11 - 12 - 1626
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
Consul
Henrick Muilman recommandeert de goederen die zich bevinden in de door
Moins opgebrachte schepen en die
Genua toebehoren, te restitueren.
Zijn schrijven is de gedeputeerden van de
Amsterdamse Admiraliteit
overhandigd; zij zullen erop toezien.
Dezelfde gedeputeerden dringen ter vergadering nogmaals aan op financiƫle ondersteuning.
HHM antwoorden dat zij een besluit zullen nemen zodra de afgevaardigden van de overige Admiraliteiten zijn gearriveerd.
Inzake
Gysbert Steens wachten HHM ook met een resolutie. Eerst zullen de artikelen
van het plakkaat uit 1597, waaraan is gerefereerd, worden
bestudeerd.
Die van
Gelderland zullen de status
questionis
formuleren.
2
Enkele personen hebben met medeweten van het
Rotterdamse Admiraliteitscollege
hun restcedels in ruil voor renversalen aan
Vroesen overhandigd. Zij verzoeken nu die uitbetaald te krijgen.
HHM willen het advies van de Rotterdamse Admiraliteit vernemen.
3
Jan Foppen, voormalig tweede bootsman op de
Amsterdam in de vloot van
L'Eremite, verzoekt 100 realen van
achten te
mogen
ontvangen. Dit bedrag is hem als beloning toegezegd omdat hij een
brandschip wist vast te maken aan een Spaans galjoen in
Callao
de Lima.
De
Amsterdamse Admiraliteit
zal hierover beslissen.
4
Cornelis Segers is als konstabel op de Eendracht
onder
L'Eremite zijn rechterarm
kwijtgeraakt.
Hij
verzoekt voortzetting van zijn traktement.
De
Admiraliteit in het Noorderkwartier
zal hierover volgens de artikelbrief beslissen.
5
HHM lezen hetgeen
Van der Haer conform de eerdere resolutie heeft aangetekend op het rekest
van
Essex,
Riche en Walter
Devoraux. Hieruit blijkt dat hun
aanspraken
niet,
zoals men dacht, betrekking hebben op de maanden die zij vanwege
dienst op de Engelse vloot absent zijn geweest.
Daarom zal de RvS om nader advies worden gevraagd. HHM willen met name weten hoe Essex aan de betaling van zijn maanden op de Engelse vloot is geraakt.
6
Met Z.Exc. is over de oorlogssituatie rond
Danzig
[Gdansk] gesproken. Omdat de Republiek de in- en uitvoer naar
Polen niet kan missen, is voorgesteld een
bezending
naar de koning van
Polen en die
van
Zweden te doen teneinde de zaak te
schikken. In
elk
geval zal met dit doel meteen aan beide vorsten worden geschreven.
Een conceptbrief zal worden opgesteld.
7
De ruiters die in het Land van
Namen kolonel
Disdorp hebben
gevangengenomen
verzoeken als rantsoen 1.800 rijksdaalder. Dit is een gering
bedrag,
in
aanmerking genomen dat zij daarvan nog de 1.200 gld. moeten afhalen
die
Goossen van Tooren in
Nijmegen
aan
verteringen heeft betaald. Laatstgenoemde verzoekt dit bedrag
uit
het rantsoen vooraf aan hem uit te keren.
De RvS zal over beide verzoeken beslissen.
8
Van
Aissema is een brief d.d. Stade 11 nov. ontvangen die geen resolutie
vereist.