7
Hans Georg Burchart uit Hattingen klaagt dat enkele
soldaten uit
Emmerik
[Emmerich] hem hebben beroofd van
enkele paarden die
hij in het graafschap
Oldenburg had gekocht en
meegenomen
naar
Hattingen. Hij had de
paarden te
Mettmann aan een
koopman uit
Metz willen leveren. De soldaten
beweren dat de
paarden
over vijandelijk gebied zijn gekomen omdat te
Hattingen troepen van de
vorst van
Neuburg in garnizoen liggen. Burchart verzoekt HHM om een
oordeel.
De RvS zal in de kwestie beslissen.