02/09/1626

 
English | Nederlands

02 - 09 - 1626

Presentielijst:

Gelderland:
Holland:
Zeeland:
Utrecht:
Friesland:
Overijssel:
Groningen:

Resoluties:

1 Na nieuw beraad is besloten dat de ontvanger-generaal tegen simpele kwitantie op het land decharge zal verlenen van de 400 gld. voor David Pallache.

2 Jacob Muis, baljuw van Strijen, wil de wachtkapiteins bevelen alle paarden die uit het Land van Strijen komen, aan te houden en over te dragen.
Op grond van het advies van de RvS zal aan de Rotterdamse Admiraliteit worden geschreven te bepalen zonder speciale toestemming van HHM geen paarden meer door te laten. Als de ruiters te Bergen op Zoom zich hierover bezwaren zal worden bezien hoe dat het best geregeld kan worden. Op het rekest van de baljuw zal worden geappointeerd dat hij paarden, maar ook andere goederen die in strijd met de plakkaten van HHM worden uitgevoerd, in beslag mag nemen.

3 Essen, Beaumont en Hertevelt rapporteren bij terugkeer uit het leger van Z.Exc. dat Famars te Kieldrecht in het Land van Hulst op zaterdagochtend [28 aug.] op de vijand is gestuit. Die was daar met volk, paarden en zes stukken geschut op donderdagavond [26 aug.] aangekomen. Met deze kanonnen en met die van het fort te Kieldrecht is op de schepen van Famars geschoten zodat hij niet kon landen. Op hun advies heeft Z.Exc. zich toen teruggetrokken en is hij vervolgens noordwaarts getrokken. Dit alles is ook door Z.Exc. aan HHM geschreven op 30 augustus.
De heren zijn bedankt voor het verslag en is verzocht naar Z.Exc. terug te keren om met hem, graaf Ernst en de andere gedeputeerden te velde te overleggen over de nu te volgen aanvalsstrategie. Dit zal ook aan Z.Exc. worden geschreven met de verzekering dat HHM hem zullen voorzien van en ondersteunen met al het nodige.

4 De door de RvS opgestelde instructie voor de gecommitteerden die naar Oost-Friesland gaan is gelezen. De naar het leger terugkerende gedeputeerden krijgen een kopie mee om met Z.Exc. te bespreken. Van diens goedkeuring dienen zij zo spoedig mogelijk bericht te doen.

5 Willem van Ansem verzoekt het traktement van 20 gld. per maand dat hij ontving voordat hij naar Oost-Indië vertrok, te hervatten.
Is afgewezen.

6 Het verzoek om een lening van 1.200 gld. van Joos Minne is eveneens afgewezen.

7 Commies Casenbroot is binnengekomen en verzoekt namens de RvS het nadere besluit inzake de kapiteins die onder de Deense koning hebben gediend te mogen vernemen.
De RvS dient over deze kwestie zo te beslissen dat het land daarmee is gediend en zo weinig mogelijk kosten heeft.

8 Rogier Langfort verzoekt het door de Admiraliteit in Noord-Holland gewezen vonnis ten gunste van kapitein Joris Martenssen te hernemen.
HHM laten appointeren dat hij zich met revisie dient te behelpen.

9 Daniel Huart verzoekt in Middelburg een ververij te mogen beginnen
HHM laten appointeren dat hij zich moet wenden tot de Staten van Zeeland .

10 Van de prins van Transsylvanië is een brief ontvangen waarin hij schrijft Pieter Bethlen, de zoon van zijn broer, naar Leiden te sturen, met het verzoek hem te begunstigen.
Een antwoord wordt niet gestuurd.

11 Graaf Ernst en de gedeputeerden te velde berichten d.d. 's-Gravenwaard 29 aug. dat de vijand de Rijn weer is overgetrokken.

12 Op aanhouden van het namens de Kleefse raden gedane verzoek wordt toegestaan voor de keurvorst, de regering in Koningsbergen [Kaliningrad] en grootmeester graaf van Schwarzenberg respectievelijk 24, 12 en 12 tolvoeder wijn te vervoeren van Keulen naar Emmerik [Emmerich] onder waarborg dat de wijn niet naar elders wordt vervoerd zolang het plakkaat van retorsie van kracht is.

13 Het advies van de RvS d.d. 28 juli op het 27 juni ingediende verzoek van de Brabantse dorpen die vallen onder Breda, Bergen op Zoom, Rijen, Herentals, Hoogstraten, Arkel, Zandhoven etc. is opnieuw besproken en overgenomen. Zij mogen onderling hun gewas kopen en verkopen zoals het uitkomt en aan weerszijden ter markt brengen. Ook mogen zij uit vijandelijke steden levensbenodigdheden en goederen voor herstelwerkzaamheden en dergelijke halen en onderling verkopen. Uit dezerzijds steden mogen echter uitsluitend op grond van lijsten goederen, ook tot onderlinge verkoop, worden betrokken. De supplianten zal hiervan een akte worden verstrekt.

14 Commies Van der Haer overhandigt een lijst van twee maanden soldij voor de nieuwe Engelse compagnieën, ingegaan op respectievelijk 5 juli en 16 aug. met een staat van hetgeen Juliaen Calandrini over de eerste maand heeft betaald en een overzicht van hetgeen de kapiteins al hebben ontvangen en op hem hebben geassigneerd.
De RvS zal van dit alles een afdoende staat opstellen en naar de gecommitteerden in het leger sturen om te gebruiken bij de betalingen. De RvS zal ook beslissen of het dienstig is Calandrini naar het leger te sturen.

15 Daniel Slachmulder en Berckel compareren en wordt aangezegd deze middag met de gecommitteerden van HHM de te ontwerpen instructie voor de onderhandelingen inzake de uitwisseling van gevangenen te bespreken.

16 D'Espesses compareert en kondigt namens de koning van Frankrijk het huwelijk aan van diens broer met mademoiselle de Monpensier. Tevens overhandigt hij een aan HHM gericht schrijven1 van de broer des konings d.d. Nantes 9 aug. met dezelfde aankondiging.
Na de ambassadeur te hebben bedankt zijn Vosbergen en Almelo gecommitteerd tot het overbrengen van de passende gelukwensen ten huize van de ambassadeur. Tevens zal de brief worden beantwoord met opdracht aan Languerack de passende complimenten te doen.

17 De Franse ambassadeur heeft eveneens een brief van de koning d.d. Nantes 10 aug. overhandigd waarin deze de wens uitspreekt dat Verneuil, Mauve, Fouilloux, Querçois en andere kapiteins worden uitgeleverd aan de kolonels Courtomée of Haulterive teneinde hen naar Frankrijk te zenden vanwege de gepleegde excessen jegens de knecht van D'Espesses. Hij vraagt om gecommitteerden ter nadere bespreking van deze kwestie.
Vosbergen en Almelo zijn met dit doel afgevaardigd.

18 In aansluiting op het gisteren ingediende het verzoek van de VOC jaarlijks rekening te mogen doen, is besloten dit voor te leggen aan de negen hoofdparticipanten.

192 De gecommitteerden die met de Bewindhebbers van de VOC hebben gesproken over het afscheid van de Perzische ambassadeur melden dat hij van recredenties en antwoord op de door hem aangevoerde punten voorzien dient te worden. De ambassadeur zou van zowel het land als de VOC een verering dienen te ontvangen.
De recredenties en het antwoord zullen worden opgesteld en ook het land zal een verering toekennen, echter de VOC dient die te bekostigen uit de buitgemaakte schepen en goederen. Aangezien de ambassadeur vindt dat er ook een ambassadeur van de Republiek naar Perzië moet gaan, zal er iemand uit Batavia [Jakarta] worden gezonden op credentie van HHM.
De Bewindhebbers zeggen dat Hasselt blijft aandringen op de eerder door hem verzochte akte en zij verwachten meer heil van hem dan van de ambassadeur.
De akte is bij deze opgesteld, goedgekeurd en geapprobeerd.

1 De in het Frans gestelde brief is geïnsereerd in S.G. 3185.
2 Deze resolutie is gedrukt: Dunlop, Bronnen Oostindische Compagnie Perzië I, 703.