26/02/1627

 
English | Nederlands

26 - 02 - 1627

Presentielijst:

Gelderland:
Holland:
Zeeland:
Utrecht:
Friesland:
Overijssel:
Groningen:

Resoluties:

1 Op nominatie van de heren van Holland is commissie gedepĂȘcheerd voor Jacob van Neck, oud-burgemeester van Amsterdam, om zitting te nemen in de RvS . Hij heeft de eed afgelegd.

2 Jan Mattheussen, timmerman uit Lith, mag timmerhout uit het Land van Ravenstein naar Lith brengen.

3 Op verzoek van de Franse ambassadeur is aan een van zijn edellieden, Mutin, en diens jongen gratis paspoort verleend om naar Brabant te gaan. De ambassadeur zal wel worden verzocht de memories aangaande paspoorten te tekenen.

4 Conform het advies van de RvS wordt het op 24 feb. ingediende verzoek van die van Etten [Etten-Leur] toegestaan. Zij moeten wel Bosch' licent betalen en verbodemen.
Conform het advies van de RvS wordt Standdaarbuiten voortzetting, maar geen uitbreiding van de oude lijst toegestaan.

5 Aert Janssen Kolff en Jan Matthyssen Hex uit Besoijen verzoeken elk vier melkkoeien, twaalf magere runderen en twee merries naar Besoijen te mogen brengen.
Jonker Jan Coenen, kastelein en schout van de vrijheid Oosterhout, verzoekt twee merries naar Oosterhout te mogen brengen.
Oud-burgemeester van Zevenbergen Matthijs Matthijssen en vetweider Dingman Beens verzoeken vijfentwintig magere ossen naar Zevenbergen te mogen brengen.
Adriaentken Dingemans verzoekt zes melkkoeien en twaalf jonge hokkelingen naar Zevenbergen te mogen brengen.
Alle verzoeken zijn toegestaan op voorwaarde van betaling van Bosch' licent en waarborg dat de beesten niet elders belanden.

6 De Bie en Schagen zullen de gisteren door Carleton ingebrachte punten afhandelen.

7 Schagen en Vosbergen zullen Egbert Wouters horen over zijn methode om vijandelijke schepen de grond in te boren.

8 Voorgesteld wordt het plakkaat tegen de lichting van troepen voor het buitenland te hernieuwen.
De RvS zal na overleg met Z.Exc. bepalen of men het plakkaat zal hernieuwen dan wel de grenssteden aanschrijven.

9 Aangevoerd wordt dat de rekruten uit Frankrijk wegens een gebrek aan oorlogsschepen niet kunnen overkomen.
Z.Exc. wordt verzocht passende maatregelen te nemen.

10 HHM aanvaarden de verontschuldigingen van Rantwyck en Sommelsdijck voor de bezending naar Zeeland. De heren van Holland wordt verzocht iemand uit hun vergadering aan te wijzen.

11 De graaf van Oost-Friesland verzoekt in conferentie te treden met de nu aangekomen gedeputeerden van Emden.
De gecommitteerden van HHM zullen de besognes hervatten en een conferentie beleggen.

12 De Bije en Beaumont berichten dat de konvooimeester op fort Blaak, Sem, heeft gezegd dat de konvooimeester te Bergen op Zoom, Oostermans, levensmiddelen aan de plattelandsbewoners doorlaat zonder lijst.
Oostermans wordt op 8 maart ontboden om naast Sem gehoord te worden. De tenlastelegging zal hem worden toegestuurd, zodat hij zich kan voorbereiden.

13 Jan Webster klaagt dat de fiscaal van de Rotterdamse Admiraliteit geen tijd wil vaststellen voor de door hem gewenste revisie.
De fiscaal wordt gelast de revisie niet te vertragen.

14 Het verzoek van Hendrick van der Gracht en Hendrick Egberts van der Hal met paspoort over Brabant naar Frankrijk te mogen reizen, is afgewezen.

15 Matthijs Aertsen, wonend te Haarlem, verzoekt tweehonderd last koren naar Antwerpen te mogen brengen. Hiervoor heeft hij paspoort van de Infanta.
De heren van Holland vragen kopie. Voor het overige is het verzoek afgewezen.

16 De pachters van de konvooien en licenten verzoeken te mogen helpen met het zuiveren van binnenlandse paspoorten. Tevens zou het plakkaat van retorsie moeten worden vernieuwd omdat het in veel kwartieren wordt overtreden. De cherchers doen weinig en het geven van binnenlandse paspoorten aan schippers die onder contributie staan, zou moeten worden afgeschaft.
De heren van Holland vragen voor hun beraad kopie.

17 Men probeert nog steeds de Overbetuwe, Nederbetuwe en de Tielerwaard onder contributie te stellen. Sommigen zouden hier wel oren naar hebben.
HHM besluiten de brieven d.d. 9 nov. 1626 aan het Hof van Gelderland en de ambtlieden van de genoemde kwartieren te vernieuwen. Zij zullen samen met de plaatselijke jonkers worden gemaand hiertegen maatregelen te nemen en de opdracht tot de verdediging uitvoeren. De kosten voor de defensie zijn al gemaakt, maar mocht er nog iets ontbreken dan moet men dit melden.