23 - 10 - 1626
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
Van
Cracou is een brief d.d. Elseneur [Helsingør] 10 okt.
ontvangen.
Behoeft geen resolutie.
2
Van
Pieter Martensen Coij is een brief d.d. Algiers 12 sept. ontvangen. Het schrijven
zal nader worden bestudeerd wanneer de
Directie van de
Levantse Handel
naar 's-
Gravenhage
komt.
3
Conform het advies van de RvS zijn de op 20 okt. ingediende verzoeken van de heer van
Onsenoort en
Pieter Claessen
afgewezen.
Het verzoek van de vrouwe van
Gyssenburch is afgewezen omdat zij zich ten plattelande wel kan redden
met haar privileges. Nader aangeduide leden van haar
familie
zouden eventueel wel in aanmerking kunnen worden genomen. Zij mag
wel
- tegen Bosch' licent en onder waarborg dat zij niet elders
belanden -
per schip de gespecificeerde bouwmaterialen naar de onder
Breda gelegen en te herstellen hoeve doen
brengen.
4
De
Grote Visserij
wordt advies gevraagd inzake het rekest van de [te
Duinkerke] gevangenzittende stuurlieden en matrozen de reders van hun
schepen op te dragen hun kostgelden te betalen.
5
Van de
koning van Zweden is een brief d.d. Stockholm 20 juni ontvangen waarin hij
verzoekt ten behoeve van zijn hofhouding rijn- en andere wijnen te
mogen door- en uitvoeren.
Zodra de neutrale machthebbers van de
Infanta een algehele openstelling van de licenten hebben verkregen
zal de doorvoer van rijnwijnen worden toegestaan. Over de uitvoer
van
in de Republiek gekochte wijnen wordt onder overlegging van een
specificatie volgens de oude gewoonte beslist.
6
Erich Larssen, dienaar van de [Zweedse] koning, krijgt paspoort om uit de
Republiek naar
Brabant te reizen.
7
Van de
Franse koning is een brief d.d. 28 feb. ontvangen waarin hij schrijft ten
gunste van
Steven Goret en
Thomas
Chenu.
Aan de
Admiraliteit te Dokkum
zal worden geschreven deze personen complement van justitie te geven of HHM op de hoogte te stellen van de redenen waarom dat niet kan.
8
De
Amsterdamse Admiraliteit
stuurt een aan haar gericht schrijven van de heer van de
Lecq door waarin hij uitlegt waarom hij de schepen van
Ellert Thomassen en
Van
der
Hapt
niet heeft weggezonden.
Lecq moet de schepen alsnog hiernaartoe sturen. De Admiraliteit dient alvast twee andere schepen met admiraal
Reael mee te sturen opdat diens reis niet wordt vertraagd. Ook
dient zij kapitein
Cats of iemand
anders naar de
kust te sturen.
9
Het door de generaals van
de Munt
opgestelde plakkaat tegen de twee valse goudguldens is gelezen en vastgesteld.1
10
De burgemeesters van
Harlingen hebben d.d. 29 sept. opgave gedaan van
Joannes
Reins en
Jan Aeltyes.
Zij zijn
door de
Duinkerkers gevangengenomen.
Hun namen worden meegegeven aan de heren die gecommitteerd zijn tot de uitwisseling van de gevangenen.
11
De RvS adviseert de Rotterdamse koopman
Cornelis Huibrechtsen van Wassenaer paspoort te geven voor een reis naar vijandelijk gebied.
Er valt nog geen beslissing.
12
Diego
Mendoça de Furtado verzoekt vrijgelaten te worden teneinde zijn zaken te kunnen
regelen.
Dit zal met de
Heren Negentien
worden opgenomen door
Eck.
132
Eck zal spreken met de
Bewindhebbers van
de
VOC
over het vertrek van de
Perzische
ambassadeur. Hij zou kunnen meereizen met de drie
uitgevaren schepen van de Compagnie die in
Zeeland
zijn binnengelopen.
14
De Franse kerken onder het kruis krijgen op verzoek van hun synode ordonnantie van 500 gld. voor een predikant.
15
De
Deense koning vraagt d.d. Stade 1 okt. opnieuw om versterking met
voetvolk en van
Aissema is een
brief d.d. Stade
4/14
okt. ontvangen die dit verzoek ondersteunt.
Van beide brieven gaat een afschrift naar
Z.Exc. Ook wordt advies aan de RvS gevraagd.
16
Dudley Carleton compareert en overhandigt zijn brief van credentie d.d. 3
okt. waarin de
koning van
Groot-Brittannië hem
aanwijst om tot nader order diens zaken te behartigen. Hij
overhandigt
een memorie waarin wordt verzocht om een besluit over de betaling
van
de Engelse officieren die met de eerste vloot zijn uitgevaren en
van
degenen die conform de lijst in
Engeland
blijven.
Besloten wordt de retroacta na te zien.
Carleton heeft ook gevraagd de afdanking van de vier Engelse regimenten op te schorten en deze troepen naar de dichtsbijgelegen zeesteden over te brengen. Zij kunnen dan daar worden verzorgd om vervolgens door de koning elders te worden gebruikt. Daartoe zal
Calandrini binnen enkele dagen hier met geld arriveren.3
Carleton dient dit verzoek op schrift te stellen.
17
Diderick van Eck en
Rode rapporteren dat
Chevais 150 gld. meer aan huur
voor het huis van
de
ambassadeur van Venetië eist dan
hij tot nu toe
heeft ontvangen.
Als Chevais de kosten van verponding, reparaties en dergelijke op zich neemt, mogen Eck en Rode met hem tot een zo goed mogelijk akkoord komen.
18
Het stadsbestuur van
Schiedam heeft gevraagd om aan de
koning van
Zweden gerichte brieven. Doel is de haring te laten
passeren die bepaalde kooplieden met schipper
Jacob
Lambertsen van
Vlieland naar
Danzig
[Gdansk] willen sturen.
HHM achten het niet raadzaam hierover te beslissen gezien het met deze vorst gesloten verbond.
19
Van de
Directie van de Levantse Handel
is een brief ontvangen over hetgeen
Pynacker te
Tunis heeft uitgericht.
HHM wachten met de besluitvorming totdat Pynacker hier is gearriveerd. Tevens zal de
Amsterdamse Admiraliteit
worden geschreven aan
Lambert Verhaer zowel diens jaarlijkse traktement voor te schieten als een
wissel van 200 realen van achten met 60 gld. opgeld te betalen. Dit
bedrag heeft Verhaer ontvangen van
Jan
Govertsen van
Schiedam en dient van zijn traktement te worden
afgetrokken.