02/11/1626

 
English | Nederlands

02 - 11 - 1626

Presentielijst:

Gelderland:
Holland:
Zeeland:
Utrecht:
Friesland:
Overijssel:
Groningen:

Resoluties:

1 Cracou schrijft d.d. Elseneur [Helsingør] 23 oktober.
Zijn berichten behoeven geen resolutie.

2 Voor Hendrick Mirou zal ordonnantie worden gedepêcheerd van 2.213 gld. 4 st. vanwege de door hem op 21 okt. geleverde gouden ketens voor ambassadeur Georgi en diens secretaris.

3 Geweldige Blanckeroort bericht over de vijandelijke aanval op Sluis.
Vereist geen resolutie.

4 Nadat hem audiëntie is verleend verzoekt Courtomée justitie toe te passen inzake zijn door D'Estiaux gedode zoon. Ook vraagt hij de betaling van zijn traktement als luitenant-generaal van de Franse troepen over 1620, 1621, 1622 en 1623 te assigneren op het geld dat uit Frankrijk wordt verwacht.
HHM willen over beide verzoeken het advies van de RvS vernemen.

5 Voor Aelbert Brunincx c.s. zal worden geschreven aan baron van Gent. Die moet verhinderen dat Reinier Caldenberch uit Soest [in Westfalen] zich bemoeit met hun zaak tegen Frans van Meschede uit Brilon in Westfalen over de levering van een aantal ijzeren gotelingen. Caldenberch heeft daartoe geen opdracht en behoort ook niet tot hun compagnie. Steven van Althem, secretaris van de regering te Münster, is hun gevolmachtigde in deze kwestie. Baron van Gent zou ook aan Van Althem de 1.800 rijksdaalder moeten doen toekomen die hij via militaire executie inmiddels van Meschede heeft verkregen.

6 Mr. Andreas Cellarius krijgt octrooi gedurende acht jaar voor zijn uitvinding, mits nieuw, van het maken van staal.

7 Eck en Schagen sturen met hun brief d.d. Amsterdam 31 okt. de resolutie van de Heren Negentien mee. Die houdt in dat zij Everwijn de gouverneur van Bahia de Todos os Santos en diens zoon voor risico van HHM van Utrecht naar Amsterdam zullen laten overbrengen en aan hen overdragen.
HHM laten antwoorden dat zij hem na afhandeling van zijn zaken door bijvoorbeeld een sergeant naar 's- Gravenhage moeten laten geleiden.

8 De Amsterdamse Admiraliteit stuurt met haar schrijven d.d. 27 okt. de lijst mee van de onder haar district vallende eigen gevangenen en die van de vijand. Ook een overzicht van de in Spanje gevangenzittende landgenoten is bijgevoegd. De Admiraliteit wil graag vernemen of zij de vijandelijke gevangenen op 10 nov. naar Sluis moet zenden en of zij de proviandkosten van het minvermogende scheepsvolk dient te betalen.
Slachmulder en Van Berckel zullen hierover met de raden spreken.

9 De RvS compareert en deelt een brief van kapitein Wijnbergen uit Steenbergen mee. Het fort dreigt in gevaar te komen nu de aannemers de werken verlaten vanwege gebrek aan geld. HHM zouden dat dan ook zo spoedig mogelijk beschikbaar moeten stellen.
De heren van Holland wordt verzocht tijdelijk al wat geld te verstrekken, in aftrek van de quote van deze provincie in de 300.000 gld. ten behoeve van de fortificatiewerken en de uitdieping van de IJssel. Zij hebben toegezegd het verzoek aan de Gecommitteerde Raden van Holland te rapporteren. De RvS moet proberen deze raden tot de financiële steun over te halen.

10 Met de RvS is ook de in de gisteren ontvangen brief van de gedeputeerden te velde aangeroerde kwestie van de vier Engelse regimenten besproken. Van Carleton is sinds 23 okt. geen nader besluit van de [Engelse] koning vernomen of geld ontvangen. De troepen dienen echter wel elders te worden gezonden of afgedankt voordat het winter is.
Besloten wordt met de afdanking nog veertien dagen te wachten aangezien Carleton en Calandrini, allebei ter vergadering ontboden, hebben toegezegd 20.000 gld. te verschaffen, hetgeen voldoende is voor het onderhoud van de regimenten gedurende die periode. De kolonels en kapiteins zal evenwel al worden aangezegd dat de troepen bij uitblijven van nader order uit Engeland nu worden beschouwd als ontslagen. De steden zullen bij alle onzekerheid over de betaling niet genegen zijn de soldaten op te nemen en dus moeten ze ingescheept blijven. Carleton is aangezegd zich tot het uiterste in te spannen om de bedoelingen van de koning te vernemen voordat de veertien dagen zijn afgelopen. Ook Joachimi zal op de hoogte worden gesteld van de situatie en de gedeputeerden te velde zal worden geantwoord met Z.Exc. te bespreken het verblijf van de troepen in de schepen te regelen.
Carleton brengt nog naar voren dat de compagnieën uiteen zullen vallen als de kolonels en kapiteins al wordt aangezegd dat zij vanaf nu worden beschouwd als ontslagen. HHM zullen dat besluit met een datum ex post naar de gedeputeerden te velde sturen om met Z.Exc. te bespreken en vervolgens te handelen in het landsbelang. Na drie of vier dagen kan dan nader worden besloten.