26/11/1626

 
English | Nederlands

26 - 11 - 1626

Presentielijst:

Gelderland:
Holland:
Zeeland:
Utrecht:
Friesland:
Overijssel:
Groningen:

Resoluties:

1 D'Espaisses compareert en beveelt, conform zijn last, opnieuw de zaken aan van D'Estiaux en Villetard.
De president brengt de mening van Z.Exc. inzake de markies naar voren: er is een partij die justitie eist en die kan men dat niet weigeren. Niettemin zal worden bezien wat zich ter gelegener tijd laat doen om Z.M. tegemoet te komen. Wat Villetard aangaat houden HHM het nemen van een andere beslissing aan omdat de RvS in die zaak een vonnis heeft geveld.

2 Op verzoek van de Franse ambassadeur krijgt de heer Maiolas gratis paspoort om met zij dienaar naar Frankrijk te reizen.

3 De RvS zal adviseren over de door de inwoners van Teteringen ingeleverde lijst van levensmiddelen.

4 HHM hebben de gisteren namens de graaf van Oost-Friesland ingediende propositie gelezen.
Culenborch, Noortwyck, Beaumont, Rode, Walta, Haersolte en Schaffer zullen met de graaf in bespreking treden.

5 Van de gedeputeerden te Emden is een brief d.d. Emden 17 nov. ontvangen.
De heren van Holland willen het schrijven aan hun principalen meedelen.

6 In een rekest van de Directie van de Levantse Handel wordt verzocht een bekwaam persoon met enkele oorlogsschepen naar Tunis en Algiers te sturen. Hij dient daar restitutie van in strijd met de capitulatie afgenomen goederen te verkrijgen. In het geval dit mislukt zou de consul moeten worden teruggeroepen en het bestand opgezegd.
HHM besluiten conform de suggestie iemand aan te wijzen die met een oorlogsschip de goederen gaat terugeisen. Op grond van het verslag van zijn wedervaren kan dan eventueel worden besloten het bestand op te zeggen. Z.Exc. zal naar zijn mening worden gevraagd.

7 Diverse kooplieden klagen dat hun goederen in Engeland naar willekeur worden afgenomen en dat zij die niet kunnen terugkrijgen nadat er in hun voordeel is gevonnist. Zij verzoeken andere steun dan die van het voorschrijven.
HHM zullen een gekwalificeerd iemand aanwijzen die als commissaris tegen 12 gld. per dag naar Engeland zal worden gestuurd. Hij zal naast Joachimi de restitutie met kracht bevorderen en eventueel protest uitbrengen.

8 Aangevoerd wordt dat Z.Exc. verzoekt de betaling te regelen van de ongerepartieerde ruitercompagnieën, het regiment van Candale en de vier compagnieën van Haulterive.
De RvS is bij deze gemachtigd de ontvanger-generaal een maand soldij te doen lenen tegen het geld dat uit Frankrijk moet komen.
Z.Exc. heeft ook aanbevolen het traktement van Candale over diens absentie uit te keren. De RvS heeft op het verzoek van de hertog echter op 24 nov. gesteld geen advies te kunnen uitbrengen in strijd met de uitdrukkelijke resolutie van HHM niemand meer dan vier tijdens absentie verstreken herenmaanden uit te keren. De RvS laat het verzoek dan ook ter beoordeling van HHM omdat die de voorwaarden waarop Candale is vertrokken het best kennen.
De retroacta zullen worden bestudeerd.

9 Courtomée heeft aangedrongen op betaling van zijn traktement als luitenant-generaal van de Franse troepen over de jaren 1620 tot en met 1623.
De ontvanger-generaal zal een staat opstellen van de in die jaren uit Frankrijk binnengekomen gelden.

10 Doublet meldt dat hij de RvS de resolutie van 22 okt. inzake de aflossing van de met obligaties betaalde buizen van Schiedam heeft overhandigd, maar dat de Raad hem terugverwijst naar HHM.
Doublet is bij deze gemachtigd de obligaties nog met een half jaar of langer te continueren en degenen die willen worden afgelost met geleend geld te betalen.

11 De gedeputeerden van Holland brengen naar voren dat de Staten enkele extraordinaris gedeputeerden hebben gestuurd om met Z.Exc. en afgevaardigden van de andere provincies te overleggen over de bezetting van de IJssel.
Rantwyck, Eck, Beaumont, Rode, Lyclama, Haersolte en Schaffer zullen aan dit beraad deelnemen.

12 De pachters van de konvooien en licenten hebben een rekest ingediend tegen het op 20 nov. ontvangen schrijven van de Amsterdamse Admiraliteit .
HHM zullen de Admiraliteit terugschrijven dat zij ondanks haar tegenargumenten toch de pachters de opgelegde 4.000 gld. dient uit te keren.

13 Enkele bewindhebbers van de VOC compareren en zeggen naar aanleiding van de brief van HHM d.d. 7 nov. door de Heren Zeventien te zijn gecommitteerd tot het afdoen van de kwestie Saint-Malo. Tevens willen zij in liquidatie treden.
HHM blijven bij hun resolutie van 26 aug. 1623 waarbij is besloten de zaak over te dragen aan de Hoge en Provinciale Raad in Holland gezamenlijk. Deze instellingen krijgen de stukken met een door twee advocaten op te stellen advertissement. Essen, Noortwyck, Duick en Vosbergen is verzocht de advocaten te instrueren. Wat de liquidatie aangaat dient de Compagnie een overzicht in te leveren van hetgeen zij schuldig is aan de diverse Admiraliteitscolleges over konvooien, buitgemaakte schepen en dergelijke. Na dit met de Colleges te hebben besproken kan dan naar behoren worden besloten.

14 De president brengt naar voren zeer onbeschoft te zijn behandeld door onder meer kapitein Viteval vanwege het weigeren van de vrije uitvoer van paarden naar Frankrijk.
Eck en Walta zullen met Z.Exc. bespreken of hij deze heren een reprimande zal geven of dat dit beter in de vergadering gedaan kan worden.