01/07/1627

 
English | Nederlands

01 - 07 - 1627

Presentielijst:

Resoluties:

1 In aanwezigheid van Z.Exc. en de RvS is het advies van de RvS van 19 juni over de graaf van Oost-Friesland en diens geschil met de stad Emden geresumeerd. Conform de resolutie van 9 juni is de op 3 feb. 1626 gedane uitspraak van de gedeputeerden te Emden vergeleken met eerdere akkoorden. De Raad heeft geconstateerd dat er nog vier namens de graaf aangevoerde punten zijn:
I De stad dient de graaf als heer te erkennen.
HHM gaan hiermee akkoord. Op zijn beurt dient de graaf de privileges van de stad te bevestigen. Daarnaast moet hij beloven alle eerdere overeenkomsten na te komen naar de inhoud van het eerste artikel van de uitspraak. HHM hebben geconstateerd dat de uitspraak niet afwijkt van de eerdere akkoorden. Hiervan uitgezonderd zijn echter zowel artikel drie met betrekking tot de wijn- en bieraccijns als artikel 35 dat de stad toestaat 50.000 gld. te korten op de schulden aan de graaf. Op 28 aug. 1626 hebben HHM deze punten al buiten de goedkeuring van de uitspraak gelaten. Met de erkenning van de graaf vervalt diens weigering de magistraat te approberen en kan Emden verzoeken de weigering in te trekken.
II Emden moet de graaf de wijn- en bieraccijns toestaan.
Bij vonnis van de Hoge Raad en de navolgende interpretatie is vastgesteld dat de wijn- en bieraccijns waarop de graaf aanspraak maakt geen oude en rechtmatige accijns is. Hij kan in Emden uitsluitend heffen en ontvangen wat hem bij het keizerlijk decreet van 1589 is toegestaan. De graaf moet echter wel bewijzen welke oude accijns hem toen toekwam.
III Er moet vereffening van schulden en betaling plaatsvinden.
De stad moet met de graaf verrekenen en hem betalen. De korting van de 50.000 gld. wordt aangehouden totdat HHM nader hebben besloten.
IV De stad dient de zeshonderd soldaten af te danken.
Dit kunnen HHM niet goedkeuren. Volgens artikel zes van de uitspraak is het onderhouden van het garnizoen een tijdelijke en geen blijvende zaak en daarmee is dit dan ook niet in strijd met de eerdere akkoorden.

2 De RvS meldt dat Doublet, ondanks versterking van zijn krediet door Holland , geen geld weet te krijgen [voor de ongerepartieerde troepen].
De heren van Holland is, ondanks hun eerdere weigering, nogmaals verzocht het geld te laten lenen door hun ontvangers.

3 Kapitein Alendorp wordt geschreven de echtgenote van Hans de Cocq vrij te laten. Zij was naar ['s- Gravenwaard] gekomen om haar op het fort vastzittende man te zien.

Post prandium

Presentielijst:

Resoluties:

4 De gedeputeerden van Zeeland blijven bij hun uiteenzetting van gisteren. Zij verzoeken alsnog gecommitteerden om inzage te geven in hun financiële staat teneinde te komen tot verlaging van hun quote. De heren van Holland brengen opnieuw hun grote bezwaren hiertegen ter sprake en vinden dat de commissarissen eerst met hen zouden moeten overleggen. Ook de andere provincies menen dat een discussie over de quoten van een of enkele provincies nu gevaarlijk is.
HHM verzoeken de heren van Zeeland voor deze keer hun verzoek uit te stellen en de bevindingen alhier aan hun principalen te melden, met de aansporing in hun oude ijver tot welstand van de Unie te volharden. Evenals de andere provincies dienen zij hun quote op te brengen, zodat de gemene zaak niet wordt aangetast. De gedeputeerden van Zeeland verklaren een ander besluit te hebben verwacht, maar in te zien dat zij deze keer niet verder komen. Zij zullen hun principalen inlichten, maar die zullen het vreemd vinden dat hun verzoek is geweigerd.

5 Noortwyck mag licentvrij een karos uit Engeland invoeren.

6 Rantwyck, Broechoven, Oetgens, Vosbergen, Hertevelt, Walta, Haersolte en Schaffer zullen als gedeputeerden te velde optreden, naast enkele door de RvS uit zijn midden te nomineren heren.

7 De gezanten naar Zweden en Polen waarschuwen in een op 11 juni ontvangen brief dat de koning van Denemarken de bouw van een vesting bij Kopenhagen financiert door op elke last die de Sont passeert een halve rijksoord te heffen.
HHM willen met een beargumenteerd schrijven de koning ertoe brengen voor de goederen en nering van de Republiek een uitzondering te maken. Resident Aissema moet eveneens bewerkstelligen dat de koning afziet van deze belasting.

8 Joachimi en Cats hebben het door de Engelsen opgestelde reglement ter zee opgestuurd, maar zonder het door hen daartegen opgestelde concept mee te zenden.
Zij moeten dit onmiddellijk nazenden opdat HHM hun reactie kunnen formuleren.

9 De heren die met Carleton zullen spreken, moeten hem aansporen conform de akten zorg te dragen voor de aflossing van de lening van 650.000 gld. voor Mansfeld.

10 Zeeland zal ernstig worden verzocht schepen naar de kust van Vlaanderen te sturen, omdat anders geen uitkering volgt uit het subsidie van 1.000.000 gld.

11 HHM nemen geen besluit over twee brieven van kapitein Codde.

12 Het advies van de RvS inzake het reglement van de wagens komt ter sprake.
HHM besluiten de in 1599 vastgestelde bepaling voor de wagenmeester en voerlieden strikt aan te houden en de sindsdien daartegen ontstane misbruiken te beëindigen. Zo komen de twee dagen die de wagenmeester van iedere voerman sinds enige tijd krijgt te vervallen, evenals het gebruik dat de opzichters zelf wagens onder het gevolg mogen hebben. Zij zullen hiervoor vooralsnog niet worden vergoed met een verhoging van daggelden of traktementen. Tevens dient scherp te worden gelet op het brandmerken van de paarden: slechts gebrandmerkte paarden mogen in de monstering worden gebracht en deze dieren mogen ook niet door de zoetelaars of andere ongeautoriseerde personen worden gebruikt. De gedeputeerden te velde mogen de uitbetaling van de soldij aan de voerlieden en de trekpaarden door een vertrouwd persoon laten doen en moeten dit niet overlaten aan de wagenmeester en kapiteins van de trekpaarden. Hierdoor zullen te allen tijde het aantal en de staat van de wagen- en trekpaarden beter bekend zijn. De gedeputeerden dienen tevens de uitdeling van de haver te regelen zodat de voerlieden of anderen daarover niet kunnen klagen. De monstering van wagens en trekpaarden moet gebeuren zodra zij bij het leger aankomen. Tijdens de trektocht door de provincies moet beter orde worden gehouden, opdat de inwoners zo weinig mogelijk schade wordt berokkend. Hiertoe moeten de kapiteins en luitenants van de wagens- en trekpaarden die door het land reizen1 de namen van de opzichters geven aan de gedeputeerden van de provincies of leden daarvan, de officieren van de ambten en magistraten van de steden. Dit op hun verzoek of dat van hun gecommitteerden. Deze opgave geldt tevens voor de namen van de voerlieden of eigenaars en de aantallen wagens en paarden die zij onder zich hebben. Deze kunnen dan tegen behoorlijke betaling en met toestemming 's nachts in de wei op het platteland worden gezet of in of bij de steden op een aangewezen locatie. De kapiteins, luitenants of opzichters dienen hun doortocht bijtijds aan de gedeputeerden, ambtlieden of magistraten op te geven.
De conducteurs dienen bij hun wagens of paarden te blijven en moeten van de stalling en het voer (indien geen directe betaling plaatsvindt) behoorlijke akte afgeven. Bij weigering zullen de akten door notabele en betrouwbare personen mogen worden gegeven: het weidegeld of het geleverde voer zal hun later worden vergoed. De voerlieden en drijvers mogen niet zonder toestemming in iemands wei verblijven, op straffe van het verlies van hun verdiensten. De kapiteins, luitenants en conducteurs van de trekpaarden dienen tevens - ongeacht de wind - met hun trekpaarden bij het gevolg en de schepen te blijven. Bij windstilte en tegenwind dienen zij meteen de paarden aan te spannen en vanaf zonsopgang hun werk te doen. Als er paarden weg zijn, dan kan van andere paarden uit de ambten of steden worden gebruikgemaakt. Die zullen door het land worden betaald, maar de absente niet. Indien wegens gebrek aan paarden in vaste dienst andere ter aanvulling worden gebruikt van het platteland of uit de steden om het gevolg of de schepen geladen met krijgsvolk voort te trekken, is dit geen vrijbrief voor de kapitein, luitenant of conducteurs - laat staan de drijvers - om met hun paarden te vertrekken, zoals vaak gebeurt. Dit op straffe van verlies van hun verdiensten. De drijvers die niet ordinaris het gevolg van de artillerie volgen maar tussentijds vanuit de steden en het platteland komen, zullen zich altijd volgens deze of een nog nader vast te stellen verordening moeten gedragen. De kapiteins, luitenants, conducteurs, voerlieden of drijvers mogen zich niet laten ophouden in de dorpen noch met geweld bij iemand invallen. Zij dienen hun eten en drinken in de herberg, net als andere passagiers, te betalen. Tevens dienen de kapiteins, luitenants, conducteurs en drijvers de gedeputeerden, ambtlieden, ambtsdragers of magistraten van de steden die komen helpen of iemand sturen om de schepen zo snel mogelijk ten behoeve van het land en volgens de bedoelingen van Z.Exc. te doen optrekken, te gehoorzamen.

132 HHM bespreken de eergisteren door Carleton gedane propositie. Z.Exc. is daarbij, evenals wijlen prins Maurits, gevrijwaard van een deel van de ceremoniële verplichtingen van de Orde van de Kouseband. Op deze voorwaarden gaan zij akkoord met diens aanvaarding van de orde en de griffier zal dit antwoord aan de ambassadeur overbrengen. Carleton zal worden verzocht zijn commissie en die van de heraut mee te delen.
3
Culenburch, Pauw, Vosbergen en Hertevelt moeten Z.Exc. de resolutie meedelen en hem verzoeken opdracht te geven aanstaande maandagmiddag tussen twee en drie uur de compagnie van de garde gewapend op het Binnenhof te laten aantreden als erewacht. Het geschut in 's- Gravenhage zal na de ceremonie worden afgeschoten en er zullen nog andere festiviteiten worden gehouden. De gecommitteerden dienen tevens met Z.Exc. te overleggen of bij de ceremonie de koning van Bohemen dient te worden uitgenodigd, evenals de ambassadeurs van Frankrijk en Venetië bij wie men vooral dient te letten op hun onderlinge rangorde. De ceremonie zal plaatsvinden in de vergaderzaal van HHM, in het bijzijn van de RvS. Tevens zal predikant D'Espaigne een stichtelijk woord houden met een dankgebed.

1 Vanaf hier is de resolutie door een klerk ingeschreven in S.G. 52.
2 De resolutie is door een klerk ingeschreven in S.G. 52.
3 Er volgt een korte brief in het Frans waarin de Staten-Generaal het aanbod van de extraordinaris ambassadeur Carleton d.d. 29 juni namens de Engelse koning aan de prins van Oranje de Orde van de Kouseband te verlenen, accepteren. Zij bedanken de koning verder voor zijn diep betoonde genegenheid aan de Staten.