16/06/1627

 
English | Nederlands

16 - 06 - 1627

Presentielijst:

Gelderland:
Holland:
Zeeland:
Utrecht:
Friesland:
Overijssel:
Groningen:

Resoluties:

1 Antwerpen, Ter Cuilen en Broersema moeten de op uitnodiging van HHM aangekomen fiscaal Pieter Boelis horen.

2 Kapitein Eduart Morgan mag tegen betaling van 's lands rechten twaalf musketten, vier wapens voor ruiters en twee wapens voor voetknechten meenemen naar Engeland.
Op zijn verzoek mag Dudley Carleton tegen betaling van 's lands rechten 216 harnassen, 527 stormhoeden, 296 forketten, 452 ringkragen, 422 pieken, vier trommels en twee hellebaarden meenemen naar het leger van de koning van Denemarken voor de Engelsen aldaar.

3 Jan Gillis mag op een binnenlands paspoort twee rijpaarden en twee bidets naar Bergen op Zoom brengen; Court Mijnen één rijpaard en ruiter Jacob Botman vier bidets.
De navolgende personen is tegen Bosch' licent en onder cautie de uitvoer van paarden toegestaan: Geraert Janssen, Cornelis Janssen Baptist en Pieter Cornelis van Stabroeck gezamenlijk vijf merries naar Wouw; Jan Thonissen de Bie twee merries naar Sprang en Geraert Janssen één rijpaard en twee merries; Goert Cornelissen twee merries naar Waalwijk; Jan Janssen Vinck één merrie naar Kruisland; Jan Goers drie merries naar Zevenbergen.

4 HHM vragen de RvS advies over de memorie van enkele heerlijkheden en dorpen in het Rijk van Nijmegen, wier inwoners graag paarden over de Waal willen invoeren.

5 De RvS adviseert d.d. 14 juni dat de heer van Batenborch licent behoort te betalen voor zijn levensmiddelen omdat zijn huis te Batenburg zodanig langs de Maas is gelegen dat vervoer naar de overzijde zeer eenvoudig is.
Gezien zijn kwaliteit is hij onverdacht, zodat HHM de helft van zijn uitvoer vrij laten.

6 Over het rekest van scheepskapitein Sibert Sibertsen, die oude, verjaarde ordonnanties ter waarde van 2.464 gld. in obligaties geconverteerd wil hebben, vragen HHM advies aan de Admiraliteit te Rotterdam .

7 De kinderen van wijlen mr. Rombout Hogerbeets verzoeken aflossing van een obligatie van 1.200 gld. Deze staat weliswaar op naam van mr. Bartholomeus Segwaert maar komt redelijkerwijs aan hen toe, zoals ook na onderzoek is vastgesteld door de gedelegeerde rechters.
HHM vragen hierover advies aan de Admiraliteit te Rotterdam .

8 Vanwege zijn ouderdom verzoekt kapitein Jan Pieters Esges levenslange uitbetaling van zijn kapiteinstraktement.
HHM vragen hierover advies aan de Admiraliteit in het Noorderkwartier .

9 Het verzoek van Tielman Cannarts uit Hasselt om vergoeding van schade die hij wegens geheime diensten ten behoeve van het land heeft geleden, is afgewezen.

10 Het verzoek van koopman Leonart van Sorgen naar het leger van de koning van Denemarken voor drieduizend man wapens en driehonderd tonnen buskruit te mogen uitvoeren, is ten dele ingewilligd. Voor de wapens dienen 's lands belastingen te worden betaald en borgtocht gesteld. Over het buskruit wordt nog beraadslaagd.

11 Over het verzoek van Jan van Vosselen om driehonderd schippond lont te mogen uitvoeren naar Zweden voor de koning vragen HHM advies aan de RvS.

12 Margriet Davidson, weduwe van kapitein Andries Donalsen, vraagt een aanstelling voor haar zoon.
De RvS wordt advies gevraagd.

13 De ridderschap en eigenerfden van Drenthe d.d. Assen 22 mei verzoeken twee maanden respijt om tot een afrekening te komen en aan te tonen dat zij de uitbreiding van de compagnie van kapitein Moda niet kunnen betalen.
HHM vragen hierover advies aan de RvS.

14 Het verzoek van de Schotse predikant George Clercq zijn gage te verhogen, is afgewezen.

15 De Gedeputeerde Staten schrijven d.d. 30 mei dat de Staten van Friesland Willem van Viersen, oud-schepen van Leeuwarden, nomineren als raad ter Admiraliteit te Dokkum .
HHM verlenen commissie.

16 HHM lezen de credentie d.d. Harderwijk 31 mei van Christian, de jongere vorst van Anhalt, op zijn kamerheer Johan van Munster. In de bijgevoegde deductie van de kamerheer wordt restitutie geëist van 5.000 daalder en 10.000 Duitse gulden, die door de vader van de vorst en diens broers van Anhalt1 in 1604 aan HHM zijn geleend op een obligatie van agent Brederode.
HHM geven de brief van credentie terug aan Munster omdat in de aanhef de naam en titel van de vorst bovenaan zijn gesteld. Hierdoor lijkt de brief gericht aan een mindere, niet aan een volwaardig soevereine republiek. De deductie gaat voor onderzoek en advies naar thesaurier-generaal De Bie.

17 Het verzoek van Francois Lodewichs van 22 april om het laken van die van Oosterhout, Etten [Etten-Leur] en Leur in Rotterdam te mogen verven is op advies van de RvS afgewezen omdat het te fraudegevoelig is.

18 Het verzoek van 20 mei van koopman Gerrart Lups is op advies van de RvS afgewezen.

19 Het op 20 maart gedane verzoek van de voerlieden Jan Neeff en Joost Hembach, wonend in het graafschap Nassau, is afgewezen. De RvS bericht naar recht en geweten te hebben gevonnist.

20 Op verzoek van de pachters van de konvooien en licenten is Jan Webster, Engels koopman in Amsterdam, twee maanden de tijd gegund om de bijeenkomst van de adjuncten van revisie te regelen. Als hem dit niet lukt, vervalt de revisie.
In een ander rekest klagen de pachters dat zij in Deventer en Zwolle worden gehinderd in hun werkzaamheden. Zo is in Deventer een paardenmarkt geweest waar paarden zijn verkocht en zonder betaling van 's lands rechten zijn vervoerd naar Aalten, Winterswijk en andere plaatsen. Daarvandaan konden ze naar Groenlo worden gebracht. In Zwolle hebben soldaten drie vaten binnengehaald die, nadat de licentmeester hierop was gehoord, door de krijgsraad tot rechtmatige buit zijn verklaard. Door dreigementen van de magistraat hebben zij deze echter weer moeten afstaan.
HHM schrijven de steden zich van jurisdictie inzake de konvooien en licenten te onthouden en die over te laten aan de Admiraliteiten. Verder dienen zij de pachters niet in hun werk te beletten.

21 Hans Galle, koopman in Gent, mag voor vier maanden overkomen om zijn zaken te regelen.

22 Aangaande het herhaald verzoek van die van Rees hun bieren met een derde in plaats van een kwart te mogen verhogen, is de RvS gehoord. De Raad blijft bij zijn eerder op 12 juni gelezen advies.
Ook HHM blijven bij de toen genomen resolutie.

23 Doublet toont zijn contract met Joost Brasser zoals dit conform de resoluties van HHM is gemaakt. Uiterlijk 30 juni moet in Hamburg 60.000 rijksdaalder (drie maanden subsidiegeld) aan de Deense koning worden geleverd. In ruil daarvoor zou Brasser bij de bank van Amsterdam onmiddellijk 120.000 gld. en een maand later 30.000 gld. ontvangen, plus 4 p. per rijksdaalder. Hierop zou echter driemaal 25 gld. worden ingehouden, zoals in het contract van 15 jan. 1626 wegens het overmaken van het maandelijks subsidie is gestipuleerd.
HHM gaan akkoord en verlenen akte. Brasser zal ter vergadering de wisselbrieven afgeven, zodat deze aan Sigismund Buchner kunnen worden meegegeven. Doublet krijgt ordonnantie om Brasser 150.000 gld. en nog 675 gld. wegens de 4 p. per rijksdaalder te betalen.
Aangaande het herhaald verzoek van Buchner om 30.000 rijksdaalder naar Constantinopel [Istanbul] over te maken voor de prins van Transsylvanië houden HHM vast aan de resolutie van 27 mei. Tevens zal men de lichting van drie regimenten door overste Gent, Kniphuisen en Mordiaen afhouden. Omtrent het emplooi van overste Gent is de Kleefse regering verantwoordelijk.
In een memorie vraagt overste Dode van Kniphuisen antwoord op de door hem meegebrachte brief van de Deense koning betreffende de lichting hier te lande van drieduizend man. Verder wenst hij betaling van 12.000 rijksdaalder, op assignatie van de koning aan Leo van Aissema gestuurd.
Deze kwestie is reeds in het antwoord op de brief van gezant Buchner behandeld. De staat van het land kan een uitheemse lichting niet lijden en HHM achten het beter hun subsidie in contanten aan de koning over te maken, in plaats van daarop genomen assignaties te accepteren.
Opnieuw weigeren HHM de door resident Aissma voor de administrator van Maagdenburg getrokken wissel van 16.850 rijksdaalder. De resident wordt geschreven dat men het geld aan de koning stuurt en dat hij prematuur handelt door dergelijke wissels te trekken. Hij dient voortaan geen wissels meer op het subsidie te trekken.

1 Dit zijn: Rudolf , Ludwig , Johann Georg I en August .