08 - 08 - 1626
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
De
Venetiaanse ambassadeur laat in een memorie weten dat de parels die door ruiters
uit
Geertruidenberg zijn buitgemaakt in
het Land van
Namen nu in handen zijn van
raadsheer
Hessels en verkocht dreigen te
worden.
De memorie gaat naar de RvS die, totdat een nadere beslissing is genomen, moet voorkomen dat de parels verspreid raken of worden verkocht.
2
Het stadsbestuur van
Schiedam schrijft d.d. 7 aug. ten gunste van de reders van
Pieter Govertsen.
De brief gaat naar
Joachimi die Govertsen moet bijstaan in het terugkrijgen van schip en
goederen van de Engelsen.
3
De adviezen van de RvS op de verzoeken van
Ravenstein en andere plaatsen om levensbenodigdheden te mogen halen,
luiden dat niets
gedaan kan worden zolang HHM geen besluit hebben genomen over het
plakkaat van retorsie. Nu dat gisteren is gevallen, gaan de
rekesten
weer terug naar de RvS voor nader advies.
4
Het traktement van
Vijt Janssen van Hensberch, adelborst van kapitein
Van der
Meulen, wordt verhoogd van 8 naar 12 gld. per 42 dagen.
Hij
was
gids tijdens het beleg van
Breda en is door de
vijand gemarteld.
5
De RvS heeft geadviseerd het rekest van de ingezetenen van
Uedem in het Land van
Ravenstein af te wijzen.
Zij
wilden hun wol
ruilen tegen laken van de plaatselijke lakenkopers.
HHM besluiten conform het advies.
6
Dr.
Pynacker heeft een wissel van 3.330 realen van achten getrokken tegen
vijftig procent.
Alvorens de wissel te accepteren zal nagezien worden hoeveel hij tot nu toe heeft getrokken.
7
Z.Exc. bericht d.d. Isselburg 5 aug. over hetgeen zich heeft
afgespeeld.
Behoeft geen resolutie.
8
De heren van
Holland melden dat de RvS weliswaar de monsterrollen heeft
overhandigd, maar zonder toebehoren.
Van der Haer is ontboden en gelast ook het toebehoren te leveren. Na
gebruik zal alles worden teruggegeven. De commies heeft
geantwoord
dit aan de RvS te zullen melden.
9
Thysgen Hendrix, moeder van
Hendrick
Janssen, geeft te
kennen dat haar zoon door dr.
Pynacker is
geruild
tegen een schipper uit
Rotterdam en in
Tunis is achtergelaten in slavernij met nog
vijftig
andere Nederlanders. Pynacker zou daarvoor 300 realen van achten
hebben
ontvangen.
Aan de
agent aldaar zal worden geschreven HHM te informeren over de
situatie en tevens te bewerken dat Janssen vrijgelaten wordt, maar
zonder kosten voor het land.
10
Cracou schrijft d.d Elseneur [Helsingør] 16 juli.
Vereist geen resolutie.
11
Van de gedeputeerden te velde bij
Ernst Casimir is een schrijven ontvangen waarin zij berichten over het
uitblijven van betalingen zodat zij zelf aan elk van vier Engelse
compagnieën een weekgeld van 150 gld. hebben moeten
voorschieten. Voor
vier
Franse compagnieën staat hetzelfde te gebeuren.
De
ontvanger-generaal, ter vergadering ontboden, is gelast zorg te dragen voor de
Franse en ruitercompagnieën. Hij heeft toegezegd daarover
met de
solliciteurs te spreken. De gedeputeerden te velde zal worden
geantwoord dat zij Ernst Casimir een tweede en desnoods een
derde
week mogen laten uitbetalen.
12
Op aanhouden van
Carleton is toegestaan dat de op 2 aug. goedgekeurde uitvoer
van wapenen voor driekwart vrij mag geschieden.
13
Jan van Vosselen vraagt in tweede instantie de uitvoer van de wapens voor de
koning van Zweden vrij van licent
te maken. Hij
voert
aan op grond van een in september 1625 verleende akte nog
driehonderd
corseletten en driehonderd helmen vrij te mogen uitvoeren.
HHM staan hem toe de oude wapens licentvrij uit te voeren maar blijven bij hun eerdere resolutie wat de nieuwe wapens aangaat.
14
De controleur te
Heusden laat weten dat de dorpen aan de overzijde van de
Oude Maas denken dat zij geen licent hoeven te
betalen
over hun bier.
Op de remonstrantie wordt geappointeerd dat zij verplicht zijn licent te betalen.
15
De
baljuw van Sluis bericht dat het tijd is voor de wetsverandering in
Vlaanderen. De heren
Huissen,
Lodestein en
Johan van
Vosbergen zijn gecommitteerd tot de verandering van wet
in
het
Vrije van Sluis,
Aardenburg en
Oostburg.
16
De RvS laat in zijn advies weten dat
Emmerik
[Emmerich] vorige jaar tien samoureuzen met turf voor de wachtposten is
toegestaan.
De stad mag voor hetzelfde doel eenzelfde hoeveelheid opnieuw, vrij van licent, invoeren.
HHM besluiten ook conform het advies van de RvS dat Emmerik uit
Amsterdam vijftig last rogge mag halen, tegen licent en onder de
waarborg dat de rogge niet naar elders wordt vervoerd.
17
Naar aanleiding van het verslag van
Rantwyck,
Antwerpen,
Walta en
Ter Cuilen is besloten met
Joost
Brasser in zee te gaan voor het overmaken van de 30.000
rijksdaalder naar
Constantinopel
[Istanbul] voor de
prins van Transsylvanië.
Berck,
Haga en
Aisma
zullen op de
hoogte
worden gesteld. In het door
Van
Goch en Brasser ondertekende
akkoord1
beloven HHM
aan de
Amsterdamse koopman Joost Brasser het bedrag van 75.000 gld. in
banco
uit te keren in 17.647 Hongaarse dukaten tegen 4 gld. 5 st. per
dukaat. Bovendien krijgt hij vooraf 10.500 gld. of veertien
procent voor de
verwachte kosten en moeilijkheden. Tezamen vormt dat een bedrag van
85.500 gld. waarvan een derde nu, het volgende over twee
maanden
en het laatste deel over vier maanden wordt uitgekeerd tegen een
rente van 6¼ procent. In
ruil
daarvoor zal Brasser aan Haga te Constantinopel 17.647 Hongaarse
dukaten uitbetalen binnen drie maanden nadat het eerste deel van de
85.500 door HHM in banco is uitbetaald.
18
Het verzoek van burger
Henrick de Vryes laken van
Rees naar zijn woonplaats
Xanten te mogen brengen, is afgewezen.
19
HHM beschikken nog niet op het verzoek van het stadsbestuur van
Aken
[Aachen] om ondanks het plakkaat van retorsie toch vrij handel te
mogen drijven.
20
De boeken van
Borre2 zullen niet
door de
provincies worden aanvaard. Wel zullen HHM het aan de vergadering
overhandigde exemplaar houden en betalen met 16 gld. 10 st.
21
Muntmeester-generaal
Beveren heeft een vervalste goudgulden ingeleverd. De munt lijkt op
de nieuwe Kamper goudgulden, maar is niet meer dan 15 st.
waard.
Besloten wordt de goudgulden af te drukken en met de Batenburgse schelling te verbieden. De provincies zullen inmiddels worden gewaarschuwd.
22
HHM hervatten het 20 juni besproken advies van de RvS inzake het verzoek van de
weduwe van La Case om een traktement, maar besluiten er niet op in te gaan.
23
De RvS acht HHM beter dan de Raad in staat om met gezag en effect iets te doen aan hetgeen is bericht over licentmeester
Sniders te Maaseik.
HHM zullen indringend aan de drost en magistraat van
Maaseik schrijven maatregelen te nemen die resulteren in een passende
straf en het gebeurde in de toekomst doen voorkomen.