26/10/1627

 
English | Nederlands

26 - 10 - 1627

Presentielijst:

Resoluties:

1 Eck schrijft d.d. Den Helder 22 okt. slechts vier schepen te hebben kunnen verkrijgen bij Texel om naar de kust van Vlaanderen te gaan. In Het Vlie liggen geen schepen.
HHM nemen geen besluit.

2 Z.Exc., Ernst Casimir en de RvS compareren. Beraadslaagd wordt over het al dan niet afdanken van de ongerepartieerde compagnieën ruiters en soldaten. Aan de ene kant drukken de lasten van de oorlog te water en te land zwaar op de Republiek. Het is te vrezen dat de provincies die bezwaar maken tegen het betalen van reeds op hen gerepartieerde compagnieën, evenmin bereidwillig zullen zijn de betaling van bovengenoemde compagnieën op zich te nemen. Aan de andere kant is de situatie in Duitsland zo dat het gehele leger van de Katholieke Liga naar de Republiek zou kunnen komen afzakken en dan zou men juist meer soldaten nodig hebben. De nood maakt het raadzaam de ongerepartieerde compagnieën aan te houden.
HHM laten de RvS van de ongerepartieerde compagnieën ruiters en soldaten (uitgezonderd de compagnieën van Rouillac en Monschau, die afgedankt zullen worden) een repartitie maken over de verschillende provincies. Daarbij moet de Raad een petitie voegen waarin de redenen tot voortzetting staan vermeld. Deze moet aan de provincies worden gestuurd. De Raad moet erop aandringen dat de repartitie wordt aangenomen. Aangezien ondertussen voor het onderhoud van de compagnieën gezorgd moet worden, wordt de heren van Holland verzocht op eerdere voet twee maanden voor te schieten. De andere provincies, met uitzondering van Zeeland, beloven hun aandeel hierin op te brengen. De heren van Zeeland verklaren hiertoe niet gelast te zijn.

3 D'Espesses compareert en meldt berichten te hebben ontvangen dat er opnieuw enkele Engelse schepen bij Texel zijn aangekomen met brandschepen. Hij verzoekt HHM maatregelen te nemen om de officieren van de Franse schepen te helpen bij het in veiligheid brengen van hun schepen. Hij wil een kopie van deze maatregelen hebben om naar Frankrijk te sturen.
HHM schrijven nogmaals de Admiraliteit in het Noorderkwartier aan om al hun dienaren te gelasten de Franse officieren alle hulp te geven, zoals ook op 16 okt. is geschreven, opdat de schepen veilig in een haven komen te liggen, net als alle andere schepen. Een kopie van deze brief zal aan de ambassadeur gegeven worden. Aangezien equipagemeester Blauhulck hier is, wordt hem opgedragen met de brief te vertrekken en de Fransen bij alles behulpzaam te zijn.

4 Schaffer en Broersema dienen schriftelijk in wat zij gisteren mondeling hebben voorgesteld. Zij verzoeken Groningen met 25 compagnieën voetsoldaten en zes compagnieën ruiters te versterken om in geval van nood vijftien of zestien compagnieën voetsoldaten en de genoemde zes compagnieën ruiters tegen de vijand te kunnen inzetten.
HHM schorten een besluit op en bespreken de zaak nog niet met Z.Exc. en Ernst Casimir.

5 Pieter Martenssen Coij klaagt in zijn brief d.d. Algiers 15 sept. over de toestand in Algiers. Hij verzoekt om geld.
HHM geven de brief aan de Directeurs van de Levantse Handel om hierover te beslissen.