1
In een brief verzoekt de
Admiraliteit te Rotterdam
om interpretatie van het op 23 juli 1626 aan
Daem Hendrixen gegeven consent. Het College vraagt of HHM weten dat hij
zijn schepen
en goederen van
Venlo naar
Boxmeer,
Goch en andere in het consent
gespecificeerde plaatsen vervoert, maar onderweg ook
lost zonder eerst ten kantore zijn generale lading aan te geven
en
driedubbel licent te betalen.
HHM antwoorden dat zij de waren van Daem Hendrixen naar deze landen willen laten komen. Om dit te bevorderen en om oponthoud door de vijand te voorkomen is hem daarom vergund enkele van deze waren onderweg te lossen zonder aangifte te doen van zijn generale lading.