20/12/1627

 
English | Nederlands

20 - 12 - 1627

Presentielijst:

Gelderland:
Holland:
Zeeland:
Utrecht:
Friesland:
Overijssel:
Groningen:

Resoluties:

1 Ter vergadering compareren de gedeputeerden van de graaf en de stad Emden en van de stenden van Oost-Friesland. Zij verzoeken om een besluit op de door hen ingediende proposities. Die van Emden met name zeggen niet zozeer te komen voor een resolutie op hun propositie, omdat de zaken sinds hun komst naar 's-Gravenhage sterk veranderd zijn, als wel om afscheid te nemen.
In hun antwoord1 stellen HHM dat vanwege de komst van de troepen van Tilly de situatie in het graafschap sterk veranderd is. De beoogde bespreking van de proposities zou dan ook beter kunnen gaan over de bescherming van Oost-Friesland tegen de praktijken en machinaties van derden.
Feit en Schaffer hebben met de gedeputeerden van Emden gesproken. Zij rapporteren dat de gedeputeerden menen dat die van de stad zich reeds meester hebben gemaakt van Nesserland. Ze vertrouwen erop dat HHM hen in geval van nood niet in de steek laten. Ook bespreekt Schaffer een brief die hij van zijn principalen heeft ontvangen over het nieuws en met het verzoek nog wat volk daarheen te sturen.
De zaak zal morgen nader worden besproken. Ondertussen zullen Feit en Schaffer overleggen met Z.Exc. Deze heren zullen het afscheid geven aan de gedeputeerden van Oost-Friesland.

2 Hoofdconsul Witsen bericht over het hem gegeven verzoek van de reders van De Gecroonde Leeuw.
Dit bericht zal als antwoord aan de reders worden overhandigd. Ook wordt op zijn eerdere verzoek bepaald de reders hun naam te laten opgeven, zodat hij de tegenpartij kent.

3 Conform advies van de RvS wordt ingestemd met het op 10 dec. gedane verzoek van de Luikse kooplieden Salomon Spex en Hendrick Gnuysen.

4 De RvS adviseert het verzoek van die van Zevenbergen om de vrije uitvoer van bier in te willigen. Ten aanzien van alle andere goederen zou moeten worden bepaald dat het blijft zoals het voor het sluiten van de licenten en het plakkaat van retorsie is geweest. Voor de paarden zou echter dubbel licent moeten worden betaald.
Essen, Noortwijck en Rode zullen de zaak nader onderzoeken.

5 De RvS adviseert op het op 17 dec. door [de weduwe van] Wichart Janssen van Giethoorn ingediende verzoek, dat de partijen en met name de licentmeester te Heusden zouden moeten worden gehoord.
HHM nemen dit advies over.

6 De Admiraliteit in het Noorderkwartier bericht dat het nu te laat is twee konvooiers naar de Elbe te zenden, omdat zij deze op zo'n korte termijn, voor de vorst, niet gereed kan hebben.
HHM laten het hier bij maar zullen commissaris Hartman aanschrijven spoedig met twee konvooiers van Amsterdam naar de Elbe te gaan.

7 Aangezien commissaris Hartman in de zaterdag ontvangen brieven heeft gemeld de uit het magazijn te Delft ontvangen wapens te zullen terugsturen, kan de RvS de eerder op de wapens gegeven akte intrekken.

8 Op het verzoek van Michel Gommelraet, sergeant onder de compagnie van kapitein Alendorp, wordt de gedeputeerden van Holland verzocht de suppliant tevreden te stellen in mindering op het geld dat hij nog schuldig is aan het regiment van overste Merwe dat in dienst van de koning van Denemarken is uitgezonden.

9 Thielman Cannarts klaagt dat de RvS de wijn die hem door enkele soldaten in het Land van Luik was afgenomen, tot rechtmatige buit heeft verklaard. Hij verzoekt hierin verandering te brengen.
HHM winnen hierop informatie en advies in bij de RvS.

10 De RvS mag besluiten over het verzoek van Mathijs Treurniet en consorten om van het aangenomen werk bij Steenbergen ontslagen te mogen worden.

11 De schippers uit Gelderland hebben geruime tijd op betaling van hun legerdiensten aangedrongen. De ontvanger-generaal, ter vergadering ontboden, heeft beloofd hun te zullen betalen.

12 HHM staan toe dat Jan de Wael, schipper uit Nijmegen, twee schepen turf naar Emmerik en Rees brengt, op voorwaarde dat hij 's lands rechten betaalt.

13 Apolonia Sickema wordt uit medelijden eenmalig 18 gld. toegekend.

14 Ter vergadering compareren de gedeputeerden van de Admiraliteit te Amsterdam . Zij dringen opnieuw aan op betaling van een flink bedrag. De Admiraliteit kan zich anders niet staande houden, temeer daar zij van het miljoen van dit jaar nog weinig heeft ontvangen.
De afgevaardigden van de verschillende provincies wordt verzocht, naast de publieke aanmaningen en de brieven, zich persoonlijk in te spannen teneinde hun principalen de quote in het subsidie te laten opbrengen. De gedeputeerden van Holland laten weten meer dan hun quote te hebben betaald. Hun wordt gevraagd een staat te overhandigen aan wie en tot welk bedrag hun principalen aan de betaling van het miljoen hebben bijgedragen.

15 Die van de Austraalse Compagnie vragen zich af waarom HHM de door hen gevonden Straat Le Maire onder het octrooi van de WIC laten vallen. Zij vragen om een compensatie.
Feith en Schagen zullen met de supplianten overleggen over een redelijke vergoeding.

16 Aangezien op 27 okt. 1625 is besloten geld uit te trekken voor de verering van de commissarissen van de koning van Groot-Brittannië die belast waren met het offensieve en defensieve alliantietraktaat, wordt Doublet opgedragen te lenen wat hij nog tekort komt.

1 Het antwoord is geïnsereerd in S.G. 3186 en gedrukt in: Aitzema, S. & O. kwarto II, 243/folio I, 597-598.