19/07/1627

 
English | Nederlands

19 - 07 - 1627

Presentielijst:

Gelderland:
Holland:
Zeeland:
Utrecht:
Friesland:
Overijssel:
Groningen:

Resoluties:

1 De RvS adviseert over het op 24 juni ingediende rekest van Jacques Watson. Hij behoort met een krachtige reprimande te worden afgewezen omdat de kwestie is afgehandeld conform de bij het advies gevoegde resolutie.
HHM gaan hiermee akkoord.

2 Eck en Broersema hebben conform de resolutie van 13 juli enkele afgevaardigden van de Generaliteitsrekenkamer gehoord over de posten die de Rekenkamer heeft aangetekend in de rekeningen van de ontvanger van de Admiraliteit in Friesland over 1624 en 1625. Zij hebben hierover nader bericht.
Voor deze keer aanvaarden HHM de eerste post van 43 gld. 8 st. in de rekening over 1624. Dit geldt eveneens voor de volgende posten uit 1624: de verhoging met 50 gld. van het traktement van de equipagemeester en van klerk Adius en 234 gld. aan kosten van enkele heren wegens het ophalen van hun commissies.
De post van 140 gld. rente over een door de Admiraliteit geleend kapitaal van 2.000 gld. is geroyeerd omdat er voldoende geld in het comptoir voorhanden was om dit af te lossen. De posten van 92 gld. 18 st. voor Coppen 't Nansum en 6 gld. 13 st. aan briefloon zijn goedgekeurd. De post van 2.613 gld. 18 st. 10 d. is niet gepasseerd. Deze betreft onder meer een teruggave aan enkele kooplieden uit Groningen van door hen verlicente goederen. Dit is in navolging van Deventer gebeurd om onttrekking van de koophandel van Groningen naar Deventer te voorkomen. De daggelden op deze post zijn eveneens geroyeerd: deze zullen slechts worden goedgekeurd voor zover de regelgeving van het land dat toelaat.
De rekeningen over 1625 waarin eveneens posten worden opgevoerd wegens verhoging van het traktement van de equipagemeester en klerk Adius met 50 gld. zijn geroyeerd. De vendumeester krijgt 200 gld. zonder dat dit gevolgen heeft voor andere vendumeesters. De beloning van 50 gld. voor Baudatio is toegestaan. De vermindering met 72 gld. 10 st. op een post van 225 gld. is goedgekeurd. Voor de posten van 435 gld. en van 1.000 gld. zijn nadere bewijzen vereist, maar ze worden voor deze keer gepasseerd. De restitutie aan kooplieden van 1.120 gld. wegens betaalde licenten is geschrapt. Broersema verzoekt deze kwestie op te houden totdat namens Groningen hierover nader is bericht. De post van 170 gld. is geroyeerd alsmede de 140 gld. rente, net als vorig jaar. De post van 149 gld. 8 st. 4 d. is gepasseerd, evenals 200 gld. wegens betaling van kapoenen. Bij het laatste punt van 1.000 gld. wordt om nader bewijs verzocht. Bij overlegging hiervan zal het voor deze keer worden goedgekeurd.

3 De inwoners van de heerlijkheid Meijel onder Goor in het graafschap Horn verzoeken ontvanger Severijns te gelasten hun in hun oude vrijheid te laten. Zij worden daarin door hem gehinderd.
Gaat ter beslissing naar de RvS.

4 Op verzoek van de Portugese kooplieden te Amsterdam schrijven HHM aan Joachimi en Cats om te bewerkstelligen dat de supplianten hun goederen terugkrijgen.

5 Een brief van resident Aissema d.d. 30 juni behoeft geen resolutie.

6 Michiel Lykes c.s., ruiters uit Bergen op Zoom, verzoeken interpretatie of de boeren grof hout, dat geschikt is om schepen of palissaden van te maken, ter markt mogen brengen en of zij het koren ter maling uit de Kruisschans mogen halen om het daarna weer terug te brengen.
HHM vragen hierover advies aan de RvS.

7 De extraordinaris bode Jan Cornelissen Backer is vanwege zijn ziekte 15 gld. gegeven.

8 Broersema draagt in plaats van Pieter Stalpert van der Wyle, die tot nog toe namens Groningen klerk bij de griffie van HHM is geweest, Gerrit Hendrixen van der Haer, nu klerk in de Generaliteitsrekenkamer, voor. Deze heeft conform de instructie van het klerkambt en bij besluit van HHM in handen van de president de eed afgelegd.

9 Op verzoek van de pachters van de konvooien en licenten besluiten HHM, indien de Admiraliteiten goederen vrijklaren en de pachters tegen het vonnis in beroep gaan, deze slechts onder cautie te laten vrijgeven.

10 De gezanten in Polen vragen d.d. Danzig [Gdansk] 21 juni of de koning enige oude, belegen wijnen mag laten doorvoeren.
HHM gaan hiermee akkoord, mits 's lands rechten worden betaald.

11 HHM lezen het advies van de drie advocaten Van Sorgen, Rixen en Cracht in de zaak van Steventgen van Daetzeler tegen Rantwijck. Advocaat Strien, die ook was afgevaardigd, heeft zich verontschuldigd.
Eck, Schagen en Aelberts zullen het advies samen met het proces doornemen en hiervan verslag doen. De advocaten wordt 30 gld. salaris betaald.

12 Despesses compareert met het verzoek Compaen te verplichten de schade te vergoeden die hij Jan Rosee en andere onderdanen van de koning heeft aangedaan. De WIC , aan wie Compaen op zee enige goederen van die onderdanen heeft geleverd, dient te worden gelast de goederen terug te geven. De magistraat van Amsterdam dient te worden geschreven de onderdanen van de koning te helpen met een spoedige rechtsgang tegen enkele Portugezen. Deze hebben gom en andere door Compaen ontnomen en aan de Moren verhandelde waren gekocht.
HHM antwoorden geen mogelijkheid te zien de zeeroverij van Compaen alleen of met hulp van anderen met geweld te stuiten. Daarom hebben zij besloten hem naar het voorbeeld van andere regeringen door middel van een pardon uit zee te krijgen. Volgens dit pardon kan hem niets ten laste worden gelegd, maar wel kunnen de eigenaars de door hem opgebrachte goederen reclameren. De WIC wil eveneens de goederen teruggeven en de magistraat van Amsterdam zal worden geschreven de Fransen tegen de Portugezen in de rechtsgang te helpen.
Despesses heeft tevens het rekest van kapitein Lieuville aanbevolen, maar HHM blijven bij hun eerdere resolutie.

13 Claes ter Meer en Godtschalck Cops, kooplieden uit respectievelijk Kleef en Goch, is toegestaan tegen betaling van 's lands rechten twintigduizend pond vlas, tweeduizend pond garen en tweehonderd stuks lijnwaad van Kempen naar Kleef en van Kleef naar de Republiek te brengen.