05/11/1626

 
English | Nederlands

05 - 11 - 1626

Presentielijst:

Gelderland:
Holland:
Zeeland:
Utrecht:
Friesland:
Overijssel:
Groningen:

Resoluties:

1 De heren van Holland hebben uit een brief van Dordrecht vernomen dat de vijand met sloepen op de kop van de Biesbosch en de Kil is geweest en enkele gevangenen heeft gemaakt.
Aan de Amsterdamse Admiraliteit zal worden geschreven zo spoedig mogelijk twee fregatten naar de Maas te sturen. De Rotterdamse Admiraliteit dient laakbaar gedrag van de scheepskapiteins te bestraffen en moet strikt de hand houden aan hun overnachting op de schepen.

2 Van zowel Z.Exc. als de gedeputeerden te velde is d.d. Emmerik [Emmerich] 3 nov. een brief ontvangen waarin wordt gevraagd om een definitief besluit over de Engelse regimenten.
De gedeputeerden krijgen een duplicaat van het schrijven van gisteren met het verzoek met Z.Exc. te spreken over het onderbrengen van de compagnieën in de Maassteden. Zij moeten daar blijven totdat duidelijk is wat de koning van Groot-Brittannië met hen van plan is.
Carleton dient een memorie in waarin hij verzoekt maatregelen te nemen om te voorkomen dat de soldaten van de vier nieuwe Engelse regimenten door de officiers van de oude regimenten tot desertie worden aangezet.
De memorie gaat naar de gedeputeerden te velde die bij Z.Exc. moeten bevorderen dat conform het verzoek wordt gehandeld.

3 De graaf van Oost-Friesland schrijft d.d. Aurich 18/28 okt. met het verzoek de gedeputeerden van HHM terug te roepen en niets te ondernemen, aangezien hij van plan is persoonlijk naar 's- Gravenhage te komen.
Het schrijven gaat naar de RvS.

4 Conform het advies van de RvS volgen HHM hun resolutie van 16 okt. en laten zij op het verzoek van de ingezetenen van het graafschap Megen apostilleren dat zij door- en uitvoer zullen toestaan zodra de Infanta de handel van de neutralen met deze landen algeheel heeft opengesteld.

5 De gedelegeerde rechters zullen hun [in Rotterdam] gemaakte onkosten omslaan over de veroordeelden, aangezien de Rotterdamse Admiraliteit weigert die te betalen.
De uitgewerkte vonnissen van de rechters zijn nu ingeleverd en zullen worden gelezen.

6 Op het verzoek van de pachters van de konvooien en licenten laten HHM apostilleren dat de Admiraliteit te Amsterdam hun 4.000 gld. zal betalen. Dit bedrag staat nog uit van de 16.000 gld. die was bestemd voor het onderhoud van hun officiers over de pacht van 1625.

7 Fiscaal Van den Broeck maakt schriftelijk bezwaar tegen de manier waarop hij wordt behandeld door de Rotterdamse Admiraliteit . De raden weigeren hem een zitplaats aan hun tafel.
De Admiraliteit dient HHM op de hoogte te stellen van de redenen voor deze behandeling. Totdat die bekend zijn en HHM hebben kunnen disponeren, moet de fiscaal voorlopig aan het eind van de tafel kunnen plaatsnemen. Rantwyck en Noortwyck zullen Van den Broeck nader horen.

8 De Gecommitteerde Raden ter Admiraliteit van Zeeland geven d.d. 30 okt. credentie op hun mede-raad mr. Johan Huissens Cattendijck. Hij zet uitvoerig uiteen hoe slecht het gesteld is met de financiën van het College en verzoekt HHM de nodige maatregelen te nemen voordat het te laat is. Hierop wordt ook nog eens nadrukkelijk aangedrongen in een nieuwe brief d.d. 2 nov. van de Admiraliteit. Huissens overhandigt nog een tweede credentie d.d. 30 okt. van de Gecommitteerde Raden van Zeeland waarin hij wordt afgevaardigd naar de Staten-Generaal. Huissens zegt dat dit vooral is gedaan om de financiële problematiek te behartigen en HHM goed te informeren.
Vergezeld van brieven van hun eigen afgevaardigden zal de provincies nog eens ernstig worden geschreven de consenten voor de Admiraliteiten op te brengen. Culemborg, Noortwyck, Vosbergen, Rode, Lyclama en Alberts zullen met Huissens nader over de zaak spreken. Inzake de brief van de Gecommitteerde Raden van Zeeland is op grond van eerdere resoluties vastgesteld dat iemand uitsluitend sessie kan worden verleend als hij door de Staten van zijn provincie is gecommitteerd.

9 De Gedeputeerde Staten van Friesland schrijven d.d. 21/31 okt. in antwoord op de brief van HHM d.d. 20 okt. dat zij hun principalen de financiële nood van de Admiraliteiten op het hart zullen binden. Zij hopen gauw wat geld te kunnen opsturen.
Conform de eerder deze dag genomen resolutie zal hun nogmaals worden geschreven.