen.
9
De
ambassadeur van Frankrijk compareert en laat een aan hem gerichte brief van de
koning lezen. Het betreft een
door de
Oost-Indische
Compagnie van
Dieppe tegen de
VOC
aanhangig gemaakte kwestie.
De inhoud
van
de brief is op schrift gesteld en ingeleverd2 met het verzoek om een schriftelijk antwoord.
In het eerste met Louis en - lager - met
Phelijpeaux ondertekende
deel van de brief d.d. Fontainebleau 6 mei, vraagt Z.M. de
Staten-Generaal zijn onderdanen tegemoet te komen volgens de door
D'Espesses uiteen te zetten details. In het
vervolgdeel
vraagt de ambassadeur HHM om een een
minnelijke schikking. Men moet dat los zien van het oordeel dat
op 20
juni 1625 in 's-
Gravenhage is geveld in de zaak
tussen
de Oost-Indische Compagnie te Dieppe en de VOC en dat de Franse
Compagnie niet geheel tevreden heeft gesteld. De schikking zou
eventueel tot stand gebracht kunnen
worden door
Langerack te machtigen
hierover in
Frankrijk met gecommitteerden van Z.M. te
onderhandelen.
HHM hebben gezegd de ambassadeur schriftelijk te zullen antwoorden. Een afschrift van de Franse tekst gaat naar de VOC voor een reactie waarin hetgeen is voorgevallen wordt weergegeven.
10
Hans Isenach, voormalig kapitein in Bahia de Todos os Santos, verzoekt
HHM maatregelen te
treffen zodat hij door de
WIC
betaald
wordt.
Fiscaal
Sille zal worden gevraagd de situatie toe te lichten.
11
De luitenant-admiraal van Zeeland
Haultain is ter vergadering verschenen en voert aan dat op de onder
zijn bevel varende schepen 1.200 Franse soldaten zijn vervoerd
waarvan de proviand niet is betaald. Aangezien vier kapiteins
hiernaartoe zijn gekomen om betaling te eisen, verzoekt hij HHM om
een
resolutie die deze mannen aan hun geld helpt.
Afgesproken wordt dat Haultain vanmiddag naar de ambassadeur van Frankrijk gaat om de
situatie uiteen te zetten. Morgen zullen dan enige heren worden
aangewezen om met
D'Espesses over de betaling
van
de proviand te spreken.
12
Aangevoerd wordt dat
Joost Brasser weigert geld te verstrekken op de Franse wisselbrieven. Nu
ook
Pieter van Beeck zich heeft
geëxcuseerd
wordt
Doublet, ter vergadering ontboden,
opgedragen
met
anderen zaken te doen opdat het regiment
Candale en
de nieuwe ruiters kunnen worden betaald.
13
De gedeputeerden van
Holland vinden het goed dat met
Paul de
Wilm wordt
onderhandeld over de aan de
Deense
koning te
verschaffen 100.000 gld. mits hij voor de restitutie geen aanspraak
maakt op het particulier krediet van Holland. Is dat wel het geval,
dan
moet met
Louis de Geer worden
onderhandeld.
Aangezien De Geer het bedrag wil verrekenen, wordt de
Hollandse gedeputeerden bij deze nogmaals verzocht hun particulier
krediet te stellen, opdat de zaak kan worden afgedaan.
14
De linnenwever
Jan Veerlingh en
Abraham Duijcker,
inwoners van Goch,
beklagen zich over kapitein
Moulert die hun 179
rijksdaalder en nog wat goederen heeft afgenomen.
Hun rekest gaat voor een beslissing naar de RvS.
15
Ridder
Samuel de Campet, baron van Sauion, schrijft in zijn rekest dat hij enige
jaren geleden uit een
prijsschip een aantal kisten suiker heeft verkocht aan
Jan
Picault, koopman te La Rochelle.
Picault
heeft de kisten doorverkocht aan een suikerbakker in
Amsterdam en nu is er tussen koper en verkoper een
geschil omdat er in de kisten twee stuks plaatzilver zijn gevonden.
De
platen zijn in bewaring gegeven bij de magistraat van Amsterdam. De
baron meent het zilver te mogen opeisen en verzoekt daartoe HHM om
voorschrijven aan de magistraat.
HHM zullen aan de magistraat schrijven kort recht toe te passen.
16
De RvS laat in een schrijven d.d. 20 juni weten dat de heren van
Holland
onlangs hebben doen aanzeggen in het vervolg het sluiten van de monsterrollen van de op hun provincie gerepartieerde compagnieën op zich nemen. De Raad verzoekt HHM in een uitvoerige uiteenzetting van redenen om een verordening waaruit blijkt waarmee het algemeen belang het best is gediend en hoe de Raad zich nu en in de toekomst dient te verantwoorden.
De gedeputeerden van
Holland is verzocht omwille van het landsbelang af te zien van deze
innovatie. Zij hebben om een kopie van de brief gevraagd voor
overleg
met hun principalen.
17
Sijmon van der Meiden en
Jacob van Nispen doen
ter vergadering
verslag van hun wedervaren in
Deventer. De
magistraat van deze stad heeft de door
Brienen
geëiste doodsstraf tegen
Meinertsen
niet willen overnemen en uitsluitend
toegestaan dat de beklaagde een uiteenzetting van de mondelinge
klacht
door de secretaris ter hand gesteld zal worden. Hij moet daarop
binnen
acht dagen mondeling reageren. Die termijn is vervolgens verlengd
tot
26 juni o.s.
18
Namens
Hoorn wordt nogmaals aangedrongen op de teruggave van het geschut
dat vorig jaar naar
Bremen is gestuurd ten behoeve
van de
Deense koning.
Aangezien de Deense koning de kanonnen niet meer nodig lijkt te hebben, zal
Aissema geschreven worden die met hun attillage terug te sturen.
In het geval de
administrator van
Maagdenburg
behoefte zou hebben aan vier of vijf stuks geschut, mogen die aan
de
Deense koning worden geleverd tegen het eerder afgesproken
ontvangstbewijs.
Het kanon met het wapen van Hoorn dient echter teruggezonden te
worden.
19
Naar aanleiding van de memorie van
Rumen en het rapport van de gecommitteerden die met
Spierinck hebben gesproken over de
klachten van
de
religieverwanten in het Land van
Gulik
[Jülich] en het Land van
Berg,
besluiten HHM dat Spierinck, op diens verzoek,
een
kopie van de klachten gegeven zal worden en dat, conform eerdere
resoluties, de regering van
Palts-Neuburg
geschreven
zal worden een eind te maken aan de slechte behandeling van de
geloofsgenoten.