11
D'Espesses compareert en dient een propositie in over de
kwestie van de alliantie met
Frankrijk.
1
Eergisteren heeft de ambassadeur het antwoord van HHM dat
Nordwick en
Ploys hem hadden overhandigd aan
zijn
koning gezonden.
Twee uur na het vertrek van de koerier heeft hij de brieven
van
Z.M. ontvangen waarover gisteren met
Oranje is gesproken. In
hoofdlijnen was de
inhoud
als volgt:
Z.M. is het er niet mee eens dat de Nederlandse ambassadeurs andere voorwaarden willen stellen dan in het verdrag met
Langherack staan. Als HHM op enigerlei wijze het
verdrag willen vernieuwen, dan ziet Z.M. de ambassadeurs liever
niet
komen. Arriveren zij toch, dan zal Z.M. zich verplicht voelen hun
geen
goed onthaal te geven.
HHM moeten het algemeen belang in het oog houden en de verschillende belangen goed afwegen. Zij moeten zich niet te veel vervreemden van de affectie van de koning, die zo nodig is voor deze staat.
Aangezien D'Espesses opdracht heeft gekregen snel antwoord te halen, vraagt hij HHM zo spoedig mogelijk te antwoorden.
HHM geven de propositie aan de RvS die deze hier morgen met Z.Exc. zal bespreken.
1
De in het Frans gestelde propositie is geïnsereerd
in
S.G. 3187 en gedrukt in:
Aitzema, S. & O. kwarto II,
569-570/folio I,
751.