28 - 12 - 1626
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
Van der Myle rapporteert dat
Douglas
hier geen exemplaren van zijn uitvindingen heeft. Hij wil ze op
zijn kosten laten maken en vraagt met dat doel om enkele
betrouwbare
personen.
De controleur is gemachtigd enkele betrouwbare werklieden te leveren.
2
HHM hebben het rekest van dr.
Pynacker gelezen. Hij heeft samen met
Coij
moeten toezeggen binnen acht maanden uitsluitsel te geven over het
standpunt
van HHM inzake de op 1 juni 1623 door
L'Eremite
bij
Cabo da Roca genomen slaven en renegaten. Hij laat
tevens weten dat de door hem te
Algiers bevrijde
Fransen uit
Calais nu van
Mibassen
vergoeding eisen voor het verlies van hun schip. Hij verzoekt tot
slot
de door hem getrokken wissels voorlopig te accepteren.
Voordat over de wissels wordt besloten zullen
Feith,
Schagen en
Lyclama de
door Pynacker in te leveren declaratie bestuderen. Dezelfde heren
zullen ook het aan HHM gezonden schrijven van L'Eremite over de
slaven
en renegaten onderzoeken. Eveneens zullen zij het traktaat van
Compiègne naslaan op de verplichtingen dezerzijds
ten aanzien van
door
Turken genomen Franse schepen op de kust van Calais.
3
Over het op 24 dec. afgewezen maar hernieuwde verzoek van
Asteleij willen HHM het advies van Z.Exc. en de RvS vernemen.
4
De RvS moet adviseren over het verzoek van
Jan Motzfelt, secretaris van Kleef. Hij was voor de pest gevlucht naar
Zevenaar en wil nu zijn daar in veiligheid
gebrachte
meubels naar
Kleef terugbrengen, met wat
levensmiddelen.
5
Camerarius verzoekt ten behoeve van de
Zweedse
koning dertig tolvoeder rijnwijn te laten passeren
aangezien
de
Infanta dat ook heeft
toegestaan.
De gedeputeerden van
Holland willen nog niet beslissen.
61
Marcus is ter vergadering gelast de
ambassadeur
van Perzië aan te zeggen dat hij is ontboden om als tolk te dienen
bij
de audiëntie die morgen zal plaatsvinden.
7
Hendrick
Canders verzoekt voor zijn vader
Thielman
Canders
en zichzelf een traktement, aangezien zij vanwege de goede diensten
die
zij dit land hebben bewezen huis en haard in
Hasselt
moeten ontvluchten.
De zoon zal in de compagnie van Z.Exc. worden opgenomen en boven zijn soldij is zowel hem als zijn vader 12 gld. per lange maand toegekend.
Doublet zal dat gedurende zes maanden uit de contributies
betalen.
8
Van de
keurvorst van Keulen is een schrijven d.d. 3 dec. ontvangen waarin hij verzoekt
recht te doen in de kwestie
Schöppingen.
De RvS zal over de zaak beslissen.
9
Gerrit van Outheusden, heer van Oud-Heusden, mag ten behoeve van zijn salon
enige
wandtapijten voor driekwart vrij naar zijn binnen schootsafstand
van
Heusden gelegen huis brengen.
10
Aissema schrijft d.d. Stade 25 nov. dat de
koning
ontevreden is over de onnauwkeurige betaling van het maandelijks
subsidie. Hij stuurt nogmaals de assignatie van 8.000 rijksdaalder,
beloofd aan de
administrator van
Maagdenburg.
Die
is eveneens ontevreden over het feit dat hij dit bedrag nog niet
heeft
ontvangen.
Met een beslissing wordt nog gewacht.
11
Haga schrijft d.d. Constantinopel [Istanbul] 17 okt. de brief van
HHM d.d. 2
juni te hebben ontvangen. Hij heeft inmiddels conform de
meegezonden
rekening 600 dukaten uitgegeven en die getrokken op zijn zwager
Joost Brasser. Hij verzoekt de
wissel te doen
betalen en vraagt tevens toestemming tot circa 7.000 gld. te
mogen
spenderen, hetgeen in verhouding zou staan tot de belangen die de
andere ambassadeurs vertegenwoordigen.
Doublet zal de wissel accepteren. Over het tweede verzoek wordt nog
niet beslist.
Haga verzoekt in dezelfde brief een zekere jood als tolk in dienst te mogen nemen.
HHM laten dit aan het oordeel van de orateur over.