03 - 11 - 1626
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
Van
Philippe Zoete is een brief d.d. Sluis 31 okt. ontvangen waarin hij
verhaalt van de vijandelijke aanval op het fort bij
Sluis. De vijand heeft zich teruggetrokken met
verlies
van wapens en ander oorlogstuig.
2
Voor
Blanckeroort zal van twee maanden traktement, vervallen per 20 of 21
okt., ordonnantie worden gedepêcheerd.
3
Z.Exc. schrijft d.d. Doornik 31 okt. dat vanwege gebrek aan foerage
in
Hetter het merendeel
van
de
cavalerie in de steden aan de
IJssel zal
worden ondergebracht. De rest gaat naar de
Lijmers
en
de
infanterie wordt ingescheept. Men wacht af wat de vijand doet.
Met een andere brief d.d. Emmerik [Emmerich] 1 nov. stuurt Z.Exc. een schrijven mee van de
luitenant-admiraal van Holland, d.d. de Braeck 26 oktober. Daarin wordt verzocht alle
schepen daarnaartoe te sturen aangezien
Spinola
in
Duinkerke is aangekomen en voorbereidingen treft
voor
het in zee zenden van een aantal schepen. Van
Mibassen hebben HHM een brief
d.d. Calais 24
okt.
ontvangen waarin hij meldt dat het gaat om acht schepen.
Aangezien HHM hierover al op 31 okt. aan de Admiraliteiten hebben geschreven, laten zij de zaak erbij.
De luitenant-admiraal raadt in zijn brief van 26 okt. ook aan de fregatten die tijdens de winter niet zeewaardig zijn naar de binnenwateren tussen
Holland en
Zeeland te sturen of naar
Zuid-Beveland en
Tholen. Uit
betrouwbare bron is namelijk vernomen dat de vijand een aanval op
die
twee eilanden voorbereidt.
Op dit punt willen HHM het advies van de Admiraliteiten vernemen.
4
De
graaf van Etlan, zoon van de
gouverneur van
Brouage, verzoekt paspoort voor zichzelf en zijn gevolg
van
vijftien personen om via vijandelijk gebied naar
Frankrijk te reizen. Op aanbeveling van de
ambassadeur van Frankrijk wordt de
graaf en vijf
personen gratis paspoort verleend.
51
Op grond van de memorie van
Josephe Pallache krijgt diens zoon
Josue
Pallache paspoort
teneinde frank en vrij, onbelemmerd door 's lands oorlogsschepen,
naar
de
koning van Marokko te
reizen.
6
Het stadsbestuur van
Nijmegen stuurt d.d. 20/30 okt. nieuwe klachten over
Moulert op.
Zij worden toegevoegd aan de klachten die de RvS al in onderzoek heeft en waarover hij een beslissing moet nemen.
7
De
Raden van Gelre en Zutphen
schrijven 21 okt. graag een afschrift te willen ontvangen van de vonnissen die de gedelegeerde rechters hebben uitgesproken over personen van de [Rotterdamse]
Admiraliteit
en anderen.
Er valt nog geen besluit, maar griffier
Rosa zal worden gemaand kopieën van de vonnissen in te leveren.
8
Bogermannus,
Baudartius en
Bucerus
hebben commissarissen verzocht aan wie zij mondeling en
schriftelijk
kunnen uiteenzetten hoe het staat met hun vertaling van het oude
testament.
Rantwyck,
Duijck en
Vosbergen
zijn gecommitteerd tot deze bespreking en zullen verslag
uitbrengen.
9
De gedeputeerden te
Emden schrijven d.d. Emden 28 okt. over de situatie aldaar en
verzoeken HHM over enkele punten een besluit te nemen.
De brief gaat naar de RvS die, na overleg met Z.Exc., advies dient te geven.
10
Aissema schrijft d.d Stade 11/21 oktober.
Behoeft geen resolutie.
11
Op aanbeveling van
Culenborch mag de
graaf van
Schouwenborch dertig
gevetweide ossen vrij vanuit het graafschap
Zutphen
naar
Gemen laten drijven.
12
D'Espaisses compareert en meldt zijn blijdschap over het mislukken van
de vijandelijke aanval op het fort bij
Sluis.
Tevens
heeft hij uit de resolutie van 29 okt. opgemaakt dat HHM genegen
blijven de zaak van
Vernueil naar
tevredenheid
van
Z.M. te regelen. Hij zal er zelf op toezien dat de kwestie wordt
geschikt. De ambassadeur verzoekt eveneens een overzicht te mogen
ontvangen van de Franse gevangenen die door
Pynacker vrijgekocht moesten
worden voor
Calais en
Boulogne-sur-Mer.
Laatstgenoemde
maakt namelijk aanspraak op rantsoen van door hem te
Algiers en
Tunis uit handen van
de
Turken bevrijde Fransen. D'Espaisses vraagt voorts met hem de
kwestie
Gulik
[Jülich] te bespreken omdat hij de
bedoelingen van
HHM
wil vernemen met betrekking tot het akkoord [van
Düsseldorf]
tussen de
hertog van Palts-Neuburg en de
graaf van
Schwarzenberg. Tot slot geeft hij
te kennen dat
Courtomée wel het recht heeft om
de dood van
zijn
zoon justitieel te vervolgen, maar
dat hij er verstandig aan doet
dit
niet te formaliseren. Hij vertrouwt erop dat HHM de bedoelingen van
Z.M. in deze zaak in overweging
zullen
nemen.
Wat Pynacker en de Gulikse kwestie aangaat zullen de retroacta worden nagezocht. In de zaak van Courtomée contra
D'Estiaux wordt het advies van de RvS afgewacht.
13
Na hernieuwd aandringen van de pachters van de konvooien en licenten zal aan
Mibassen worden geschreven hun
opzichter goed op de hoogte te houden
van de schepen die te
Calais aankomen, van de
plaatsen
waarop hun goederen zijn verlicent en van de gebruikte
paspoorten.
14
HHM hebben het rekest van de pachters van de konvooien en licenten gelezen en besluiten op de daarin weergegeven punten als volgt.
Aan de Admiraliteiten zal worden geschreven erop toe te zien dat in de kantoren de rechten over zowel de baleinen als het roodkoraal worden betaald.
Ook zullen zij geen paspoorten meer mogen verstrekken met de zinsnede "laat passeren via
Calais naar het westen" en dient de
licentmeester te
Haarlem uit te leggen waarom hij zulke paspoorten
heeft gegeven.
De Admiraliteiten mogen geen vrije paspoorten verstrekken of rechten weggeven.
De pachters krijgen een patent dat alle Admiraliteiten en officiers verplicht hen bij te staan in het uitoefenen van hun ambt conform de ordonnantie.
Aan de Admiraliteiten zal advies worden gevraagd over het verzoek te mogen beschikken over enkele jachten, alsmede over de wens goederen te naasten en over een mogelijk verbod bij plakkaat Calais binnen te lopen met op
Londen of elders verkonvooide goederen.
De Admiraliteiten zal, in aansluiting op de brieven van 18 okt. 1625 en 11 juni 1626, worden aangeschreven de schippers in het vervolg duidelijk te laten verklaren wat hun bestemming is. Bij terugkeer moeten zij een attestatie van het lossen aldaar overhandigen. De generaals van de konvooien dienen daarop toe te zien.
Ook zal de Admiraliteitscolleges een nadere reactie worden gevraagd over het verzoek twee smaltonnen voor ieder inkomend of uitgaand kwarteel traan te laten betalen.
Inzake het verzoek de binnenlandse paspoorten te mogen tekenen en zuiveren is door de gezamenlijke provincies vastgesteld dat dit de opbrengst van konvooien en licenten alleen maar kan verhogen en dat dit de pachters dus zou moeten worden toegestaan. Echter, de gedeputeerden van
Holland hebben verklaard dat hun
principalen
zich hebben geschikt naar het op 14 feb. ingebrachte, negatieve
advies van de afgevaardigden van de Admiraliteitscolleges over dit
verzoek. De heren hebben echter toegezegd deze kwestie nader te
zullen bestuderen.