16/03/1627

 
English | Nederlands

16 - 03 - 1627

Presentielijst:

Gelderland:
Holland:
Zeeland:
Utrecht:
Friesland:
Overijssel:
Groningen:

Resoluties:

1 Noortwyck, Vosbergen en Haersolte hebben met Z.Exc. gesproken over de inspectie van het grote hoofd aan het Kleefse Spui door de vijand en rapporteren diens overwegingen.
HHM besluiten de halve maan en het retranchement tegenover Schenkenschans ['s-Gravenwaard] weer paraat te maken en de grote schipbrug naar Nijmegen te laten brengen. Z.Exc. wordt verzocht dit te doen uitvoeren.

2 In zijn rekest klaagt Jan Webster namens George Roques dat de Admiraliteit te Rotterdam de verzochte revisie niet doorzet en ondertussen probeert het vonnis te voltrekken.
Het rekest gaat naar de Admiraliteit teneinde de revisie te bevorderen. De uitvoering van het vonnis moet worden opgeschort totdat nader bericht en advies van het College is ontvangen.

3 Het rekest van Gerrit Evertsen Roos c.s. om mandement van daagsele ten aanzien van Govert Govertsen opdat het vonnis van de Admiraliteit te Rotterdam nietig wordt verklaard, gaat voor bericht en advies naar de Admiraliteit.

4 Barent Tapkens verzoekt ontslagen te worden van het arrest waarmee Boudewyn Hackius hem hier vasthoudt.
Hij dient zich te wenden tot de ordinaris justitie.

5 Het nadere verzoek van de bode Gerrit Janssen om verdere vergoeding van zijn reis is opnieuw afgewezen.

6 Schout Dingman van Oversteech verzoekt uit het deel van Brabant dat contributie betaalt, voor zijn landerijen vee en schapen ter vetweiding en verkoop te mogen halen.
De RvS wordt advies gevraagd.

7 Van de Admiraliteit te Dokkum zijn drie brieven ontvangen. In de eerste wordt geantwoord op de brief van HHM van 20 feb. dat het College volgens de instructie en in de geest van de plakkaten optreedt tegen bedrog inzake konvooien en licenten. In de tweede brief meldt de Admiraliteit dat zij de afrekening met de pachters gaat doen en de derde brief bevat een overzicht van de schepen die zij in dienst heeft.
Aangezien het hier berichten betreft nemen HHM geen besluit.

8 De Noordse Compagnie verzoekt assistentie met twee oorlogsschepen omdat is vernomen dat Spanje haar visserij wil vernietigen.
De Admiraliteiten te Rotterdam en Amsterdam wordt geschreven ieder één schip ter beschikking te willen stellen.

9 De verklaring van de heer van Hemert is gelezen.
HHM gelasten hem zich te houden aan de eerdere bevelen. Hij mag geen afspraken met de vijand in de Tielerwaard toestaan, maar moet de betrokkenen aanhouden en naar behoren straffen.

10 Noortwyck en Vosbergen hebben gesproken met Elias Trip over het overmaken van geld naar Hamburg. Hij vraagt voor elke rijksdaalder 1 st. en wil het geld hier vooraf ontvangen.
Omdat dit te veel is, zal eerst met Brasser worden gesproken.

11 Conform de resolutie van 1 februari wordt aan de Deense prins geschreven geen onderzoek te laten doen naar in eerdere jaren gepleegde fraude. Tevens zal worden verzocht het vastgehouden schip te laten gaan en Carl van Cracou (die de opdracht heeft zich voor de vrijlating in te spannen) daarover welwillend te willen aanhoren.

12 De Austraalse Compagnie vraagt in verband met het onderzoek van haar zaak de afwezige heren te vervangen.
HHM committeren Feith, Schagen en Ter Cuilen.

13 Ten vervolge op de gisteren door de Admiraliteit in het Noorderkwartier aangevoerde kwesties stellen HHM vast dat de uitvoer van netten, met of zonder buizen, bij plakkaat verboden is. Aan dat verbod dient men zich dus te houden.