9
Catharina van der Graeff laat bij rekest weten dat op de gemeenschappelijke boedel
de met schulden bezwaarde goederen in mindering gebracht zouden
moeten
worden. Ook komen haar uit die boedel de door haar in het huwelijk
ingebrachte goederen toe. Zij biedt de rest van de boedel aan tot
voldoening van het vonnis dat de gedelegeerde rechters over haar
echtgenoot hebben uitgesproken. De
boedelscheiding
zou ten overstaan van gecommitteerden van HHM en in bijzijn van
fiscaal
Van den Broeck kunnen
plaatsvinden.
Haar echtgenoot is door de gedelegeerde rechters veroordeeld tot verzekerde bewaring gedurende vijf jaar en betaling van 26.666 gld. Van der Mast mag de vijf jaar in zijn huis te
Delft uitzitten indien vooraf 12.000 gld. contant wordt betaald
aan de
ontvanger van de Rotterdamse
Admiraliteit. Ook moet tevoren
tegenover fiscaal en ontvanger via borgstelling zijn
gegarandeerd
dat de boete zal worden voldaan door gedurende drie jaar elk
jaar
een derde van het resterende bedrag te betalen.