02/12/1626

 
English | Nederlands

02 - 12 - 1626

Presentielijst:

Gelderland:
Holland:
Zeeland:
Utrecht:
Friesland:
Overijssel:
Groningen:

Resoluties:

1 Dirck van Osnabrugge, korporaal in de ruitercompagnie van Ernst Casimir, is met twee ruiters op verkenning uitgestuurd.
Hem is 50 gld. toegekend en de ruiters elk 12 gld.

2 Gemeld wordt dat Z.Exc. tevreden is over de tekst van de brief aan de Franse koning inzake D'Estiaux.
De brief wordt aldus verzonden.

3 Adriaen Brants, gewezen tweede klerk van de Rotterdamse Admiraliteit, verzoekt in deze functie te mogen terugkeren.
HHM blijven bij het vonnis van de gedelegeerde rechters.

4 Boekdrukker Jan Janssen uit Arnhem heeft de Historia Reidani1 overhandigd en biedt aan nog meer exemplaren te leveren.
Hem is voor het ene exemplaar 12 gld. toegekend, maar het aanbod van meer exemplaren is afgeslagen.

5 Nicolaes de Theonville, ruiter in de compagnie van ritmeester Bax, verzoekt vergoeding van door hem geleden schade.
De RvS zal disponeren.

6 De RvS heeft geadviseerd het rekest van Teteringen af te slaan.
Omdat de ingezetenen onder de Baronie van Breda vallen, mogen zij toch per maand honderdvijftig pond kaas, één zak zout, anderhalve ton haring, één ton gezouten kabeljauw, vijftig pond stokvis, dertig tonnen bier en dertig stoop wijn halen. Ook is hun voor één keer vijftig viertel zaaigoed, twintig last turf voor de winter en verder zeep, olie, azijn, kaarsen en wat kruiden toegestaan. Dit alles tegen betaling van Bosch' licent en tegen borgstelling dat de goederen niet elders belanden.

7 Twee raden ter Admiraliteit te Rotterdam compareren en hebben eerst mondeling en vervolgens schriftelijk financiële ondersteuning verzocht. Ook overhandigen zij een deductie van de stad Dordrecht waarin wordt gesproken over een betere bewaking van de rivieren tussen Holland en Zeeland.
HHM zullen over beide kwesties morgen een besluit nemen.

8 HHM doen na onderzoek een uitspraak inzake het meningsverschil tussen de Bewindhebbers van de VOC ter Kamer Enkhuizen en de hoofdparticipanten in die Kamer over de nominatie van het drietal ter vervulling van twee vacante bewindhebbersplaatsen. Alleen de in januari nog niet afgetreden hoofdparticipanten komen in aanmerking voor de vervulling van de vacante plaatsen, niet degenen die ten tijde van het aanplakken van de biljetten hoofdparticipant zijn geworden.

9 Haultain antwoordt op de brief van HHM d.d. 16 nov. dat het afzinken van enkele schepen in het Scheurtje [Kanaal van Mardijck] wel goed zou kunnen werken.
Hij moet Marinus Hollaer hiernaartoe sturen om met vertegenwoordigers van de Amsterdamse Admiraliteit te bespreken wat het best gedaan kan worden.

10 Paulus Buijs, Pieter Moerbeeck en Jacob Sibrantsen krijgen octrooi gedurende vijftien jaar voor een watermolen, mits het een nieuwe uitvinding betreft.
Voor eenzelfde periode en op dezelfde voorwaarde krijgt Macarius Nusbaum octrooi voor een koren- en watermolen.
Het octrooi dat de Engelsman François Rous op 1 nov. 1623 is verleend voor de uitvinding van een molen is hernieuwd voor de duur van twintig jaar vanaf heden.

11 De RvS heeft in zijn reactie van 19 nov. op het 16 nov. ontvangen schrijven van de gedeputeerden te Emden geadviseerd het halen van levensmiddelen voor het platteland van Kleef nog uit te stellen totdat de vijand de handel voor de neutralen heropent.
HHM stellen op dit punt het nemen van een resolutie uit, maar inzake de overige onderwerpen besluiten zij conform het advies van de Raad. In de eerste plaats zal aan Kleef worden geschreven dat men de stad de lijst opzegt vanwege het voortdurende en met geweld gepleegde bedrog. Alleen de uitlevering van Daniel van Deventer, pleger van de fraude, kan de opzegging voorkomen. In de tweede plaats zal aan de officiers van konvooien en licenten in Nijmegen, Arnhem en Grave worden bericht schepen niet verder dan tot Nijmegen, IJsseloord en Grave te laten varen. Alleen de vaartuigen die ladingen hebben voor Schenkenschans ['s-Gravenwaard], Emmerik [Emmerich], Rees of Gennep mogen doorvaren, maar moeten daar onmiddellijk lossen en mogen niet blijven liggen. In de derde plaats zal men zich niet bemoeien met de vordering van contributie door de hertog van Palts-Neuburg in de Kleefse steden.

12 HHM lezen de schriftelijke versie van hetgeen de hertog van Candale gisteren te berde heeft gebracht.
De memorie gaat ook naar de RvS.

13 Admiraal Reael schrijft d.d. Vlissingen 20 november.
Vereist geen resolutie.

1 Het betreft: Everhard van Reyd , Voornaemste gheschiedenissen inde Nederlanden ende elders beschreven, vanden jare 1566 totten jare 1583, in 't korte, ende van dien tijdt tot het jaer 1601, in 't langhe. Arnhem, 1626.