21 - 09 - 1626
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
In een brief d.d. Willemstad 19 sept. introduceert kapitein
Villers, commandant van de vesting, de luitenant van kapitein
Pleuren. Hij is met paspoort van
Breda gekomen en biedt, als geboren Haarlemmer,
zijn
diensten aan bij de compagnie van
Willemstad. De
luitenant laat ook weten dat de vijand van plan is
Klundert en omgeving in brand te steken.
De luitenant zal met het schrijven naar Z.Exc. worden gestuurd voor een beslissing. Aan Villers zal worden geschreven maatregelen tegen de invasie te treffen en de scheepskapitein te waarschuwen.
2
In de reactie van de
Bewindhebbers van de WIC
op het schrijven van HHM d.d. 25 juni ten gunste van kapitein
Isenach wordt gewezen op de consequenties in het geval zij hem
zouden betalen. Ook klagen zij over de dreigementen die worden
geuit
door de uit
Bahia de Todos os Santos teruggekeerde
kapiteins.
Het schrijven gaat naar de RvS voor advies.
3
De
Rotterdamse Admiraliteit
schrijft d.d. Rotterdam 19 sept. dat de dorpen in de omgeving van
Breda (onder meer
Oudenbosch,
Oud
Gastel,
Nieuw Gastel,
Hoeven,
Etten
[Etten-Leur]
en
Leur) hun goederen uit
Bergen op
Zoom weten te betrekken, zonder lijst.
De
licentmeester aldaar zal worden bericht de Brabantse dorpen uitsluitend
goederen toe te staan op de nieuwe akte van HHM. Die staat de
dorpelingen toe hun waren daar te halen waar dat het beste
uitkomt,
maar wel op voorwaarde dat dit telkens wordt geëndosseerd.
4
Rode en
Alberts zullen de
declaratie van
Jason Bijlant onderzoeken. Het
betreft kosten
van
een in opdracht van Z.Exc. en met medeweten van HHM uitgevoerde
reis
naar
Frankrijk op 12 dec. 1625.
5
Schagen,
Boetzler en
Alberts
zijn gecommitteerd tot een door dr.
Heimbach
verzocht overleg over zowel de munt te
Huissen als
de
aanvoer van levensmiddelen voor het Land van
Kleef.
6
Rantwyck en
Vosbergen zijn
gecommitteerd tot een
onderhoud met
Camerarius, door hem
verzocht.
7
Ter vergadering heeft
Jan Lucassen Hasselt aangekondigd terug te keren naar
Perzië,
maar niet te willen vertrekken zonder de bevelen van HHM te hebben
ontvangen. Hij biedt zijn diensten aan.
HHM bedanken hem, verzoeken hem voort te gaan met het ter harte nemen van het welzijn van vaderland en Compagnie en wensen hem een goede reis.
8
Baron
Conwey, secretaris van de koning van Groot-Brittannië, mag 21
kurassen en 21 paar pistolen voor driekwart vrij naar
Engeland brengen.
Joachimi zal
van
dit soort tegemoetkomingen op de hoogte worden gesteld.
9
De
weduwe van kolonel Utenhoven krijgt voorschrijven aan de magistraat te
Emmerik
[Emmerich] opdat zij, als dat is
beloofd,
de nog uitstaande
vier maanden traktement van haar man ontvangt en ook de 426
gld.
aan reparatiekosten van haar huis.
10
Languerack schrijft d.d. Parijs 6 september.
Behoeft geen resolutie.
11
De gedeputeerden te velde schrijven d.d. Millingen 17 sept. dat de
fiscaal is gelast twee van de Franse edelen die zich onheus hebben
gedragen tegenover de koetsier van
D'Espesses te
ondervragen. Z.Exc. meent echter dat zij niet aanwezig zouden
moeten zijn bij de ondervraging van deze heren, omdat dit niet
eerder
is
gebeurd en ook vanwege andere overwegingen.
HHM laten het hierbij.
12
Scheepskapitein
Jan van Dalen, met een oorlogsschip voor
Stoutersgat
[Stampersgat] liggend, heeft ter
vergadering laten weten dat de
Rotterdamse
Admiraliteit
hem heeft gedagvaard omdat hij een
lorrendraaier uit
Gastel vanwege fraude heeft
bestraft
met een boete van 12 pond Vlaams. Hij veronderstelt dat hem dit
uit
kracht van het plakkaat vrij staat, net als de kapiteins te land,
en
vraagt om een besluit.
HHM houden de zaak nog in beraad.
13
Aan de ingezetenen van
Terheijden is ten opzichte van hun nieuwe lijst nog toegestaan dertig
last turf en zestig viertel zaaikoren extra te halen.
14
Secretaris
Volbergen komt de vergadering binnen en voert aan dat de gedelegeerde
rechters in de zaak van de
Rotterdamse
Admiraliteit
graag een staat van de door de
Amsterdamse
raden ter
Admiraliteit
genoten
seizoengelden willen hebben over de
periode 1616-1624. De
Generaliteitsrekenkamer
wenst eerst de mening van HHM te vernemen alvorens de staat op te
sturen.
HHM houden een besluit in beraad.