17/03/1627

 
English | Nederlands

17 - 03 - 1627

Presentielijst:

Gelderland:
Holland:
Zeeland:
Utrecht:
Friesland:
Overijssel:
Groningen:

Resoluties:

1 Feith, Schagen en Ter Cuilen berichten over de zaak van de Austraalse Compagnie . De Compagnie verzoekt compensatie voor het feit dat de door haar ontdekte Straat Le Maire door HHM onder het exclusieve octrooi van de WIC is gebracht.
De heren die namens HHM de aanstaande vergadering van de Heren Negentien zullen bijwonen, moeten proberen de zaak te schikken buiten kosten voor het land.

2 Commies Cracou is ter vergadering ontboden en heeft de voor de prins van Denemarken bestemde brief in ontvangst genomen. Hij heeft toegezegd de dienst van het land te zullen behartigen.

3 Noortwyck en Beaumont melden van de Franse ambassadeur te hebben gehoord dat koopman Erick Lasson uit Stockholm, in Brussel is geweest om de koophandel tussen Spanje en Zweden te herstellen. De te verhandelen goederen zou men door een compagnie van weerszijden naar Hamburg willen brengen om aldaar verscheept te worden. Het contract is reeds opgesteld en naar Spanje gestuurd.
Beide heren hebben geconstateerd dat de Venetiaanse ambassadeur niet tevreden is met de resolutie d.d. 15 maart over de specificatie van de door Moins opgebrachte goederen. Hij verzoekt de volgens het besluit te restitueren goederen terug te geven en ten aanzien van de overige waren met verdere acties te wachten totdat hij nader bericht uit Venetiƫ heeft ontvangen.
HHM nemen vooralsnog geen besluit.

4 De Directeurs van de Levantse handel komen de vergadering binnen en vragen een besluit over de bezending naar Algiers. Zij overhandigen tevens een brief d.d. Algiers 20 jan. van agent Coij die betaling verzoekt van een wisselbrief van 1.200 realen van achten.
Feit, Nobel, Schagen en Vosbergen zullen met de Directeurs in overleg treden over de op te stellen instructie en het rapport van Pijnacker. Ook zullen deze gecommitteerden de wisselbrief inspecteren.

5 De RvS stelt in zijn advies van 11 maart bevonden te hebben dat het territorium van Gemert onder Brabant valt en daarom voorlopig is aangeslagen voor 500 gld. per maand. HHM lezen echter ook het daarvan afwijkende standpunt van de heer van Gemert die daarom vraagt zijn stukken nader te laten onderzoeken.
HHM laten de heer van Gemert de RvS nader informeren over zijn argumentatie. De RvS zal vervolgens nader advies uitbrengen.

6 Schipper Cornelis Scheij uit Tiel verzoekt zijn goederen naar Emmerik [Emmerich] en Rees te mogen brengen zonder die daar meteen te lossen. Hij wil de waren op zijn gemak verkopen en zal waarborgen dat de goederen niet naar andere plaatsen worden gebracht.

7 Lewis Merick verzoekt wat teergeld te mogen hebben.
De RvS zal hierover beslissen.

8 Egbert Janssen Hees krijgt voorschrijven aan de Raad van de koning van Zweden te Reval [Tallinn] en aan de magistraat aldaar teneinde met zijn schip naar Narva in Rusland te mogen reizen.

9 De heren van Holland verzoeken het op 16 jan. gepubliceerde plakkaat over de bewapening en bemanning van de koopvaardijschepen met enkele bijgevoegde correcties te laten herdrukken en naar de Admiraliteiten te sturen.
HHM gaan akkoord. In de herdruk zullen tevens de punten worden opgenomen die op 2 feb. aan de Admiraliteiten zijn geschreven met betrekking tot de admiraalsbrieven en de verdeling van de boeten.
1

10 Koopman Dionys de Guise uit Duinkerke verzoekt paspoort voor de Republiek.
Is afgewezen.

11 De heren van Holland brengen een aan hen gericht verzoek van predikant Johannes Sophianus te Zevenbergen in. Hij verzoekt de uitoefening van de gereformeerde religie in deze gemeente te handhaven en het houden van de mis, daar al gedurende 49 jaar niet toegelaten, uit te sluiten.
De RvS zal met Z.Exc. nagaan wat voor het Bestand in Zevenbergen de praktijk is geweest en advies uitbrengen over de beste oplossing.

12 Van Haga is een brief d.d. Constantinopel [Istanbul] 28 [dec. 1626] en een duplicaat van die van 12 dec. 1626 ontvangen.
De brieven vereisen geen besluit, maar wel zal resident Aissema worden geschreven dat de 30.000 rijksdaalder in Constantinopel [Istanbul] klaarliggen.

1 De tekst is gedrukt in: Groot placaet-boek I, kol. 876.