07 - 07 - 1626
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
Op attestatie van de schout van
Dussen en
Munsterkerk mag
Jan Adriaenssen
Crackert een paard naar Munsterkerk
brengen
tegen Bosch' licent en onder waarborg dat het daar blijft.
2
In zijn advies d.d. 4 juli op het verzoek dat
Gorinchem en
Heusden 3 juli hebben ingediend, stelt de
RvS dat het land het best gediend is met het toestaan aan de
dorpen
hun benodigdheden daar te halen waar het hun het beste uitkomt,
maar
wel op een vastgestelde lijst. Ter voorkoming van fraude kunnen de
licentmeesters dan naar waarheid de gehaalde waren en de datum
aantekenen op die lijst. Het bier kan zonder lijst worden gehaald,
want
de vijand neemt dat toch niet af, maar wel met voldoende toezicht
op
eventuele fraude.
De gedeputeerden van
Holland hebben de zaak nog in beraad gehouden.
3
Beaumont brengt naar voren dat de
Staten van
Zeeland
aan de
Admiraliteit in
Zeeland
in totaal 222.000 gld. heeft geleverd, in
porties
van achtereenvolgens 50.000, 100.000 en 72.000 gld., ter betaling
van
de door de RvS verzochte subsidies voor de Admiraliteiten. Verzocht
wordt om ordonnantie op de
ontvanger-generaal voor
dit bedrag als betaald aan het genoemde Admiraliteitscollege.
De getoonde stukken gaan naar de RvS die de nodige ordonnanties moet laten depêcheren. Doublet zal vervolgens Zeeland voor het
totaalbedrag decharge verlenen.
4
Jan ter Poortten, richter te Uedem, en
Johan van
Weli,
secretaris te Weeze, laten weten dat zij vanwege hun klachten over
Moulert niet meer veilig waren in
hun woonplaats
en
hebben moeten vluchten. Zij verzoeken Moulert te
gelasten hen ongemolesteerd te laten.
HHM laten dit op het rekest apostilleren en leggen de kapitein op zich hieraan te houden, tenzij hij redenen heeft om dit niet te doen. Die moet hij dan wel binnen 48 uur overhandigen.
5
Naar aanleiding van de declaratie van de
Generaliteitsmuntkamer
wordt gerapporteerd dat de generaalmeesters alle dagen in drie jaar en vier maanden als vacatiedagen beschouwen en dat uit diezelfde periode
Nispen ook al zeventien maanden heeft opgevoerd in een eerder
ingediende declaratie van verrichte werkzaamheden inzake het goud-
en
zilverdraadwerk.
Rantwyck,
Van der Meer,
Rode en
thesaurier-generaal
De Bie, 1
april 1625
gecommitteerd tot het onderzoek van de laatstgenoemde declaratie,
zullen nagaan of de daggelden toen zijn geschrapt dan wel geheel
of
gedeeltelijk zijn toegekend. Afhankelijk van de uitkomst zal dan
over
de daggelden uit de tweede declaratie van
Nispen
c.s. besloten worden. Tevens hebben HHM besloten de declaratie
niet
te
sluiten totdat zij van griffier
Aerssens hebben
vernomen hoe het zit met de door de generaalmeesters gelichte
cisailles en essays.
6
Alvorens een definitief besluit te nemen over de servitiën voor
Breda zal met de RvS en Z.Exc. worden gesproken over de in de
toekomst voor deze zaken te gebruiken grondslag.
7
De licentmeester te Emmerik
Jacob van den Broeck schrijft d.d. Emmerik [Emmerich] 30 juni in antwoord op de
brieven van
HHM d.d. 27 mei en 26 juni dat de daar binnenlopende schepen hun
lading
snel lossen en naar de stad brengen. Er bestaat dus nauwelijks
kans
op benadeling van het land door lorrendraaiers.
Er valt geen besluit.
8
Jacob Hermanssen krijgt 12 gld. voor reizen die hij beweert in
dienst van het land gemaakt te hebben, mits fiscaal
Sille dit middels attestatie
bevestigt.
9
Het verzoek van kapitein
Gibson om een tegemoetkoming voor de vier maanden die hij op de
Engelse vloot heeft doorgebracht wordt doorgestuurd naar de RvS
voor
een
beslissing.
10
Op het rekest dat die van
Besoijen op 8 juni hebben ingediend, adviseert de RvS aan hen alleen
toe te staan in plaats
van een halve een hele last bier per week te halen.
HHM besluiten dit gedurende drie maanden toe te staan.
11
De
Zeeuwse Admiraliteit
schrijft d.d. 24 juni dat de officiers van de konvooien en licenten in
Vlaanderen is opgedragen geen invoer van Vlaams linnen toe te staan,
hetgeen door HHM is goedgekeurd. Ook meldt het College dat een
grote
hoeveelheid koren en andere waren vanuit de
Brabantse
dorpen naar de vijand wordt vervoerd onder het voorwendsel dat het
om
eigen gewas zou gaan. Hierop zal nader worden toegezien.
12
Dirck Abbas en
Joris Sforcen, generaals
van de
konvooien en licenten, schrijven respectievelijk d.d. Enkhuizen 30
juni en d.d. Amsterdam 3 juli in antwoord op de brief van HHM d.d.
11
juni dat op hun kantoren ten aanzien van de goederen die naar
Calais gaan de resolutie van 18 okt. 1625 wordt
uitgevoerd.
13
Orateur
Haga schrijft d.d. Constantinopel [Istanbul] 18 mei en
Carl van Cracou schrijft d.d.
Elseneur [Helsingør] ... 1
Er valt geen besluit.
14
De gedeputeerden van
Holland hebben opnieuw aangedrongen op besluitvorming inzake de
uitwisseling van gevangenen.
Morgen zullen de retroacta worden geresumeerd.
15
De gedeputeerden van
Holland hebben aangedrongen op de hervatting van de besluitvorming
over het plakkaat op de Munt, in het bijzonder over de
rijksdaalders.
Kelffken,
Beaumont,
Rode,
Lyclama,
Ter Cuilen en
Broersema zullen de zaak
resumeren.
16
Jacques van der Elst mag gedurende vier maanden met paarden en bagage absent
zijn van zijn compagnie.